‘Operatie BRP’ mocht niet slagen
De vernieuwing van de Basisregistratie Personen (‘Operatie BRP’) is in 2017 onterecht gestaakt. Dat stellen direct betrokkenen voor de Haagse rechtbank. Een overheidsinvestering van 100 miljoen euro bleef daardoor zonder rendement.
De vernieuwing van de Basisregistratie Personen (‘Operatie BRP’) is in 2017 onterecht gestaakt. Dat stellen direct betrokkenen voor de Haagse rechtbank. Een overheidsinvestering van 100 miljoen euro bleef daardoor zonder rendement.
Operatie BRP is ruim drie jaar geleden beëindigd, maar werd vorige maand bij de rechter-commissaris in Den Haag actueel toen betrokkenen onder ede twee dagen lang verslag deden. Dat was de opmaat voor een bodemprocedure die ict-leverancier Gemboxx wil aanspannen tegen het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK). Het ministerie heeft het bedrijf intensief betrokken bij de Operatie BRP en daarbij voortdurend uitgestraald dat die volledig zou worden afgemaakt, dat Gemboxx ervan mocht uitgaan dat het zijn BRP-producten aan gemeenten zou kunnen verkopen. Door het stoppen van de operatie werden die producten, waarvan de ontwikkeling 4,5 miljoen euro had gekost, onverkoopbaar. Gemboxx vindt de streep door de operatie onrechtmatig en verlangt schadevergoeding.
Onjuiste vastlegging
Tussen de inwoners van Nederland, geregistreerd in de Basisregistratie Personen, bestaan tachtig miljoen relaties. Daarvan zijn er tien miljoen onjuist vastgelegd: incompleet of bij personen die aan elkaar gerelateerd zijn met verschillende gegevens. Verbetering van de kwaliteit van ’s lands persoonsinformatievoorziening, cruciaal voor vrijwel alle overheidshandelen, is dus geen overbodige luxe. De Operatie BRP beoogde centralisatie van de bevolkingsadministratie in een landelijk systeem. Dat zou BZK ontwikkelen. Gemeenten houden de BRP bij. Private leveranciers, waaronder Gemboxx, zouden daarvoor gemeentelijke systemen, ‘Burgerzakenmodules’, leveren.
De cijfers over onjuiste vastlegging van relaties in de BRP zijn afkomstig van Cor Franke, van augustus 2013 tot eind juli 2017 door BZK ingehuurd als ‘gedelegeerd opdrachtgever’ en verantwoordelijk voor de uitvoering van de Operatie BRP. Hij was de eerste getuige voor de Haagse rechtbank. Het besluit om te stoppen, begin juli 2017 genomen door toen demissionair minister Plasterk, stoelde grotendeels op een advies van het Bureau ICT-toetsing (BIT) van een maand eerder. De BRP afmaken zou veel meer tijd en geld gaan kosten. Volgens Franke is op de aanpak van het BIT echter veel aan te merken: het advies is onderbouwd met feitelijke onjuistheden en de auditaanpak
is dubieus.
‘Onbestaanbaar’
Het BIT had in de aanloop naar het advies aan Franke een feitendocument van tien pagina’s gestuurd. Franke noemde het voor de rechtbank ‘onbestaanbaar’ dat dit document al naar secretaris-generaal (SG) Richard van Zwol was gegaan, opdrachtgever van de BIT-audit, vóórdat bij Franke’s BRP-programma wederhoor was gehaald. Franke had 21 pagina’s met kritiek op de bevindingen aan het BIT gestuurd, maar daar is niets mee gedaan.
Van het BIT heeft hij nooit een reactie op zijn commentaar ontvangen. Wel heeft een gesprek plaatsgevonden, waarin echter slechts één aspect aan de orde mocht komen, de mate waarin de vernieuwde BRP gereed was. Volgens Franke had het bureau een onjuiste meetmethode gebruikt. Het stelde dat 42 procent af was. Franke houdt het op driekwart. ‘75 procent was klaar en getest. We waren over de top van de berg heen.’
Topambtenaren
Franke verklaarde dat Van Zwol het BRP-programma niet wilde continueren, en dat hij daartoe al besloten had nog voordat hij het BIT-advies onder ogen had gehad. Dat liet Van Zwol weten na overleg met topambtenaren. Franke had dat van een deelnemer aan dat overleg. Van wie?, wilde Meine Dijkstra, advocaat van BZK, weten. Het was in vertrouwen verteld en dat wilde Franke niet beschamen, ook niet nadat de rechter-commissaris hem voorhield dat hij geacht werd de waarheid en de hele waarheid te vertellen.
Van Zwol, tegenwoordig staatsraad bij de Raad van State, was in februari 2017 een ‘rode-knop-overleg’ gestart over de toekomst van de Operatie BRP, die najaar 2016 enige tegenslag had ondervonden. Franke is bij de gehele besluitvorming over het stoppen niet betrokken geweest.
Franke, die te verstaan had gekregen dat zijn aanwezigheid op 5 juli 2017 in de Tweede Kamer, toen Plasterk het einde van Operatie BRP aankondigde, niet op prijs gesteld werd, was compleet verrast door dat besluit. Plasterk had eerder juist verklaard niet te zullen stoppen, maar een commissie over een succesvolle afronding te laten adviseren. Die is er nooit gekomen.
Politieke motieven
Tweede getuige Ton van der Burg, sinds 2008 vanuit de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) intensief betrokken bij ontwikkelingen rond BRP, heeft de hele gang van zaken als ‘schokkend’ ervaren. De VNG-man, nu met pensioen, hekelde de financiële paragraaf van het advies. Die bevat kosten die buiten het programma vielen en wekte de suggestie dat gemeenten nog miljoenen extra moesten investeren, terwijl daarvoor budget was gereserveerd. ‘Dat heeft mij erg gestoken.’ Volgens Van der Burg is de VNG niet in de besluitvorming betrokken. En dat terwijl de operatie sinds een bestuursovereenkomst van BZK en VNG uit 2009 een gezamenlijke onderneming was. Het stopbesluit zelf had hem ‘verbijsterd’. Het was ingegeven door ‘politieke motieven, niet door inhoudelijke argumenten’. In maart waren er verkiezingen geweest. ‘Ik had het gevoel dat men het nieuwe kabinet niet met de ontstane situatie wilde opzadelen.’
Claim
‘Buiten spel gezet’ was de kwalificatie van getuige Gert-Jan van der Kooij, die ook constateerde dat vanaf begin 2017 ‘niet de inhoud van belang was, maar de politiek eromheen’. Hij was vanaf 2011 aan het programma verbonden. Gemboxx-oprichter Swier Jan Miedema ziet in de getuigenverklaringen aanleiding voor een claim. Na afloop van de verhoren verklaarde hij een bodemprocedure te gaan starten.
Lees het volledige artikel in Binnenlands Bestuur nr. 24 van deze week
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
en nog meer fails.
ambtenaren bij het ministerie zijn niet in staat om complexe wetgeving met allerlei uitzonderingen om te zetten in een geautomatiseerd systeem. de BIT is niet voor niets opgericht. De BRP is met name mislukt vanwege de chaos bij één gemeente , toevallig de gemeente waarvan de Ombudsman dat zelf heeft aangetoond.