'Overheid moet journalisten niet controleren'
De nieuwe burgemeester van Madrid Manuela Carmena heeft een website geopend waarop berichtgeving van de media over de gemeente gecorrigeerd wordt. Een goed voorbeeld voor Nederlandse gemeenten? Communicatiedeskundige Bartho Boer denkt van niet.
De nieuwe burgemeester van Madrid Manuela Carmena heeft een website geopend waarop berichtgeving van de media over de gemeente gecorrigeerd wordt. Een goed voorbeeld voor Nederlandse gemeenten? Communicatiedeskundige Bartho Boer denkt van niet.
Slechte verhouding
Op de website madridvo.madrid.es worden -volgens gemeente- onwaarheden rechtgezet. Zo valt er te lezen dat de gemeente géén plannen heeft om straatnamen te veranderen, dat er géén sprake is van nieuwe belastingtarieven en dat er wél gezorgd wordt voor ondervoede kinderen. Boer, die als hoofd communicatie van de NS en voorheen gemeente Amsterdam columns schrijft voor Communicatie Online, ziet dit niet als een goede zet, zo vertelt hij aan Binnenlands Bestuur. ‘De website van Madrid zie ik als een brevet van onvermogen voor de afdeling communicatie van de gemeente. Het betekent min of meer een failliet van de verhouding met de media.’ Een slechte verhouding tussen de twee partijen is geen goede zaak volgens Boer. ‘Het is geen kerntaak van de overheid om journalisten te controleren. Democratie betekent juist dat journalisten de overheid controleren. Censuur en propaganda vind ik wel erg ‘grote woorden’ bij deze kwestie. Maar je kan stellen dat gemeente Madrid op deze manier een monopolie op de waarheid claimt.’
Onnodige bezorgdheid
Toch begrijpt Boer wel waar de actie van de burgemeester vandaan komt. ‘Er kan bij de burgers door onjuiste berichtgeving bezorgdheid ontstaan die onnodig is. Journalistiek is mensenwerk, dus er worden altijd fouten gemaakt; ze ontstaan mede door de huidige snelheid van het nieuws, vermoedt Boer. ‘Denk bijvoorbeeld aan een nieuwskop ‘Steekpartij op middelbare school.’ Ouders verlaten bij het lezen daarvan hun werk en haasten zich naar hun kinderen die daar op school zitten, terwijl het achteraf eigenlijk blijkt te gaan om een steekpartij enkele straten verderop, waarbij niemand van de school betrokken is.’ Het is volgens Boer in de eerste plaats aan de media zelf om dit te corrigeren. ‘Journalisten moeten de keuze maken over hoe zij met hun fouten omgaan. Media behoren zichzelf te corrigeren, maar ook elkaar. Dat laatste gebeurt in mijn ogen echter voldoende. En je kunt een journalist hier best op wijzen. In algemene zin vind ik zo’n website dus overbodig.’
Behoefte aan corrigeren
Toch merkt Boer dat er bij communicatieadviseurs nog vaak de behoefte is om media zelf te corrigeren en te beheersen. ‘Je ziet veel woordvoerders op sociale media berichten corrigeren. Ook herinner ik me bijvoorbeeld een uitzending van TROS Radar waarbij ABN Amro voorkwam. Zij namen het interview zelf ook op en publiceerden dat vervolgens op hun eigen website, omdat ze vonden dat er in het item van Tros Radar te veel geknipt was. ‘Het blijft zoeken naar de juiste balans.’ Boer vindt weinig mis met corrigeren van media, maar dit moet wel feitelijk en zakelijk blijven. ‘Zo’n website lijkt me in dat geval dus een brevet van onvermogen en dus niet de juiste manier.’
Ook in Nederland is de kwaliteit van lokale media tanende. Hoor- en wederhoor ontbreekt en/of informatie is feitelijk onjuist.