Zuid-Holland maakt zichzelf transparant
De provincie Zuid-Holland heeft zich voorgenomen alle besluiten van Gedeputeerde Staten en onderliggende stukken te publiceren op de site van de provincie en nog beter inzicht te bieden in haar begroting en uitgaven. Al tijdens de vorige bestuursperiode besloot het provinciebestuur alle bonnetjes en declaraties openbaar te maken.
Zuid-Holland gaat provinciale besluiten met onderliggende stukken openbaar maken. Hetzelfde geldt voor data over alle beleidsterreinen. Volgens bestuurskundige Paul Frissen begeeft de provincie zich op glad ijs. ‘De plannen voor het delen van open data zijn naïef of gevaarlijk.’
Provinciale data beschikbaar voor derden
Voor de Zuid-Hollandse gedeputeerde Rogier van der Sande (VVD) is transparantie en openheid een persoonlijke missie. ‘De democratie heeft er recht op’, zegt hij. Als wethouder financiën van Leiden moest hij begin deze eeuw 10 tot 15 miljoen euro bezuinigen. Hij vroeg iedereen in de organisatie hiervoor ideeën aan te leveren en bundelde alle bijdragen in een dikke map die voor iedereen was in te zien, ook voor de oppositie en de pers. ‘Dat was in die tijd zeer ongebruikelijk. Maar ik vond en vind dat je als bestuurder beter kunt laten zien welke afwegingen ten grondslag liggen aan een bepaald besluit.’
Om dezelfde reden heeft Zuid-Holland zich voorgenomen alle besluiten van Gedeputeerde Staten en onderliggende stukken te publiceren op de site van de provincie en nog beter inzicht te bieden in haar begroting en uitgaven. Al tijdens de vorige bestuursperiode besloot het provinciebestuur alle bonnetjes en declaraties openbaar te maken. ‘Dat bespaart me veel persvragen en Wob-verzoeken’, aldus Van der Sande.
Met Flevoland heeft Zuid-Holland de site waarstaatjeprovincie.nl in het leven geroepen, waarop iedereen kan zien hoe alle provincies scoren op tal van beleidsterreinen. ‘Dat houdt ons scherp’, zegt Van der Sande. ‘Het dwingt ons verklaringen te zoeken voor de verschillen, daarvan te leren en oplossingen te zoeken. Een benchmark is altijd het begin van een gesprek.’ Houdt hij nooit bepaalde informatie achter die hem slecht uitkomt bij de uitvoering van zijn beleid? Van der Sande: ‘Nee. Wat mij daarbij helpt, is de afweging dat je iets in Nederland niet lang geheim houdt. Dan kun je beter slikken en toch openbaar maken.’
Fetisjist
Er zijn wel beperkingen aan transparantie. ‘Ik ben geen “alles moet open-fetisjist”, zegt Van der Sande. Marktgevoelige informatie blijft binnenskamers, evenals informatie over beveiliging van gebouwen en bestuurders. Prille ambtelijke notities blijven binnen de sfeer van beleidsintimiteit. ‘Je moet wilde, halfbakken ideeën kunnen spuien zonder daarop direct te worden afgerekend. Openbare stukken moeten de kwaliteitstoets kunnen doorstaan.’
Ten slotte moet de privacybescherming van burgers zijn gewaarborgd. Dus ook bij de toepassing van open data, een andere pijler van Zuid-Hollands ‘Programmaplan transparante en open provincie’.
De provincie wil haar open data toegankelijk maken voor iedereen binnen en buiten de organisatie, onder andere door de ontwikkeling van speciale apps. ‘De komende jaren zullen we provinciale gegevens stap voor stap ontsluiten’, zo kondigde het provinciebestuur onlangs aan in een brief aan Provinciale Staten. Per maand komen zo’n vijftien datasets beschikbaar, vertelt Van der Sande. Hij verwacht dat zit zal oplopen tot dertienhonderd datasets. Veel geo-informatie voor vakspecialisten, maar ook verkeerstellingen en standaardgegevens over bijvoorbeeld wandelpaden en cultureel erfgoed. ‘We hebben deze gegevens, dus maken we ze openbaar.’
De provincie ziet zichzelf als netwerkorganisatie die bedrijven en instellingen faciliteert en bovendien met hen samenwerkt bij het realiseren van gezamenlijke doelstellingen. ‘Van kennis is macht naar kennis delen is kracht’, vat de provincie haar bedoelingen samen in genoemde brief. Voor haar plannen trekt ze eenmalig 5 miljoen euro uit. Er komen workshops voor alle medewerkers om open data te leren toepassen. Verder investeert Zuid-Holland fors in verbetering van de ict-infrastructuur, onder andere voor informatiebeveiliging. ‘Ons systeem moet kunnen waarborgen dat er geen datalekken ontstaan’, zegt Van der Sande.
Naïef
Paul Frissen, hoogleraar bestuurskunde aan Tilburg University en decaan van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur, twijfelt niet aan de goede bedoelingen van de provincie, maar heeft er allerminst vertrouwen in dat de privacybescherming bij haar in goede handen is.
‘De plannen voor het delen van open data zijn naïef of gevaarlijk. Naïef, als je denkt dat de provincie zomaar een organisatie is die gezellig wat informatie heeft waar burgers ook naar moeten kunnen kijken. Gevaarlijk, als je onder het mom van transparantie veel verhult. Niet de overheid wordt transparanter van open data, maar de burger over wie de overheid allerlei gegevens verzamelt.’
Gegevens over verkeersmanagementsystemen bevatten informatie over het rijgedrag van burgers, die kan worden gekoppeld aan andere bestanden. Frissen: ‘Gretige dataproducenten ontwikkelen producten waarbij ze gebruikmaken van informatie die de overheid verzamelt. Zo komt de ANWB met een apparaatje dat het rijgedrag van verzekerden kan registreren. Volgende stap is misschien dat automatisch de boetes worden afgeschreven als iemand te hard rijdt.’
Frissen ziet in de zorg soortgelijke ontwikkelingen. ‘Ik voorzie dat verzekerden met gezond gedrag premiekorting krijgen als ze een Apple-watch dragen die hun stappen telt en hun hartslag registreert. Ook als gegevens worden geanonimiseerd, kun je met geavanceerde statistische methodes potentieel risicogedrag van bepaalde burgers in beeld brengen. Laatst werd bijvoorbeeld bekend dat we aan het watergebruik kunnen afmeten wat het medicijnen- en drugsgebruik is op het niveau van individuele huishoudens. De overheid weet te veel van de burgers en kan daar zelf ook misbruik van maken.’
Griezelig
Frissen is naar eigen zeggen ‘niet zo bang’ voor de bedoelingen van Van der Sande. ‘Maar houd er rekening mee dat in Nederland en andere westerse landen andere politieke meerderheden ontstaan met andere bedoelingen. Dan wordt het toch een slagje griezeliger. Ik hoef alleen maar naar de geschiedenis te wijzen. Onze databestanden waren altijd vrij goed op orde.’
Hij zoekt de remedie liever in een kleinere overheid met minder ambities: ‘Dat zou een liberaal als Van der Sande toch moeten aanspreken.’ Frissen prefereert de ouderwetse provincie als middenbestuur met weinig materiële beleidsterreinen, die procedureel toezicht houdt op het functioneren van gemeenten en enkele ordenende taken heeft. ‘De provincies zijn op zoek naar nieuw werk en de verzorgingsstaat opnieuw aan het uitvinden’, zegt hij.
Maar het gaat hem niet alleen om de provincies. ‘Wat te denken van de lokale wijkteams met hun keukentafelgesprekken. Ik voel me beter beschermd door de geheime dienst dan door de gemiddelde gemeenteambtenaar die bij mij een keukentafelgesprek komt voeren.’
De overheid heeft er volgens Frissen te veel taken bij gekregen en dat leidt volgens hem tot een zwakke privacybescherming. ‘In combinatie met de snelle technologische ontwikkelingen en de enorme informatiehonger van bedrijven, verzekeraars en publieke partijen vind ik dat geen vrolijk vooruitzicht. Het is een misverstand de overheid te beschouwen als onderdeel van een netwerk. Ze is geen gelijkwaardige partij.’
De nare kant van de overheid raakt voor Frissen uit beeld. ‘Ze kan macht uitoefenen en onaangename beslissingen opleggen. Ik prijs me gelukkig in een land te leven waar de overheid dat als enige legaal mag doen. Maar juist daarom vind ik dat ze verder terughoudend en bescheiden moet zijn. De staat kan geen maatwerk bieden. Kies je toch voor een grote collectieve sector, dan gaat dat onvermijdelijk gepaard met veel bureaucratie, controle, toezicht en dus privacyschending.’
Aan de totalitaire kanten van transparantie wijdt Paul Frissen een cultuurkritische beschouwing in zijn recente boek ‘Het geheim van de laatste staat’, Boom Uitgevers. Prijs: € 22,50
Wet open overheid stuit op praktische bezwaren
Loopt de provincie Zuid-Holland vooruit op de Wet open overheid (Woo), die door de Tweede Kamer is aangenomen en na de zomer door de Eerste Kamer wordt behandeld? Immers, ook die initiatiefwet van D66 en GroenLinks beoogt meer actieve openbaarmaking van overheidsinformatie.
‘Net als de indieners van het wetsvoorstel ben ik voor meer openheid en transparantie, dat moge duidelijk zijn’, zegt Rogier van der Sande. ‘Maar ik heb toch een aantal inhoudelijke e n praktische bezwaren.’
De Wet open overheid perkt de beleidsintimiteit te veel in, meent de gedeputeerde van Zuid-Holland. Ook voorlopige beleidsnotities zouden aan de openbaarheid prijsgegeven moeten worden. Dat is hem een brug te ver.
Nog zwaarder weegt het gevaar van bureaucratie. ‘Transparantie is geen doel op zich, maar een middel voor democratische controle en verantwoording. Er moet een evenwicht zijn tussen het primaire proces om provinciale doelen te bereiken en de procedurele verplichtingen voor transparantie en financieel-juridische verantwoording.’ Dat evenwicht is volgens hem zoek. ‘De administratieve verplichtingen leggen een te groot beslag op de tijd van onze ambtenaren. Ik wil niet dat mijn bevlogen medewerkers de helft van hun tijd bezig zijn met administratief corvee. Daar wordt hun werk niet beter van.’
Zo moet elke overheidsorganisatie een register van documenten bijhouden, waarbij per document moet worden aangegeven of het al dan niet openbaar is. ‘Niet de meest handige methode. Ik vind het wel belangrijk dat we de zoekfunctie op onze eigen site verbeteren.’
Impactanalyse
Van der Sande hoopt dat de Eerste Kamer eerst een impactanalyse uitvoert op het wetsvoorstel voordat ze tot behandeling overgaat. Diverse belangenorganisaties, waaronder het IPO, hebben hierop aangedrongen. Van bestuurskundige Paul Frissen hoeft er geen nieuwe wet te komen. Hij vindt de huidige Wet openbaarheid van bestuur (Wob) al heel behoorlijk, zeker in vergelijking met wetgeving in andere westerse landen.
Bovendien valt het aantal Wob-verzoeken volgens hem reuze mee, dus hoeft dat geen reden te zijn een nieuwe wet te maken. Frissen is wel voor actieve openbaarmaking van overheidsinformatie, net als Van der Sande. Maar stelt daarbij zekere grenzen. Zo vindt hij dat de openbaarheid functioneel moet zijn voor het democratisch proces. Hij vindt het te ver gaan om die eis te stellen aan bijvoorbeeld alle zelfstandige bestuursorganen (zbo’s); dat zou je per geval moeten beoordelen.
Verder hamert Van der Sande op de privacybescherming. De overheid weet veel over haar burgers en mag die informatie niet zonder hun toestemming prijsgeven. ‘Dat geldt ook voor statistische informatie en risicoanalyses die tot individuen zijn te herleiden.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.