De ontwikkeling van netwerken en nieuwe gevaren
In 1993 beschrijft de Amerikaan Mark Weiser van Xerox Parc een nieuw computerconcept: ‘ubiquitous computing’. Dat staat voor een omgeving waarin elk persoon elk moment en op elke plaats in interactie staat met talloze kleine, in de omgeving opgenomen en met elkaar verbonden computers.
In 2010 vormt de ontwikkeling en vormgeving van het Internet of Things’ één van de speerpunten van de Digitale Agenda van de Europese Unie. In de verdere ontwikkeling van het ‘Internet of Things’ wordt voorzien dat alle objecten in de fysieke wereld met elkaar worden verbonden in de digitale wereld. Het ‘internet” en het ‘internet of things’ maakt een voortdurende verbinding mogelijk tussen objecten en subjecten onderling en tussen objecten en subjecten. De Europese commissie voorziet dat het ‘internet of things’ in de periode tot 2020 één van de belangrijkste uitingen wordt van de verdere ontwikkeling en toepassing van het internet. Leven en werken in netwerken geeft echter niet alleen nieuwe economische kansen, maar vraagt tegelijkertijd om nieuwe organisatorische concepten en zorgt voor nieuwe bedreigingen.
In de twee decennia die liggen tussen de visie van Weiser en de vormgeving van het ‘Internet of Things’ is veel onderzoek gedaan, nieuwe mogelijkheden ontdekt en nieuwe toepassingen gevonden. Langzaam maar zeker zijn wij gewend geraakt aan het feit dat wij geld niet alleen met een chip halen uit een automaat, maar met deze chip ook in de winkel en het OV betalen. Dat producten, boeken en huisdieren zijn voorzien van een chip, net zoals onze paspoorten, en dat wij met dergelijke chips toegang krijgen tot onze werkplek.
De wereldwijde en onstuitbare opmars van nieuwe mogelijkheden die voortkomen uit technologie en technologische toepassingen, zoals de mobiele telefonie (vijf miljard gebruikers) en het internet (twee miljard aansluitingen) veranderen onze samenleving in onze beleving in een duizelingwekkend tempo. Technologische mogelijkheden om overal en altijd met alles en iedereen in verbinding te staan (of in verbinding te zijn) nemen snel toe en wij maken daar gezien hun mogelijkheden gretig gebruik van. De in kwaliteit en kwantiteit toenemende verbindingen en de daaruit eveneens voortvloeiende mogelijkheden en bedreigingen vormen echter nog geen vanzelfsprekend onderwerp van onze organisatorische, bestuurlijke en uitvoerende agenda’s. Technologie en technologische toepassingen worden nog te vaak gezien als een middel in plaats van als een wezenlijk onderdeel van onze samenleving en organisaties. Te vaak wordt nog gedacht dat met bestaande en traditionele middelen de nieuwe mogelijkheden en problemen in deze verbonden wereld kunnen worden aangepakt en opgelost.
De toenemende hoeveelheid verbindingen levert niet alleen innovaties en daarmee economische ontwikkeling op, zoals vormgegeven in concepten als: e-government, e-health of e-business. Ook wordt voorzien dat de nieuwe en aanvullende mogelijkheden van het ‘internet of things’ een bijdrage levert in de aanpak van komende maatschappelijke problemen, zoals de vergrijzing, verstedelijking of logistiek.
Echter, nieuwe verbindingen zorgen ook voor nieuwe bedreigingen, zoals cybercrime en mogelijkheden voor cyberwarfare. Dat deze bedreigingen serieus genomen moeten worden is in de afgelopen weken erg duidelijk geworden in de vorm van de zogenaamde Stuxnet worm die bijvoorbeeld is gericht op het ontregelen van industriële omgevingen. Rapporten van de AIVD, Govcert en anderen vliegen ons om de oren met waarschuwingen dat wanneer naïef en traditioneel wordt omgegaan met zowel nieuwe mogelijkheden als nieuwe bedreigingen onze hoog technologische samenleving nieuwe gevaren te wachten staan. Het is te hopen dat het nieuwe kabinet, dat in het regeerakkoord stelt dat veiligheid een kerntaak van de overheid is, meer aandacht en middelen uittrekt om onze persoonlijke en statelijke cyberveiligheid te waarborgen en dit niet beperkt tot een nota over de integrale aanpak van cybercrime.
De toekomst van Nederland en Europa zal dus grotendeels worden bepaald door mogelijkheden van nieuwe technologieën en technologische toepassingen, die in netwerken met elkaar verbonden zijn. Dit vraagt echter wel om nieuwe benaderingen van deze verbindingen vanuit bestuur en organisatie en extra aandacht voor de veiligheid van deze verbindingen.
Dr. Ben van Lier MCM CMC
Accountdirecteur Overheid Centric
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.