‘Smart city Den Haag begint niet met technologie’
Den Haag wil een ‘smart city’ worden, maar is ervan doordrongen dat uitgaan van alleen ‘een sexy technologieproject’ niet de juiste weg is.
Den Haag wil een ‘smart city’ worden, maar is ervan doordrongen dat uitgaan van alleen ‘een sexy technologieproject’ niet de juiste weg is. Dit jaar moeten een paar echte problemen aangepakt worden, vooral door het slim combineren van gegevens.
Gegevens combineren
De Gemeente Den Haag gaf enkele weken geleden het startsein voor Smart City Den Haag, samen met Siemens, KPN, Stedin, TNO, TU Delft, Centre for Innovation Universiteit van Leiden en Haagse Hogeschool. De op te zetten Smart City-projecten moeten bestaande infrastructuur, mensen en middelen slimmer helpen inzetten. Ingrid van Engelshoven, wethouder Kenniseconomie, Internationaal, Jeugd en Onderwijs in Den Haag, benadrukt dat zij er inmiddels van is overtuigd dat het initiatief verder moet gaan dan kijken wat er met technologie mogelijk is. 'Dit moet echt burgergeoriënteerd zijn. De combinatie van kennis van de overheid, de private sector en de gemeenschap, moet daadwerkelijk oplossingen opleveren die mensen nodig hebben. We willen dit jaar een paar gebieden uitkiezen waarbij we echt langs die lijnen werken.' Een smart city verdient die benaming alleen als er echt problemen worden opgelost, vindt ze.
Uber
Een voorbeeld is de zorg voor ouderen. 'We willen dat mensen langer in huis blijven worden en hun lot in eigen hand houden. Slimme oplossingen op basis van gegevens van overheid, bedrijfsleven en welzijnsinstellingen kunnen daarbij helpen.' Van Engelshoven heeft net een uur gesproken met Vivek Kundra, voormalig CIO (hoofd informatievoorziening) van de regering Obama (en daarvoor van de gemeente Washington) en nu werkzaam voor online-softwarebedrijf Salesforce.com. Die komt met een ander voorbeeld. 'Een bedrijf als Uber beschikt over meer gegevens over het verkeer dan de steden zelf hebben en weet van alles over optimale routes en verkeersgeleiding. Dat soort modellen beïnvloedt het bestuur van steden. De vraag is dus: hoe komt de overheid sneller naar de burgers toe om ze te helpen, in plaats van ze te laten wachten aan de telefoon of ze een formulier te laten invullen.' Volgens Kundra moet dit soort initiatieven beginnen met de vraag welk probleem je precies wilt oplossen en vooral hoe dat probleem er op langere termijn uit zal zien. Vervolgens moeten daar de juiste gegevens bij worden gevonden, want ‘smart’ draait om data.
Klein beginnen
Eerdere pilots in Den Haag op dit gebied bleken moeilijk schaalbaar. Dit jaar moeten zes pilotprojecten van de grond komen die ook meteen verder kunnen groeien. ‘Smart lighting’ is er een van - niet alleen om energiebesparing te realiseren, maar ook in relatie tot verkeersgeleiding en luchtvervuiling. ‘Langer gezond thuis’ is een andere. In dat laatste geval zou bijvoorbeeld de gecombineerde informatie van woningbouwverenigingen, verzekeraars, welzijnsinstellingen en de overheid tot nieuwe en actuele inzichten kunnen leiden. Van Engelshoven: 'Je moet klein beginnen, op buurtniveau, en het heel goed en in directe verbinding met de mensen doen. Data-analyse gebruiken om dienstverlening te verbeteren en dat meteen combineren met communicatie. Je moet zorgen voor goede voorbeelden.'
Netwerk
Kundra kijkt als technologie-visionair nog wat verder. 'Traditioneel schrijf je bijvoorbeeld een astmapatiënt een inhaler voor. In de toekomst is die inhaler verbonden via een netwerk. Er is bij te houden hoe vaak hij wordt gebruikt en waar. Dus een overheid die partnert met een ziekenhuis kan zien waar de meeste aanvallen plaatsvinden en kijken of dat misschien komt door slechte luchtkwaliteit of iets anders. Zo kan overheidsdienstverlening intelligent worden.'
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.