Webarchivering: “does it spark joy?”
Does it spark joy? Om mij heen hoor ik iedereen praten over de nieuwe Netflix hit: tidying up with Marie Kondo. Marie Kondo geeft vooruitstrevend opruimadvies. Ze gaat met mensen hun dichtgeslibde huis door om bij alle spullen te vragen: does it spark joy? Zo niet, dan moet het weg. En wat verdwijnen er veel spullen in de prullenbak! Het lijkt voor velen een inspiratiebron, want iedereen lijkt zich bij al zijn spullen af te vragen: word ik er blij van? Of kan het weg?
Does it spark joy? Om mij heen hoor ik iedereen praten over de nieuwe Netflix hit: tidying up with Marie Kondo. Marie Kondo geeft vooruitstrevend opruimadvies. Ze gaat met mensen hun dichtgeslibde huis door om bij alle spullen te vragen: does it spark joy? Zo niet, dan moet het weg. En wat verdwijnen er veel spullen in de prullenbak! Het lijkt voor velen een inspiratiebron, want iedereen lijkt zich bij al zijn spullen af te vragen: word ik er blij van? Of kan het weg?
Voor een archivaris is dit een absurde vraag. Word ik er blij van? Nee, de meeste archieven liggen vol met stukken waar niemand blij van wordt. Dat is namelijk totaal geen relevante reden waarom iets moet worden bewaard. Does it spark historic sensation? Dat zou je je misschien als archivaris kunnen afvragen. Al geldt ook dan nog altijd dat informatie geen historische sensatie teweeg hoeft te brengen om bewaard te moeten worden voor de eeuwigheid. Dat moet namelijk vooral in het belang van bedrijfsvoering, verantwoording en rechtszekerheid. Zo ook als het gaat om websites.
Vandaag de dag is het internet voor bijna iedereen een belangrijke bron van informatie. Het is eigenlijk ondenkbaar dat een overheidsinstelling géén website meer heeft. Mensen leven online, niemand kan zich meer voorstellen hoe we ons zouden kunnen redden zonder onze smartphone, waarop al onze vrienden binnen handbereik zijn, waarop we spullen kunnen bestellen in China, het ontbijt van onze buurvrouw kunnen liken op facebook, onze favoriete series kunnen kijken, en tja, ook onze belastingaangifte kunnen doen.
Hoe kunnen we overheidswebsites archiveren, op zo’n manier dat deze informatie ook in de toekomst nog beschikbaar is? Want een website is zoveel meer dan bijvoorbeeld een brochure. Je kunt informatie linken, filmpjes en formulieren inbouwen, dagelijks informatie aanpassen en ga zo maar door. Door al die mogelijkheden zijn websites een primaire bron geworden voor de communicatie van de overheid met haar burgers.
Dat brengt ook een verantwoordelijkheid en verplichting met zich mee. Want stel je voor dat je subsidie aanvraag afgewezen wordt doordat de aanvraaginstructie op de website korte tijd foutief stond gepubliceerd. Hoe toon je dan aan dat de informatie vorige maand anders was dan vandaag? Ook de Erfgoedinspectie wees in 2016 op het belang van webarchivering bij de overheid. En signaleerde grote behoefte aan kennis en handvatten om overheidswebsites te archiveren, op zo’n manier dat deze informatie ook in de toekomst nog beschikbaar is. En daarom hebben we kort geleden richtlijnen gepubliceerd over de archivering van websites, zie https://www.nationaalarchief.nl/archiveren/nieuws/websites-archiveren-dat-doe-je-zo
Bij de ontwikkeling van de richtlijn hadden we ook een soort Marie Kondo achtig motto: kennis ontwikkelen doe je samen! We hebben bij het opstellen van de richtlijn intensief samengewerkt met informatie- en archiefprofessionals uit verschillende overheids- en archiefinstellingen. Vervolgens hebben we de concept versie uitgezet voor een grote review, met meer dan 600 commentaren als resultaat. Dat was even slikken in de verwerking, maar leidde wel tot een breed gedragen product. Inmiddels is in ieder geval binnen de rijksoverheid de implementatie ook daadwerkelijk in gang gezet. want een richtlijn maken is één ding maar ‘m ook in de praktijk brengen is een ander verhaal.
En als Marie me dan vraagt: word je er blij van? Dan beantwoord ik dat met een volmondig ja. De richtlijn en de websites mogen blijven!
Ik ben het niet met u eens. Vanuit het Nationaal Archief zie ik op dit moment meerdere documenten verschijnen waar ik zorgen over heb. Websites? Niet meer selecteren, maar in zijn geheel archiveren. E-mail? Niet meer selecteren, maar wanneer je boven een bepaalde rang bent in de hiërarchie, bewaren we je hele mailbox; van alle andere medewerkers worden de mailboxen tien jaar bewaard. Videotulen? Zelfs wanneer je nog papieren besluitenlijsten maakt, moet je ze bewaren.
Ik vind dit de gemakkelijke weg. Dit betekent dat macro-economisch gezien in Nederland niet alleen veel te veel gegevens eeuwig moeten worden bewaard, maar vooral dat het terugvinden van informatie steeds moeilijker zal worden. Want ga maar eens in al die geharveste websites nog een bepaald document of een groep documenten in context terugvinden. Wat kost dat allemaal niet aan beheer, onderhoud, opslagruimte, conversieslagen en ga maar door.
Ik word hier dus niet blij van. Dat je zorgt voor een goede bewijsvoering: akkoord, daar gaat het immers om. Terecht haalt u aan dat het alles draait om het belang van bedrijfsvoering, verantwoording en rechtszekerheid. Is dat belang verdwenen: zorg dan dat informatie wordt vernietigd. Zoals je ook informatie verwijdert in het kader van de AVG wanneer de doelbinding is verdwenen.
Met andere woorden: een goed toegankelijk archief kun je beter ontdoen van gegevens die er niet toe doen. Want waarom zou je wat je niet meer nodig hebt bewaren. Dan is er wanneer de gegevensberg onbeheersbaar wordt maar één remedie: informatiearcheologen aanstellen die op zoek gaan naar de nuggets in de goudmijn.
Nee, zoals u ziet, uw artikel doesn't spark joy bij mij....