Het Cloud Adoption Framework

Voor een succesvolle overstap naar de cloud, is het van essentieel belang dat de mens, het proces en de technologie correct op elkaar zijn afgestemd. Om de juiste cloudstrategie te voeren en te implementeren, is er het Microsoft Cloud Adoption Framework voor Azure (CAF). Dit framework bestaat uit een set hulpprogramma’s, richtlijnen en handleidingen die jou helpen het optimale uit de cloudimplementatie te halen.

Het CAF stemt verschillende fasen van de cloudadoptiecyclus op elkaar af en zorg zo voor de juiste ondersteuning bij jouw cloudimplementatie. Omdat het CAF opgesteld is op basis van best practices en learnings van andere organisaties, ontwijk je gemakkelijk veelvoorkomende valkuilen.

Het CAF bestaat uit verschillende fasen:

1. Strategy: Definieer waarom je naar de cloud gaat en welke resultaten je verwacht.
2. Plan: Creëer uitvoerbare adoptieplannen en stem deze af op de gewenste bedrijfsresultaten.
3. Ready: Bereid de cloudomgeving voor op de geplande veranderingen.
4. Adopt: Migreer en innoveer voortdurend in de cloud, waarbij je governance en operatie in de gaten houdt.

De ondersteunende fases govern en manage groeien iteratief, parallel aan bovenstaande fases.

Azure Landing Zone Design Principles

Je wilt je cloudomgeving zo ontwerpen dat deze geschikt is om te kunnen innoveren en transformeren, terwijl de omgeving secure en compliant is per default. Hiervoor gebruikt het CAF de Azure Landing Zone Design Principles.

In totaal zijn er 5 Design Principles:

1 Subsciption democratisation

Subscripties worden gebruikt als eenheid voor management en scale, afgestemd op je business behoeften en prioriteiten. Hiermee ondersteun je portfolio eigenaren bij het versnellen van applicatiemigraties en de ontwikkeling van nieuwe applicaties. Ook kun je rechten regelen op subscriptieniveau, zoals role-based access control (RBAC). Je past subscipties toe per oplossing, waardoor het management van deze applicatie binnen de subscriptie wordt gewaarborgd. Ook wordt hiermee de governance afgebakend. Subscripties zijn ook een handig middel bij het scheiden van ontwikkeling en productie met andere governance-richtlijnen.

2 Policy driven governance

De juiste Azure-policies borgen de compliancy van je cloudplatform, terwijl ze de ontwikkelaar en eindgebruiker als guard-rails voldoende vrijheid bieden om hun werk goed uit te voeren. Meer weten over policy driven cloud governance? Je leest het in ons artikel Policy driven governance: vangrails voor cloud.

3 Single control and management plan

Door implementatie volgens het CAF zorg je voor beheer vanuit één centrale plek, zodat jouw cloudomgeving een consistente ervaring biedt voor zowel AppOps als DevOps. Dit doe je door afhankelijkheden van abstractie-lagen te vermijden in je landingzone-architectuur. Bijvoorbeeld specifiek ontwikkelde portals of tooling.

4 Application centric and archetype neutral

Met een application centric servicemodel richt je je op applicatiegerichte migraties en ontwikkeling in plaats van pure infrastructuurmigraties (lift-and-shift-migraties), zoals het verplaatsen van virtuele machines. Bij de ontwerpkeuzes mag geen onderscheid worden gemaakt tussen oude en nieuwe applicaties en infrastructure as a service- (IaaS-) of platform as a service- (PaaS-)applicaties. Hierbij streef je naar een veilige omgeving voor al jouw applicaties in de cloud.

5 Azure native design and platform roadmap alignment

Het Cloud Adoption Framework gebruikt waar mogelijk alleen maar Azure-native platformservices, zodat nieuwe mogelijkheden die beschikbaar komen gelijk bruikbaar zijn binnen jouw cloudomgeving. Azure-platformservices helpen je ook bij het opstellen van je migratiestrategie.