Huisarts betaalt - door Antoine Fonville en Theo Eikenhorst
In het aprilnummer van Digitaal Bestuur verhaalt koploperregio Twente over de pilot voor het Waarneem Dossier Huisartsen (WHD). ‘Wie gaat dat betalen?’ Twente voorspelt dat de landelijke uitrol van het Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) zonder ingrijpen een drama wordt. De landelijke richtlijnen sluiten namelijk niet aan op de praktijk en aanpassing kost een manjaar werk per praktijk. Antoine Fonville en Theo Eikenhorst van UZR Friesland hebben heel andere ervaringen. De meeste Friese huisartsen registreren wel volgens die richtlijnen. En aanpassen kost hooguit 6000 euro. Wie gaat dat betalen? De huisarts natuurlijk!
In het blad Digitaal bestuur van april 2007 kwamen wij het artikel Wie gaat dat betalen? tegen. Gezien onze werkzaamheden (zie www.uzrfriesland.nl ) voor ons een erg interessant artikel.
We kunnen ons min of meer vinden in de opmerkingen en de kritiek aan het begin en het eind van het artikel. Echter in de tekst lazen wij met stijgende verbazing wat Jacqueline Noltes, directeur van de Huisartsendienst Twente-Oost (HDT-Oost), vertelt over wat de huisartsen in Twente wel/niet registreren in hun HIS en kosten/tijdsduur voor het op orde hebben hiervan. En passant zegt zij er bij dat dit voor het hele land geldt: “dat wordt dat een drama..”
We willen in het hierna volgende dan ook ingaan op de door Jacqueline Noltes geuite veronderstellingen, waar wij toch een wat andere opvatting over c.q. oplossing voor hebben.
(citaat) Waar zij met ‘haar’ huisartsen tegenaan loopt is de ‘Professionele Samenvatting’, een set van landelijke richtlijnen over welke patientengegevens gecommuniceerd mogen worden. “Veel huisartsen registreren in hun eigen systeem op een manier die helemaal niet aan die richtlijnen voldoet.” (einde citaat)
Wij hebben in Friesland een heel andere ervaring. Binnen ons project blijkt dat meer dan 80 procent van de huisartsen die wij hebben gevisiteerd in Friesland (bijna 300 van de 340) registreren volgens de NHG CHP (Professionele Samenvatting) richtlijn en ook steeds meer volgens de NHG ADEMD richtlijn.
(citaat) Ze zetten informatie vaak in een mapje ‘historie’. Maar zo’n mapje komt in de hele Professionele Samenvatting niet voor. Die veronderstelt dat huisartsen ‘episode-gericht’ registreren (een voorbeeld van een episode is bijvoorbeeld ‘hoge bloeddruk’ met daaronder de meetwaarde, red.), maar in de praktijk is dat juist niet het geval. (einde citaat)
Wij hebben vanaf het begin van ons project in 2003 en nadat de ADEMD richtlijn in maart 2004 uitkwam nog eens extra flink rondgebazuind onder huisartsen die Promedico VDF (35 procent in Friesland) dat de Historie zou vervallen en om gezet moest worden naar Probleem- lijsten, tenminste voor Promedico VDF gebruikers, want die kent nog geen Episodes (Promedico ASP echter wel!).
Historie is/was overigens enkel van toepassing voor HIS pakket Promedico. In Arcos, MicroHis, Medicom en OmniHis is het niet eens als apart onderdeel aanwezig!. Alle voornoemde Hissen (Promedico VDF echter alleen probleemlijsten) hebben een keuzemogelijkheid voor Probleemlijsten en/of Episodes (eigenlijk twee woorden voor één wijze van registreren, waarbij de NHG in het kader van de uniformering c.q. eenduidigheid heeft gekozen heeft voor Episodes).
Overigens in de Professionele Samenvatting op de doktersposten – zo hebben wij begrepen- zijn zowel de Probleemlijsten als de Episodes te zien ongeacht het HIS men gebruikt. Hoe betrekkelijk het verschil tussen Probleemlijsten en Episodes is heeft OmniHis wel laten zien, daar kun je met een programma alle Probleemlijsten in een keer omzetten naar Episodes, wellicht zullen de anderen daarin (hopelijk) volgen.
(citaat) Als de Professionele Samenvatting in deze vorm landelijk moet worden uitgerold, dan wordt dat een drama op grote schaal. We hebben hier op de HAP eens berekend dat het per huisarts een manjaar aan werk zou kosten om al zijn patiëntendossiers op orde te maken. Wie gaat dat betalen? (einde citaat)
Volgens ons is er dus geen sprake van een algemeen landelijk drama, hoewel wij natuurlijk alleen voor onze regio kunnen spreken. Als huisartsen hun registratie in hun HIS namelijk niet op orde hebben c.q. de richtlijnen niet willen volgen, zullen zij daar natuurlijk zelf de gevolgen voor moeten dragen. Wij waren dan ook hogelijk verbaasd dat u hier roept: ‘Wie gaat dat betalen?’
Goede registratie (conform richtlijnen NHG) in het HIS maakt deel uit van een deugdelijke praktijkvoering en kan bekostigd worden uit de middelen die daarvoor beschikbaar zijn gesteld. Huisartsen dienen er dus zelf voor te zorgen dat hun HIS op orde is. Als dat niet zo is en ze daardoor nu in de problemen komen, zullen zij dat natuurlijk zelf moeten betalen voor het achteraf op orde brengen van hun HIS.
Juist huisartsen dienen hun registratie op orde te hebben, er zijn immers mensenlevens mee gemoeid. Als het HIS niet goed is bijgehouden, kan er b.v. geen medicatiebewaking uitgevoerd worden of bewaakt worden op allergieën, contra-indicaties etc. etc. Het goed bijhouden van een HIS is voor een huisarts een essentieel onderdeel van zijn beroepsuitoefening. Niet goed bijhouden is een verwijtbaar gedrag.
De Medische tuchtraad heeft in het verleden meer dan eens korte metten gemaakt met huisartsen die hun HIS niet op orde hadden. Er is professioneel gezien geen enkele reden voor een huisarts om zijn HIS niet goed op orde te hebben.
Resumerend:
1. De huisarts is zelf verantwoordelijk.
Als huisartsen hun HIS niet op orde hebben, zijn zij daar zelf verantwoordelijk voor. Als daar hulp van derden bij nodig is, dan dienen ze daar ook zelf de lasten van te dragen. Bij een aantal huisartsen hier in Friesland hebben we succesvol bemiddeld tussen huisartsen en studenten geneeskunde die een HIS op orde konden brengen.
De kosten daarvan bedroegen veelal niet meer dan 10 euro per uur en de totaalkosten zijn uiteraard afhankelijk van de mate van achterstallig onderhoud. De huisartsen hebben die kosten terecht voor eigen rekening genomen. In een enkel geval moest het hele groene kaartsysteem in een keer omgezet worden. In zo een ernstig situatie bedragen bij een normpraktijk de kosten 6000 euro, zijnde 600 uren (nog geen drie maanden); voor geen van de huisartsen was dat een bezwaar!
Als derden (overheid/zorgverzekeraars) dit voor die huisartsen zouden (moeten) gaan betalen is natuurlijk het hek van de dam. Al die huisartsen die wel tijd en geld gestoken hebben in de afgelopen jaren in het op orde hebben van hun HIS zien hun inspanning dan extra negatief beloond, d.w.z. als je iets niet (goed) doet dan wordt je beloond met extra geld en hulp en als je het wel hebt gedaan dan ben je dus dom geweest om daar geld en tijd aan te besteden, want dat had je dan beter of net zo goed als je slecht registrerende collega’s: ‘aan je garage of zwembad kunnen besteden!’ (citaat van een huisarts hier)
2. Eerst op orde dan pas uitwisselen.
Wellicht nog belangrijker is de conclusie dat als men nieuwe dingen gaat bedenken zoals het uitwisselen van gegevens (hier dus de Professionele Samenvatting), men zich niet blind moet staren op de technische moeilijkheden/mogelijkheden. Eerst zullen de gegevens op orde moeten zijn voordat er sprake van uitwisseling kan zijn.
De eerste stap is dus de zaak/HIS op orde brengen rondom de gegevens, zodat die geschikt zijn om uit te wisselen. En dan ga je de mogelijkheden scheppen om daadwerkelijk uit te wisselen. Volg je die weg niet, dan krijg je inderdaad te maken met ‘Garbage in Garbage out’. Helaas doet kwaliteit van gegevens (behalve als er daardoor doden vallen) het niet zo goed in de media –misschien ook omdat iedereen verwacht dat deze gegevens goed geregistreerd zijn, niet altijd dus, huisartsen zijn immers ook mensen. Die conclusie trokken wij al ruim 3,5 jaar geleden en zijn toen snel aan de gang gegaan met het door de huisartsen zelf op orde brengen van hun HIS.
Wij denken dat Twente en wellicht ook de andere koplopersprojecten zich teveel op technologie en de kwaliteit daarvan hebben gericht. Onze ervaring is dat daar gemakkelijker geld voor te krijgen is dan voor inhoud en kwaliteit van de gegevens, die juist dit soort technologieën (uitwisselen van gegevens etc.) tot een succes kunnen maken. Ook bij de LHV vonden we hiervoor destijds geen gehoor, maar de Zorgverzekeraar De Friesland had gelukkig wel oog en oor voor ons project.
Zij ziet nu bij het op gang komen van meer elektronisch gegevens uitwisselen het succes van het UZR Friesland project:
a. 99,7 procent van de huisartsen in Friesland is inmiddels aangesloten op de Edifact berichten- dienst van St.Gerrit (en daarmee landelijk koploper!) en verwerkt de elektronische Edifact berichten vrijwel geheel conform de richtlijnen.
b. Daarnaast heeft ruim 1/3 van de huisartsen hier al een veilige (Zorgnet Friesland) Internetaansluiting met de mogelijkheid van veilige e-mail en het veilig elektronisch kunnen verhuizen van een patiëntendossier middels MEDOVD, als een attachment aan de mail.
c. De introductie van Zorgdomein (verwijsproject eerste naar tweede lijn) in Heerenveen e.o. was volgens bouwer Plexus praktisch gezien de makkelijkste in het land. Dit omdat de meeste huisartsen hier keurig probleemlijsten/episodes hadden gemaakt in hun HIS!
Voor ons is dan ook altijd het uitgangspunt geweest: eerst de ‘inhoud’ en dan de techniek. Dat levert wellicht weinig prestige en minder media aandacht op, maar zorgt voor een stuk minder frustraties en meer snelheid bij de invoering van technieken bij gebruikers en afnemers en komt uiteindelijk de patiënt (die dit uiteindelijk allemaal moet betalen!) en de kwaliteit van de zorg veel beter ten goede!
Antoine Fonville en Theo Eikenhorst zijn projectmanagers bij Uniforme Zorg Registratie Friesland (UZR)
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.