Burgerservicenummer eindelijk door Senaat
Bij het aanbreken van de nacht, vlak voor het zomerreces, is de Eerste Kamer dinsdag eindelijk akkoord gegaan met de invoering van het Burgerservicenummer.
Bij het aanbreken van de nacht, vlak voor het zomerreces, is de Eerste Kamer dinsdag eindelijk akkoord gegaan met de invoering van het Burgerservicenummer. Na een langdurig plenair debat met staatssecretaris Ank Bijleveld (BZK) nam de Senaat het wetsvoorstel ‘Algemene bepalingen betreffende de toekenning, het beheer en het gebruik van het burgerservicenummer’ aan met de stemmen van VVD (14 zetels), GroenLinks (4) en Partij voor de Dieren (1) tegen.
De Eerste Kamer, waar het wetsvoorstel na een moeizame gang door de Tweede Kamer september vorige jaar werd ingediend, hikte vooral tegen twee zaken aan. De wet regelt onvoldoende wie wat met het BSN mag doen en biedt de burger te weinig bescherming in gevallen van onjuist gebruik, dat hem schade kan opleveren. De Eerste Kamer bleek uiteindelijk gevoelig voor het Kabinetsargument dat de BSN-wet alleen de instelling van het unieke persoonsnummer regelt (breder gebruikte opvolger van het sofinummer), maar dat de manier waarop het in diverse sectoren mag worden aangewend, in afzonderlijke sectorwetgeving wordt geregeld.
Zo komt er een ‘Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg’. Dat wetsontwerp ontving de Senaat in oktober, maar ze hield de behandeling aan omdat ze eerst de algemene wet wilde afhandelen. Kennelijk was daarover eind juni zo veel optimisme ontstaan, dat ze de start van de behandeling van ‘BSN in de zorg’ agendeerde voor 25 september. De Senaat besloot begin juli nog wel Bijleveld telefonisch te laten weten dat bij de plenaire behandeling van de algemene wet ‘meer duidelijkheid, respectievelijk toezeggingen zullen worden gevraagd ten aanzien van de ombudsfunctie in het wetsvoorstel’.
De inderdaad gedane toezegging bestaat uit de inrichting van een landelijk contactpunt bij het agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten (BPR). Omdat BPR het BSN-stelsel ook beheert, bepleitte onder meer de VVD een onafhankelijke positie van dat contactpunt, maar Bijleveld wilde er geen nieuwe organisatie voor optuigen. Wel wees ze erop dat BPR de klachtenafhandeling zal uitvoeren samen met het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP). Ze wil zich inspannen om met de minister van Justitie, verantwoordelijk voor het CBP, een naadloze samenwerking tussen beide organisaties te realiseren, zodat het voor de burger in feite één loket is. Daarbij komt dat het CBP de bevoegdheid heeft organisaties aanwijzingen te geven en zonodig stevige boetes op te leggen.
Een forse meerderheid stemde ten slotte met het wetsvoorstel in. Opmerkelijk is dat in de tegen stemmende GroenLinks-fractie Tof Thissen zit, directeur van Divosa, de brancheorganisatie van gemeentelijke sociale diensten, die momenteel druk doende zijn het Digitaal Klantdossier in te voeren. Het DKD is maar een van de vele projecten van de elektronische overheid die al maandenlang reikhalzend uitzien naar het moment, waarop ze het Burgerservicenummer mogen gebuiken. Sommige organisaties wilden daarop niet wachten en gaven het sofinummer al de naam ’BSN’, wat in niet geringe mate heeft bijgedragen aan de reserves in de Eerste Kamer.
Een formele invoeringsdatum is nog niet bekend. Eerder hebben gemeenten van Bijlevelds voorganger Atzo Nicolaï de toezegging afgedwongen dat ze voldoende tijd zouden krijgen voor de invoering, ongeveer vier weken na afronding van de parlementaire behandeling. Op dit moment zou die termijn gezien de vakantieperiode bij gemeenten ook weinig handen op elkaar krijgen. Volgens een woordvoerder van BZK zal echter in overleg met gemeenten een verantwoorde datum worden vastgesteld. (Peter Mom)
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.