‘De slimme stad is niet onvermijdelijk’
Onderzoeker Vivien Butot onderzocht denkbeelden over veiligheidstechnologie in de stad.
Hoe staan inwoners tegenover de slimme stad? Daar kom je niet achter door mensen zomaar op straat aan te spreken, ondervond onderzoeker Vivien Butot van de Erasmus School of Social and Behavioral Sciences. ‘Je moet het onderwerp concreet maken, maar ook weer niet te concreet. Ik wil weten hoe ze zich voelen over een leefomgeving waarin steeds meer technologie wordt ingezet voor veiligheid, niet wat ze vinden van een specifiek type beveiligingscamera.’
Toekomstscenario's en stadswandelingen
Voor zijn promotieonderzoek gebruikte Butot verschillende onderzoeksmethoden. Hij legde mensen toekomstscenario’s voor, zoals een automatisch alcoholslot in de auto dat voorkomt dat bestuurders dronken gaan rijden, en vroeg ze om daarop te reflecteren. Ook maakte hij korte stadswandelingen, waarbij hij mensen instrueerde om foto’s te maken van zaken die zij met de slimme stad associëren.
Verzet tegen 5G
De komst van corona bemoeilijkte het veldwerk, maar leverde tegelijkertijd een boeiende casus op: de spontane organisatie van groeperingen tegen 5G. Butot ging over tot het online volgen van discussies over 5G, om ze vervolgens te vergelijken met de manier waarop 5G bekend werd gemaakt bij het grote publiek door de overheid, de telecomindustrie en de media.
Daarbij tekende zich een patroon af dat hij nadien vaker zag terugkomen in discussies over nieuwe technologieën. ‘Is 5G een verantwoorde innovatie? Worden mensen ziek van de straling? Vervolgens de vraag of het noodzakelijk is. De overheid en telecombedrijven zeggen dat het nodig is om te zorgen dat iedereen altijd en overal bereikbaar blijft, met de impliciete aanname dat mensen dat willen. Tegenstanders zeggen dan dat het ze wordt opgelegd. En de derde betekenis die mensen eraan geven is heel utopisch of juist dystopisch. Op de website van het ministerie van Economische Zaken stonden bijvoorbeeld mooie beelden van een toekomst waarin mensen VR-brillen dragen, terwijl tegenstanders dystopische denkbeelden opvoerden over massasurveillance.’
Defaitistische houding
Waar de sceptici zich actief verzetten tegen technologie waarvan ze naar hun idee afhankelijk worden gemaakt, is voor een groot deel van de respondenten de slimme stad eerder iets wat ze overkomt. ‘Veel mensen redeneren dat de technologie die we nu gebruiken 15 jaar geleden ondenkbaar was, en dat het daarom onvermijdelijk is dat ze in de toekomst technologie zullen gebruiken die ze nu niet zien zitten. Die houding is defaitistisch, alsof het er toch niet toe doet wat ze ervan vinden.’
Veel mensen redeneren dat de technologie die we nu gebruiken 15 jaar geleden ondenkbaar was, en dat het daarom onvermijdelijk is dat ze in de toekomst technologie zullen gebruiken die ze nu niet zien zitten.
BB U zegt dat we iets kunnen leren van de actiegroepen tegen 5G. Wat precies?
Het verzet tegen 5G was een vorm van participatie. Soms worden burgers uitgenodigd om mee te denken over oplossingen in de slimme stad wanneer een project of een toepassing al is bedacht. Binnen dat soort consultatie is weinig ruimte om de waarde van de technologie an sich ter discussie te stellen. Als je participatie in de slimme stad serieus neemt, geef je ook rekenschap van het bestaan van stemmen die de waarde ervan niet zien.
Actiegroepen versus de gemeente
Waar het negeren van zulke stemmen toe leidt, ontdekten verschillende gemeenten, waaronder Utrechtse Heuvelrug en Apeldoorn. Goed georganiseerde actiegroepen verzetten zich daar tegen slimme lantaarnpalen en geheimzinnige witte kastjes waarin de gemeenten al hadden geïnvesteerd. De actiegroepen kregen regelmatig hun zin.
BB Hoe zouden bestuurders het beter kunnen aanpakken?
Het maakt veel uit op welk moment en op welke plek de slimme stad wordt besproken. Technologie komt nu meestal op het bord van wethouders en de ambtenarij. Gemeenteraadsleden voelen zich vaak niet bij machte om er iets over te zeggen, onder andere vanwege een vermeend gebrek aan kennis over technologie.
Praten over problemen
Butot en zijn collega’s stellen daartegenover dat het gesprek moet gaan over de problemen waarvoor de technologie een oplossing zou zijn. Zo worden ‘leken’, waaronder raadsleden, deel van het gesprek. ‘Neem de verkenningen die gaande zijn om de functies van scanauto’s uit te breiden, bijvoorbeeld om bijgeplaatst afval te detecteren. Het gesprek kan daar gaan over de vraag waarom mensen vuilnis naast de container zetten. Welke andere oplossingen zijn er voor dit probleem?’
'Pak oorzaken onveiligheid aan'
Wat hem opviel tijdens de wandelingen met inwoners, is dat mensen zelden in termen van privacy denken over de slimme stad. ‘Veel mensen zien die technologieën niet als borging van veiligheid, maar eerder iets wat voor opsporingsdoeleinden kan worden gebruikt. Bovendien vinden ze dat veiligheid beter kan worden verbeterd door het aanpakken van de oorzaken van onveiligheid, bijvoorbeeld armoede of een zich terugtrekkende overheid.’
Solutionisme
Ook noemt hij het opvallend dat gemeenten vaak redeneren vanuit solutionisme, het idee dat technologie een oplossing is voor een probleem dat er nog even bij moet worden gezocht. ‘Dat was al een bestaand concept aan het begin van mijn onderzoek, maar het verraste me dat het nog steeds zo'n grote rol speelt in het denken over de slimme stad. “We moeten iets met big data, of nu: we moeten iets met kunstmatige intelligentie”.’
BB Anders missen we de boot?
Anders missen we kansen om problemen efficiënter op te lossen. Zonder dat er echt een maatschappelijke kostenbatenanalyse wordt gemaakt. Kijk liever eerst goed wat het probleem is, voordat je er technologie bij betrekt.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.