'Politiek moet zich meer met e-overheid bemoeien'

Het openbaar bestuur en de ontwikkelaars van de e-overheid moeten nader tot elkaar komen, vindt Jacques Wallage. De nadruk ligt nu te veel op de risico's.

Bedreiging

Wallage, die sprak op een congres dat het tienjarig bestaan van ICTU vierde, vindt het tijd voor een Nationale Conferentie over ICT en overheid om de kloof tussen ICT en bestuur te dichten. De politiek kijkt vooral naar de negatieve incidenten, waarvan er de laatste relatief veel zijn. "In plaats van een belofte lijkt het net of ICT een bedreiging is."

Rapport
In 2007 schreef Wallage met Jan Postma het rapport 'Het uur van de waarheid', dat de opmaat vormde tot het Nationaal Uitvoeringsprogramma e-overheid en dienstverlening (NUP). Dat moest orde scheppen in de wirwar van e-overheidsinitiatieven.

Urgentie

Dat het NUP niet 'Urgentieprogramma' ging heten, zoals Wallage wilde, was een teken aan de wand, stelt hij. De terugtredende overheid ziet eigenlijk geen kans goed om om te gaan met de technologisch gedreven dynamiek. "Het vraagt een selectieve en geëngageerde bemoeienis en precies die combinatie blijkt maar beperkt voorradig. En dan noem je het NUP geen urgentieprogramma, want dan moet je definiëren, niet vanuit de techniek, maar vanuit je bredere verantwoordelijkheid wat je urgent vindt."

Problematiseren

Het overbruggen van de groeiende kloof tussen ICT en bestuur wordt steeds nijpender, vindt Wallage. Er is veel bereikt, maar tegelijkertijd staan we nog maar aan het begin. “We verlaten het terrein van uitsluitend technologiegedreven innovatie en moeten onze weg vinden om de burger, de gebruiker en de kwaliteit en betrouwbaarheid van de uitvoering centraler te stellen. De deskundigen zullen ook deskundig moeten worden in het problematiseren van de technisch mogelijke keuzes, ze zullen de politieke bestuurders moeten helpen hun verantwoordelijkheid meer te nemen."