Gemeenten, wat doen jullie nog op Facebook?
Wie adverteert op Facebook of Instagram draagt bij aan een platform dat de democratie ontwricht.
Sociale media lijken onmisbaar voor publieke organisaties, zoals gemeenten en bibliotheken, om in contact te blijven met burgers. Maar is dat eigenlijk wel zo? Juist nu we ons zorgen maken over deepfakes door steeds 'slimmere' AI en wetteloosheid op sociale platformen, moeten publieke organisaties alternatieven overwegen.
De afgelopen tijd raakten diverse platformen in opspraak. TikTok werd in de ban gedaan bij veel overheidsinstellingen omdat gebruikersgegevens niet veilig zijn. Twitter (inmiddels X) glijdt steeds verder af, waardoor adverteerders weglopen. Eva Jinek waarschuwde dit jaar nog voor een scam op Instagram, waarop ze zogenaamd crypto-valuta aanprees. Dat gebeurde nota bene nadat Meta, het moederbedrijf van Facebook en Instagram, schikte met John de Mol die ook last had van nepadvertenties. Hoe aantrekkelijk is het om als gemeente tussen dergelijk nepnieuws te staan?
Gemiddeld spenderen Nederlanders nu bijna twee uur per dag op social media. In die tijd kan je elk jaar ook anderhalve nieuw taal leren of tien keer helemaal Game of Thrones kijken. Blijer worden we niet van deze platformen. Onderzoek wijst uit dat als jongeren nog maar één uur per dag doorbrengen op social media, in plaats van drie uur, ze veel blijer zijn met hun uiterlijk en gewicht. Wie een week met social media stopt, voelt zich minder depressief en angstig.
Daarom is het problematisch dat burgers de rijksoverheid kunnen bereiken via Facebook, buurtgroepen zich verenigen in WhatsApp-groepen en bibliotheken hun bezoekers oproepen om hun pagina op Facebook te liken. Voor veel platformen zijn er prima alternatieven. Signal is bijvoorbeeld privacy-vriendelijker dan WhatsApp en Telegram. En wat heeft een gemeente op Facebook te zoeken, als het al via mail en post kan corresponderen?
Publieke organisaties moeten zich afvragen of ze social media platformen willen steunen die weinig op hebben met het voortbestaan van de democratie.
Publieke organisaties zouden zich moeten afvragen of ze social media platformen willen steunen die weinig ophebben met het voortbestaan van de democratie. De verkiezing van Trump, de Brexit en zelfs het grootschalig geweld in Myanmar: het was niet mogelijk geweest zonder nepnieuws op Facebook. Wie adverteert op Facebook of Instagram draagt daaraan bij.
Een bibliotheek die een bericht op Facebook plaatst, bereikt nog geen vijf procent van diens volgers. Wil het alle volgers bereiken, dan mag het afrekenen bij Meta-baas Mark Zuckerberg. Het kan slimmer en ethischer. Vraag de bieb-bezoeker om zich in te schrijven voor een nieuwsbrief, die gemiddeld door twintig procent gelezen wordt. De bibliotheek bereikt meer bezoekers en draagt niet meer actief bij aan een minder mooie wereld.
Merk op: de nieuwsbrief is slechts een voorbeeld, net zoals Signal dat is. Laten we ons alsjeblieft niet blindstaren op deze tools. Publieke organisaties hebben baat bij een mentaliteitsverandering. De vraag die ze zich vaker zouden mogen stellen is: kunnen we ook zonder een tool van een bedrijf dat de democratie ontwricht?
Aaron Mirck is schrijver, keynote-spreker en initiatiefnemer van Aandachtswerk. Mircks laatste boek is een gids voor digitale etiquette: Niet appen tijdens het eten. Hij geeft lezingen over technologie, AI en slimmer werken.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.