RFID-industrie wijst nieuw privacybeleid af

Europeanen hebben vooral zorgen over de onduidelijkheid over welke gegevens worden verzameld, en over een gebrek aan invloed op de verzamelwoede van overheid en bedrijven. De studie is uitgevoerd door het department Informatiesamenleving van Eurocommissaris Viviane Reding, die vorige week een eerste indruk gaf.

Ook het College Bescherming Persoonsgegevens publiceerde half oktober een rapport, bedoeld om de privacydiscussie over RFID-gebruik aan te zwengelen. Het CPB en Reding vinden dat burgers de mogelijkheid moeten hebben RFID-loos door het leven te gaan. De aanwezigheid van labels moet altijd expliciet gemaakt worden, evenals een mogelijkheid die chips te deactiveren.

Uit de Europese studie blijkt verder dat slechts 15 procent van de Europese bevolking verwacht dat zelfregulatie voldoende werkt. Zo’n 55 procent vindt dat de regelgeving moet worden aangescherpt.

Bart Schermer van ECP.NL, dat nauw samenwerkt met het RFID-platform Nederland, concludeerde vorig jaar nog dat onze huidige wet Bescherming Persoonsgegevens toereikend is. “Wij zien geen aanleiding tot herijking van die studie”, stelt Schermer. “Wij richten ons op voorlichting.” Ook wijst hij erop dat algemene regels weinig zin hebben omdat de toepassingsgebieden zo uiteenlopen. “RFID zit straks in de OV-chipkaart, het biometrisch paspoort, op de creditcard en het pak suiker. Je kunt niet overal een ‘kill’-functie toepassen of waarschuwingsbordjes ‘Hier kunnen gegevens worden uitgelezen’ ophangen.” Hij ziet liever dat branches goede, toegepaste gedragscodes ontwikkelen.

Dirk van Roode, woordvoerder van ICT~Office, meent dat nieuwe technologie zoals RFID niet à priori in regels moet worden verstikt.

Reding zei in haar toespraak dat zij, indien nodig, het juridisch raamwerk wel wil aanpassen.