financiën / Partnerbijdrage

Voornaamste fiscale eindejaarstips voor publieke sector

Zes tips om uw fiscale positie te optimaliseren.

13 december 2023
belastingtips
Beeld: Shutterstock

Het einde van het jaar komt snel dichterbij en daarom adviseren wij organisaties in de publieke sector graag over de belangrijkste fiscale aandachtspunten voor het einde van 2023. Welke wetgeving zorgt ervoor dat u nog dit jaar actie moet ondernemen? Of welke zaken kunt u juist het beste uitstellen? In dit artikel delen wij de belangrijkste fiscale eindejaarstips die u niet mag missen. Door gebruik te maken van deze tips kunt u uw fiscale positie optimaliseren en het nieuwe jaar goed beginnen.

1. Stel dividenduitkeringen uit tot na 1 januari 2024

Veel instellingen in de publieke sector zijn niet of slechts beperkt belastingplichtig op het gebied van vennootschapsbelasting (vpb), bijvoorbeeld doordat zij een beroep doen op de zogenoemde ‘zorgvrijstelling’ of de activiteiten niet kwalificeren als ‘onderneming’ voor de vpb. In dat geval zijn dividenduitkeringen die zij ontvangen belast met 15% dividendbelasting. Deze moet worden betaald door de uitkerende vennootschap en kan vervolgens achteraf worden teruggevraagd bij de Belastingdienst. Op 1 januari 2024 treedt een inhoudingsvrijstelling in werking. Vanaf dat moment is geen dividendbelasting verschuldigd over dividenduitkeringen aan een niet-belastingplichtige aandeelhouder (zoals een zorginstelling of een gemeente), mits zij beschikken over een zogenoemde ‘kwalificatiebeschikking’. In dat geval is het dan ook niet langer nodig om dividendbelasting in te houden en terug te vragen. Dit zorgt voor een administratieve lastenverlichting. 

2. Let op de vpb-aspecten bij het openen en afsluiten van grondexploitaties

Voor de vennootschapsbelasting is het grondbedrijf bij de meeste gemeenten het belangrijkste aandachtspunt. Het openen of afsluiten van grondexploitaties kan grote invloed hebben op de kwalificatie voor de vennootschapsbelasting van het grondbedrijf. Zo kan het openen of afsluiten van een grondexploitatie er toe leiden dat een winststreven (op basis van de ‘(Post-)QuickScan’) ontstaat, of juist niet langer sprake is van een winststreven. Daarnaast kan de timing van het openen van een grondexploitatie invloed hebben op de fiscale inbrengwaarde. Inventariseer daarom vóór het nemen van de definitieve beslissing tot openen of afsluiten van de grondexploitatie de gevolgen, kansen en risico’s met betrekking tot de vennootschapsbelasting in kaart te brengen. 

3. Controleer of voor uw organisatie een renseigneringsverplichting geldt

Verricht uw organisatie betalingen aan derden in verband met door deze derden verrichte werkzaamheden (anders dan werknemers en vrijwilligers)? De Belastingdienst verzamelt informatie over betalingen die voor de ontvanger naar verwachting in de aangifte inkomstenbelasting tot het belastbare resultaat uit overige werkzaamheden zullen behoren. Organisaties die als ’administratieplichtige’ worden aangemerkt en daarmee onder de reikwijdte van de nieuwe renseigneringsverplichting vallen, moeten de gegevens en inlichtingen over de verrichte betalingen voortaan digitaal aanleveren. Indien er binnen uw organisatie ook betalingen aan derden worden verricht, is het goed om te inventariseren of u de Belastingdienst hierover moet informeren. De gegevens over 2023 dienen uiterlijk op 31 januari 2024 bij de Belastingdienst te zijn aangeleverd.

4. Vraag om compensatie van rente bij spiegelcorrecties

Het komt regelmatig voor dat gemeenten en provincies de btw verrekenen via het btw-compensatiefonds, terwijl de btw eigenlijk via de btw-aangifte in aftrek had moeten worden gebracht. Andersom komt uiteraard ook voor. De Belastingdienst is dan geen inkomsten misgelopen, maar de btw is w bij het ‘verkeerde potje’ geclaimd. Tot 1 januari 2024 is bij een dergelijke ‘spiegelcorrectie’ rente verschuldigd voor de terugbetaling aan de ene kant, terwijl voor de teruggave aan de andere kant geen rente wordt vergoed. Momenteel ligt er een wetsvoorstel om per 1 januari 2024 een compensatie voor deze rente in te voeren. Deze regeling zorgt ervoor dat bij een zogenoemde spiegelcorrectie (waarbij de Belastingdienst geen inkomsten is misgelopen) toch geen rente wordt betaald. Hiervoor zal in beginsel een verzoek moeten worden ingediend, maar waar mogelijk zal de Belastingdienst dat al uit eigen beweging doen, aldus het wetsvoorstel. Dient u tegen het einde van dit jaar nog een suppletie in, dan zal de Belastingdienst begin 2024 een naheffingsaanslag opleggen en daarbij (waarschijnlijk) rente in rekening brengen. Let er op dat u daarom de Belastingdienst verzoekt om vermindering van de rente (mits de regeling er per 1 januari 2024 ook daadwerkelijk is). 

5. Controleer of de btw op kosten opvang Oekraïense vluchtelingen juist is toegepast

Omdat gemeenten voor de opvang van Oekraïense vluchtelingen een wettelijke taak hebben, werd aangenomen dat de btw op de kosten hiervoor volledig compensabel was, tenzij sprake is van een specifieke verstrekking aan individuele vluchtelingen. Vanwege de toenemende discussies of sprake is van zo’n individuele verstrekking, is hiervoor landelijk een praktische afspraak gemaakt. Gemeenten kunnen 30% van de btw op de kosten voor de opvang compenseren via het Btw-compensatiefonds. Voor het overige deel van de btw kunnen gemeenten het Rijk vragen om een specifieke aanvullende uitkering. Voor transitiekosten geldt overigens voornoemde afspraak over de 30% niet, maar kunnen gemeenten individueel afspraken maken met de Belastingdienst. Wij adviseren om te beoordelen of de landelijke afspraak juist in uw administratie is verwerkt. Zo niet, dan moet de gecompenseerde btw aan het eind van dit jaar worden gecorrigeerd. Let op: de btw-gevolgen bij de opvang van niet-Oekraïense vluchtelingen zijn afwijkend.

6. Werkkostenregeling: Pas uw administratieve inrichting tijdig aan

Zoals ieder jaar wordt de werkkostenregeling ook per 1 januari 2024 op een aantal punten gewijzigd. Dit kan ertoe leiden dat u uw administratie moet aanpassen. De aanpassingen zien op de volgende punten:

Einde verruiming vrije ruimte per 2024
De vrije ruimte wordt berekend op basis van de fiscale loonsom van de werkgever. Hiervoor wordt de fiscale loonsom opgedeeld in twee schijven. Voor het kalenderjaar 2023 was het percentage dat wordt berekend over de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom (de eerste schijf) verruimd naar 3,0%. Over het restant van de loonsom (de tweede schijf), werd een vrije ruimte van 1,18% berekend. Vanaf 2024 vervalt de tijdelijke verhoging en geldt voor de eerste schijf van 1,92%.
Concernregeling
De berekening van de vrije ruimte vindt plaats per inhoudingsplichtige, tenzij inhoudingsplichtigen de zogenoemde concernregeling toepassen. Indien de concernregeling wordt toegepast, wordt de vrije ruimte berekend door de loonsommen van de inhoudingsplichtigen die deel uitmaken van het concern bij elkaar op te tellen. Op basis van de totale fiscale loonsom wordt dan de vrije ruimte berekend. Hierdoor kan het opstappercentage van 1 3% in 2023 (en 1,92% in 2024) voor de berekening van de vrije ruimte slechts één keer worden toegepast. Aldus is het de vraag of toepassing van de concernregeling al dan niet voordelig is. Omdat het einde van het jaar 2023 nadert, lijkt dit een goed moment om een afweging te maken tussen de administratielastenverlichting bij toepassing van de concernregeling en het financiële voordeel dat kan worden behaald door niet de concernregeling tot te passen.

Verhoging maximale vrijstelling reiskosten
Op dit moment mag een werkgever met toepassing van de gerichte vrijstelling voor vervoer- en reiskosten € 0,21 per zakelijke kilometer met eigen vervoer onbelast vergoeden. Dit geldt ook voor het woon-werkverkeer. Het kabinet is voornemens het maximum van deze onbelaste reiskostenvergoeding per 1 januari 2024 te verhogen tot € 0,23 per zakelijke kilometer. 

Verruiming gerichte vrijstelling OV- abonnementen en voordeelurenkaarten
Naar verwachting wordt de regeling voor OV-abonnementen en voordeelurenkaarten (hierna: OV-kaarten) vereenvoudigd. Op dit moment worden door de werkgever ter beschikking gestelde OV-kaarten onder de werkkostenregeling anders behandeld dan wanneer deze (gedeeltelijk) worden vergoed of verstrekt. Voorgesteld wordt om het vergoeden, verstrekkingen en ter beschikking stellingen van OV-kaarten onder één gerichte vrijstelling te brengen. Hierbij is van belang dat de OV-kaart (in welke mate dan ook) ook voor zakelijke reizen (waaronder woon-werkverkeer) wordt gebruikt. Als dat het geval is, hoeft een werkgever geen registratie van privé- en zakelijk gebruik meer bij te houden om in aanmerking te komen voor de gerichte vrijstelling.

Meer weten?
Kunt u advies of hulp gebruiken bij één van de tips ? Als beste fiscale dienstverlener van 2023 kijken we graag met u mee. In een persoonlijk gesprek bespreken we bovendien waar u aan het einde van het jaar nog meer op kunt letten. 
Neem contact op via ons formulier of direct via uw BDO-contactpersoon.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.