Google kijkt mee met bijna helft overheidssites
Uit onderzoek van Bits of Freedom blijkt dat Google-diensten nog altijd populair zijn binnen de publieke sector, vooral in het onderwijs.
Google kijkt mee op een groot deel van de websites van publieke organisaties. Dat blijkt uit onderzoek van Bits of Freedom. Bijna de helft van de overheidswebsites maakt meteen contact met Google bij ieder sitebezoek.
Privacy-inbreuk
In totaal onderzocht de burgerrechtenorganisatie 32.843 websites van de overheid, de zorg en het onderwijs. Van de overheidssites gebruikt 48 % Google-diensten, zo blijkt uit het onderzoek.
‘De diensten van Google - denk aan Google Maps, Google Forms en Google Analytics - zijn gratis en gemakkelijk in te zetten door de ontwikkelaars van websites,’ vertelt Joran van Apeldoorn, onderzoeker bij Bits of Freedom. ‘Maar ze maken vervolgens wél een heftige inbreuk op jouw privacy door allerlei informatie naar Google door te sturen.’
Het ‘goede nieuws’ is dat de overheid zich hier meer van bewust lijkt dan de zorg en het onderwijs: daar wordt Google op respectievelijk 83% en 90% van de onderzochte websites geïnformeerd over alle bezoekers.
Tracking
Het expliciet tracken van bezoekers door Google gebeurt volgens het onderzoek op 1 van de 3 onderzochte overheidssites. Eerder ontdekte The Internet Cleanup Foundation al dat ongeveer 9 procent van de gemeenten, 14 procent van de rijksoverheid en 33 procent van de provincies volgcookies plaatst. Staatsecretaris digitalisering Alexandra van Huffelen liet in september 2023 weten te willen stoppen met tracking van overheidswebsites.
Herevaluatie van tools en diensten
Bits of Freedom vindt dat juist de publieke sector het goede voorbeeld moet geven. Het onderzoek roept dan op tot een herevaluatie van tools en diensten die worden ingezet door websites van de overheid, de gezondheidszorg en het onderwijs en waar mogelijk te kiezen voor oplossingen die privacy vooropstellen.
Van Apeldoorn: ‘Als het aan ons ligt, onderneemt de regering ook actie in andere sectoren. De overheid moet inzetten op de ontwikkeling van breed beschikbare alternatieven voor Big Tech.’
Kortom, ruim 20 jaar later is het nog steeds dezelfde puinhoop.
Een puinhoop die hoofdzakelijk te wijten is aan onkunde, desinteresse, maar ook botte onwil. Zowel bij ontwikkelaars als verantwoordelijken.
Waarbij nog opgemerkt kan worden dat het gros van de electronische overheidsnieuwsbrieven gebruik maakt van tracking-links.