Een woud aan vragenbomen
Als eerste gemeente wist Amersfoort haar eigen zaaksysteem te koppelen aan de software van het Digitaal Stelsel Omgevingswet. Het werkte, technisch gezien.
Als eerste gemeente wist Amersfoort haar eigen zaaksysteem te koppelen aan de software van het Digitaal Stelsel Omgevingswet. Gemeentelijk IT-adviseur Hendrik-Jan van den Akker tempert de verwachtingen. ‘Dit is kinderspel bij wat ons nog te wachten staat.’
Amersfoort verbindt DSO met een eigen zaaksysteem
Het kan dus in theorie al gewoon. Als inwoner van Amersfoort je vergunningsaanvraag voor een dakkapel indienen via het webportaal van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Dat maakt via Digikoppeling connectie met het zaaksysteem van de gemeente. Waarna de bouwtekeningen van de dakkapel door de gemeente kunnen worden ingeladen. Ruim driehonderd vertegenwoordigers van gemeenten en IT-bedrijven keken bij de presentatie van de DSO-pilot, afgelopen februari, hun ogen uit na alle rampverhalen over de oplevering van het digitale stelsel.
Het werkte, technisch gezien. Al gaat het voorlopig dan om een vereenvoudigde versie die nog niet voor burgers beschikbaar is. ‘Waar ze bij het DSO uiteindelijk naartoe willen,’ reageert Hendrik-Jan van den Akker, ‘is dat wanneer je straks bij de Gamma een tuinhuisje bestelt, je met één druk op de knop weet of je het ook daadwerkelijk mag plaatsen. Via een app wordt een aanvraag naar het DSO verstuurd en dat reageert na het stellen van een aantal vragen met ja of nee.’
Het gaat hierbij, vertelt hij, over een open stelsel waarin iedereen applicaties kan bouwen die gebruikmaken van de functies en gegevens van het DSO. ‘Google en Facebook doen het op andere terreinen al jaren zo, maar de overheid loopt achter. De makers van het DSO wisten precies hoe het systeem zou moeten werken, maar hadden nog geen partij om het mee te testen. Die uitdaging zijn wij als gemeente Amersfoort aangegaan, samen met onze vaste soft wareleveranciers Enable U en QNH Perfectview.’ Waarom Amersfoort? ‘We werden vanuit het DSO erover benaderd’, verklaart de gemeentelijk IT-adviseur. ‘En we wilden het ook graag doen. De Omgevingswet staat hier hoog op de agenda. Al heel vroeg hebben we voor de gemeentelijke organisatie impactanalyses gemaakt en een aantal projecten bepaald die je sowieso kunt doen, zelfs als de Omgevingswet niet zou worden ingevoerd.’
Menens
Zo’n pilot is volgens Van den Akker meteen een mooie gelegenheid om aan de eigen medewerkers te laten zien dat het menens is, die Omgevingswet. ‘Door het DSO moeten we veel zaakgerichter gaan werken. Elke aanvraag van een burger of bedrijf moet in het systeem worden gezet en doorgevoerd naar een back-officeapplicatie.’ Ook voor het digitale verkeer heeft het DSO ingrijpende gevolgen. Het Standaard Uitwisseling Formaat (StUF), al lange tijd de basis voor intergemeentelijke informatieverspreiding, gaat op de helling. ‘Een gedegen methode, maar moeilijk te implementeren in het DSO’, vat Van den Akker samen. ‘Inmiddels is er een nieuwe methode van koppelen, de API: een set regels waarmee applicaties met elkaar kunnen communiceren. Vanuit het DSO worden alle diensten nu ook als API aangeboden. Dat gaat veel makkelijker.’
Toch raakt Amersfoort voorlopig nog niet van zijn StUF af. ‘Om de aanvraag goed in ons zaaksysteem te laten landen, moesten we die omzetten naar een StUF-bericht. Inderdaad, de nieuwe manier van werken koppelen aan de oude. Binnen gemeenten is StUF nog steeds de landelijke standaard. Die zal uiteindelijk wel verdwijnen, maar niet heel snel.’
Of het nou StUF wordt of API – over de onderliggende techniek van het DSO maakt Van den Akker zich niet al te veel zorgen. ‘De grootste opgave is het realiseren van een gelijke informatiepositie voor burgers, bedrijven en overheid’, zegt hij. ‘Bijvoorbeeld in de uitwerking van toepasbare regels via vragenbomen. Stel, ik wil als burger een dakkapel plaatsen. Dan moet de gemeente zorgen dat er een vragenboom bestaat die precies op mijn situatie van toepassing is. In elk geval moet voor mij als burger duidelijk worden welke regels er gelden. Op basis van wat de gemeente in haar ruimtelijk beleid wil, kan de uitkomst zijn: ga maar bouwen. Of: je moet een vergunning aanvragen. Of: nee, dat mag niet.’
Alleen: die vragenbomen zijn er voorlopig nog niet. Het koppelen van alle beslismogelijkheden van de burger aan gemeentelijke regelgeving is volgens Van den Akker ‘een heel moeilijk verhaal’. Hij zegt: ‘Nu hebben we in Amersfoort nog tig losse bestemmingsplannen. Dat wordt uiteindelijk één omgevingsplan. Maar over hoe dat moet worden ingevuld, zijn alle gemeenten nog zoekende. Ik heb op het VNG-congres gezegd dat deze pilot op technisch vlak voor Amersfoort niet moeilijk was. Als je denkt aan wat er de komende jaren nog moet gebeuren qua Omgevingswet, dan was het kinderspel. Om bij alle onderwerpen die gelijke informatiepositie te realiseren – bijvoorbeeld via die vragenbomen – dat is echt enorm ingewikkeld.’
Niet testen
Aan scholingsaanbod geen gebrek. ‘Met name via VNG Realisatie. Je kunt bijna elke dag wel ergens een sessie bijwonen. Ik ben er vooral vanuit de IT-kant bij betrokken. Je hebt ook clubjes die werken vanuit planvorming. Zij moeten gaan zorgen voor een omgevingsvisie en een omgevingsplan, met daarin een systeem van toepasbare ruimtelijke regels waarbinnen wij de informatieproducten kunnen aanbieden. Zolang dat er niet is, kunnen wij niks testen.’
Nu de invoering van de Omgevingswet dichterbij komt en al over tweeëneenhalf jaar in moet gaan, merkt Van den Akker dat steeds meer softwareleveranciers samen optrekken. ‘Ze worden groter om meer massa te hebben.’ Bij gemeenten ziet hij die tendens vooralsnog minder. ‘We kijken wel met elkaar mee, leren van elkaars pilots. Eén gemeente ontwikkelt, en andere gemeenten maken hier gebruik van. Onze aansluiting op het DSO is daar een voorbeeld van. Ook bij het maken van beslisbomen zou je zo kunnen gaan werken. Het is natuurlijk eigenlijk best maf zijn als we 380 keer onze eigen beslisbomen zouden gaan zitten maken. Aan de andere kant: de Omgevingswet is ook een decentralisatie. Het gáát juist over die lokale regels.’ Tegelijk merkt Van den Akker dat gemeenten die samenwerking nog niet altijd van nature opzoeken. Ook Amersfoort niet. ‘We willen misschien wel meer samenwerken, maar het komt moeilijk van de grond. Ik zie ons, eerlijk gezegd, nog niet gezamenlijk een vragenboom voor dakkapellen maken. Nee, ook niet via de G40 of een ander gremium.’
Wat er straks op 1 januari 2021 met het DSO wel of niet kan, vindt hij ‘heel moeilijk in te schatten. Dat hele idee achter die gelijke informatiepositie is dat je veel meer overlaat aan de burger. Minder vergunningen, meer maatwerk. Dat is de opgave en dat vínden we spannend, hoor. Probeer maar eens een willekeurige boom gekapt te krijgen. De gemoederen lopen steevast hoog op. Durven gemeenten echt dat stukje vrijheid te geven? Doodeng. Er zal straks een digitaal systeem staan, maar of de doelen van de Omgevingswet daarin zijn verwerkt: sneller, makkelijker, transparanter … dat vraag ik me af.’
Van den Akker: ‘We hebben drie niveaus binnen het DSO en altijd gezegd dat we bij de invoering van de Omgevingswet willen zitten op niveau 2. Misschien moet je je niet verbazen als alleen niveau 1 wordt gehaald. Dat je alleen de basisfunctionaliteit hebt. Je kunt straks een aanvraag doen. Er zal wel een landelijk dekkende kaart zijn waar alles wat nu nog bestemmingsplan heet, is gemigreerd naar omgevingsplan. Dus je kunt beter zien wat je waar kan. Maar die gelijke informatiepositie … ik moet het nog zien. En nee, als je straks bij de Gamma staat, zul je echt niet een, twee, drie antwoord krijgen op die vraag over je tuinhuisje.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.