'141 miljoen niet besteed aan studenten met beperking'

Slechts een klein gedeelte van de 158 miljoen euro die gemeenten de afgelopen jaren kregen voor studenten met een beperking, is bij hen terechtgekomen: nog geen 17 miljoen euro. Dat becijfert Ieder(in), belangenbehartiger van mensen met een beperking. Omdat de organisatie bang is dat er meer blijft liggen, pleit Ieder(in) er bij de Tweede Kamer voor dat DUO de uitvoering overneemt.

Nog niet verplicht

Ruim 141 miljoen euro is niet terechtgekomen bij de beoogde studenten, schrijft Ieder(in). Redenen zouden zijn omdat het de afgelopen jaren nog niet verplicht was het geld te besteden aan deze studenten en omdat veel studenten niet wisten dat ze er recht op hadden. ‘Het is niet te achterhalen waar gemeenten de 141 miljoen wel aan hebben besteed.’

Bron: Ieder(in), op basis van cijfers van de Inspectie SZW en het CBS

Voor andere zaken

‘Het is niet zozeer ons doel om gemeenten de schuld te geven, maar om te laten zien dat deze regeling daar niet op zijn plek is’, zegt beleidsmedewerker arbeid Joris Barendrecht van Ieder(in). ‘Het geld wordt voor andere zaken gebruikt, bijvoorbeeld binnen de Participatiewet, waar stevig is bezuinigd. Maar het is natuurlijk vrij bizar dat 141 miljoen euro niet aan studenten met een beperking is besteed.’

150 euro

Omdat gemeenten zelf de hoogte van het bedrag mogen bepalen, is het mogelijk dat de ene student met een beperking 300 euro per maand krijgt en de andere niets. Vanaf april wordt dat bedrag gelijkgetrokken: studenten vanaf 18 jaar moeten in ieder geval 150 euro krijgen en vanaf 21 jaar 300 euro. Ieder(in) vindt de wetswijziging een verbetering, maar ziet twee verbeterpunten. Elke volwassen student met beperking zou 300 euro moeten krijgen, omdat dat volgens het CBS het bedrag zou zijn dat volwassen studenten zonder beperking gemiddeld verdienen.

Niet door gemeenten

‘En de uitvoering moet niet gedaan worden door gemeenten, maar door de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO).’ Het kabinet zou van plan zijn om de uitvoering met een centrale maatregel de uitvoering op te leggen aan gemeenten, maar dat is volgens Ieder(in) ‘helemaal niet logisch’. Het risico bestaat dat er weer veel geld blijft liggen dat eigenlijk voor de studenten is bedoeld. Uitvoering door DUO ‘zou de uitvoerbaarheid ten goede komen' en dan is het 'beter te controleren wat er met het geld gebeurt’.

Instroom

Volgens Barendrecht kunnen gemeenten ook onvoldoende de doelgroep bereiken. Hij wijst hiervoor naar de monitor arbeidsparticipatie van het UWV. ‘Je ziet hier dat de instroom in 2014 nog 6.500 was en er waren 12.000 lopende studieregelingen. In 2020, na 6 jaar, zitten we nog niet in de buurt van het niveau van de instroom in 2014.’

Cijfers

Ieder(in) baseert zich voor de berekening van de budgetten en de realisatie op het rapport Evaluatie Individuele Studietoeslag, waarin de uitgaven en het budget van 2015, 2016 en 2017 staan. ‘Vanaf 2018 is het budget structureel 35 miljoen’, vertelt Barendrecht. ‘Dit bedrag komt voort uit het gebruik van de studieregeling in de Wajong.’ De uitgaven in de jaren 2018, 2019 en 2020 haalde Ieder(in) uit tabellen die het Centraal Bureau voor de Statistiek opstelde op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.