Advertentie
digitaal / Achtergrond

'De overheid worstelt, de markt ziet kansen'

GovTech biedt grote kansen en grote risico’s. Steeds vaker ontwikkelen bedrijven digitale oplossingen voor overheden.

08 juli 2022
Nederland digitaal
Shutterstock

GovTech biedt grote kansen en grote risico’s. Steeds vaker ontwikkelen bedrijven digitale oplossingen voor overheden. Ze leveren technologieën als digital humans en data wallets. ‘We moeten de potentie maximaliseren en risico’s minimaliseren’, vindt hoogleraar Nitesh Bharosa. ‘Achteraf proberen de boel te reguleren, zal veel pijn doen.’

Projectleider Laadarmen en Laadgoten

JS Consultancy
Projectleider Laadarmen en Laadgoten

Directeur Bedrijfsvoering

Van der Kruijs
Directeur Bedrijfsvoering

Misschien gaat de digitale transformatie de publieke sector enorm verbeteren. Misschien creëert het een nog grotere afhankelijkheid van techgiganten. Om de ontwikkelingen in goede banen te leiden, moeten overheden zich in ieder geval in de strijd mengen, vindt Nitesh Bharosa, hoogleraar GovTech aan de TU Delft.

Waarom is de GovTech-ontwikkeling zo belangrijk voor overheidsorganisaties?

Bharosa: ‘Er valt nog flink wat te verbeteren in de publieke sector. Versnipperde informatie- en dienstverlening, bureaucratische processen en formulieren, van het kastje naar de muur gestuurd worden – iedereen kent het wel. Veel gaat goed, maar soms gaat het verschrikkelijk mis, zoals bij de fraudesignaliseringsvoorziening in het Toeslagenschandaal. Stel je voor dat een bedrijf zoiets zou doen! De overheid worstelt en de markt ziet daarom kansen.’

Wat is er anders aan GovTech?

‘Het is niet simpelweg een andere term voor digitale overheid – een veel bredere term die wijst op allerlei digitaliseringsaspecten bij publieke organisaties. GovTech onderscheidt zich vanwege de socio-technologische kant, waarbij private partijen steeds vaker oplossingen ontwerpen en leveren voor het verbeteren van processen in de publieke sector. Hierbij leveren ze de oplossingen aan publieke organisaties, maar soms ook direct aan burgers en bedrijven.

Maar wie is waarvoor verantwoordelijk? Ik keek laatst de gebruiksvoorwaarden van een GovTech-partij na, en daar stond in dat ze slechts de tussenpersoon zijn en niet de verantwoordelijkheid dragen voor de resultaten. Dat zie je terug op alle terreinen. En een Nederlandse leverancier van gezichtsherkenningssoftware ontwikkelt die software allang niet meer zelf, maar koopt die in bij andere partijen uit andere delen van de wereld. Zo zie je al dat het vervelend kan worden voor het borgen van publieke waarden zoals privacy en transparantie.’

Zijn deze ontwikkelingen nog tegen te houden?

‘Nee. Er is een wereldwijde economie waarin diverse partijen met veel geld en creativiteit komen. De oplossingen belanden op smartphones en als overheid kun je dat niet eenvoudig tegenhouden. Als het gaat om wat de overheid dan moet gaan doen, zijn er twee klassieke scholen.

De ene school ziet de oplossingen als een Trojaans paard, waardoor overheden afhankelijk worden, en bouwt de oplossingen liever zelf. De andere school ziet de markt, met al haar kapitaal en kennis, als een helpende hand om de digitale transformatie van de publieke sector te versnellen. Overheden bestaan al duizenden jaren, sinds de Soemeriërs, en al die tijd hebben ze het voornamelijk zelf moeten doen. Nu zijn er techaanbieders die zeggen dat ze willen helpen. Dat is spannend.’

De een ziet een Trojaans paard, de ander een helpende hand

U bent van de tweede school en ziet de markt als helpende hand?

‘Ja. Ga je tegen Apple of Google zeggen dat een app niet meer gedownload mag worden? Ga je als gemeente of woningcorporatie zeggen dat je toch naar de balie moet komen of de eigen website moet gebruiken? Hoe lang ga je dat volhouden in een wereld waarin mensen verwachten dat ze bij de overheid net zo snel en goed geholpen worden als bij Bol.com?

We moeten de potentie maximaliseren en de risico’s minimaliseren. Dit vraagt wel om kennisontwikkeling en een andere aanpak, waarin verschillende partijen eerder met elkaar aan de tekentafel gaan zitten voor de oplossingen, spelregels en randvoorwaarden. Achteraf proberen de boel te reguleren zal veel pijn doen. Het alternatief, proberen GovTech te verbieden, lijkt me kansloos.’

Wat willen GovTech-ontwikkelaars van overheden?

‘Data. Ze hebben betrouwbare data nodig die deels in publieke registers wordt bewaard. De manier waarop de data nu wordt opgehaald, is alleen niet netjes. Op basis van het schrapen van informatie van een pdf wordt bijvoorbeeld het inkomen bepaald.

Idealiter willen marktpartijen direct toegang tot data in bronsystemen. Dat scheelt checks en conversies, het vergemakkelijkt de customer journey en het vermindert fouten. Ze willen oplossingen voor het identificeren van burgers, aangezien techaanbieders het burgerservicenummer niet mogen verwerken. Als de overheid niet meewerkt, dan komen er suboptimale oplossingen, maar de markt gaat linksom of rechtsom door.’

Als de overheid niet meewerkt, komen er suboptimale oplossingen

In uw paper over de opkomst van GovTech waarschuwt u voor het risico dat deze term een buzzword wordt. Waarom is dat een risico?

‘Dan zien we de afhankelijkheden niet. We zijn steeds afhankelijker van bedrijven. Als we dat niet zien, als we geen vragen stellen over onze publieke waarden, dan zitten we over tien jaar in een heel andere situatie. Als publieke organisaties dat wel zien en helpen bepalen wat we ervan vinden, dan kunnen ze zich ontwikkelen als kennispartner die mee ontwerpt.

Maar ik merk dat veel mensen bij publieke organisaties nog niet bezig zijn op dat niveau. Het is meer het niveau “doen we mee aan die API-pilot”? GovTech kan extra strategische opties geven, maar deze afwegingen moet je vanuit een langetermijnvisie maken. En dus ontstaat een ongelijk speelveld met onvoldoende concurrentie. Zorg voor een gezonde markt met voldoende spelers en vermijd een winner takes all-situatie. Anders ontstaan er monopolies.’

Welke rol speelt Europese wetgeving zoals de AVG bij de ontwikkeling van GovTech?

‘Marktpartijen vinden één ding heel belangrijk: duidelijkheid. Dat leidt tot investeringszekerheid. Ze weten dat Nederland en andere lidstaten de wetgeving moeten invoeren. Ze weten aan welke eisen hun technologie moet voldoen en de wetgeving wordt steeds duidelijker, dus dan gaan ze rennen.’

De Europese Unie probeert met wetgeving te zorgen voor één Europese datamarkt. Wat vindt u van die aanpak?

‘Klopt, de ontwikkeling van een Digital Single Market is een drijfveer achter Europese wetgeving. Ik denk dat het de enige logische weg vooruit is als je Europese soevereiniteit wilt met dit soort technologie. In de wetgeving zit ingebakken dat Europa minder afhankelijk wordt van China en de Verenigde Staten. Er is veel potentie om van Europa een GovTechpowerhouse te maken.

Recent Brits onderzoek laat zien dat Nederland goed gepositioneerd is om een koploper te worden op het gebied van GovTech. We hebben een levendig landschap voor start-ups en scale-up, hoogopgeleide mensen, en een samenwerkingsgerichte houding op zoek naar een balans tussen publieke waarden en het verhogen van ons verdienvermogen.’

Wat kan een willekeurige gemeentesecretaris doen om GovTech in goede banen te leiden?

‘De gemeentesecretarissen die ik sprak, kennen de Europese wetgeving niet goed genoeg. Dat moet veranderen. De wetgeving zegt veel, maar er blijft veel ruimte. Laat je dat invullen door marktpartijen, of bepaal je mede het ontwerp? Verwacht je dat de Autoriteit Persoonsgegevens tussenbeide springt? Als de digitale kant van overheden zich niet blijft ontwikkelen, loop je de kans dat GovTech een enorm probleem wordt.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie