Met sociale media bereiken lokale politici niet veel kiezers

Sociale media zijn voor (kandidaat)raadsleden belangrijke middelen om hun ideeën voor het voetlicht te brengen. Maar voor kiezers spelen Facebook en Twitter maar een kleine rol in het keuzeproces, constateert TNS NIPO. Traditionele media blijven de belangrijkste.

Maar 8 procent
Terwijl 35 procent van de raadsleden denkt dat potentiële kiezers hun indrukken over hun partij bij sociale media vandaan halen, blijkt dat voor slechts 8 procent van de kiezers daadwerkelijk het geval. Twitter is het meest politieke sociale medium, maar bereikt zelfs maar 4 procent van de kiezers, blijkt uit het TNS NIPO-onderzoek onder 721 raadsleden en 1338 kiezers.

Traditioneel
De huis-aan-huisbladen staan voor zowel de raadsleden als de kiezers bovenaan, als hen wordt gevraagd naar het belang ervan voor de politieke keuze. Maar veel andere kanalen worden door de lokale politici wat dat betreft overschat. Gesprekken op straat lijken voor 28 procent van de raadsleden zinvol, maar slechts 5 procent van de kiezers beaamt dat. Die houden het eerder bij lokale of regionale bladen (25 procent), nationale tv of radio (24 procent) en informatie van de gemeente, zoals een verkiezingskrant of een website (20 procent).

Na de verkiezingen
Ruim driekwart van de kiezers gebruikt sociale media - maar doorgaans niet voor politieke informatie; dat doet slechts 13 procent van hen. Facebook, in gebruik bij 66 procent van de kiezers, is voor 11 procent een politieke informatiebron. Twitter, gebruikt door 19 procent, is voor 4 procent een middel voor politieke info, relatief veel dus. Politici hebben overigens maar een beperkte tijd om hun publicitaire slag te slaan; slechts 43 procent van de kiezers volgt politieke partijen ook buiten de verkiezingen.