Lef
Overheidsorganisaties vragen steeds meer lef van hun ambtenaren. Lef is staan voor wat juist is en daar naar handelen. Maar organisaties moeten ook de ruimte geven om fouten te maken, want dat hoort ook bij lef tonen.
“Leven is het meervoud van lef”, aldus Loesje. Dat impliceert natuurlijk dat lef het enkelvoud is van leven, maar dat klinkt dan weer een stuk minder. En toch, lef is hét trendwoord van dit moment in ambtenarenland. Ofwel “je moet ballen hebben”, zoals Martijn Aslander het fenomeen onlangs benoemde in Reuring!Café. Een interessant alternatief, maar ik betwijfel of die term algemeen inzetbaar is.
Ook in het buitenland is lef in. Daar wordt van ambtenaren “boldness” verwacht. Met een o wel te verstaan, anders is het opnieuw te gender-specifiek. Janet Hughes, een Britse collega, bepleit dat lef een kernwaarde van ambtenaren zou moeten zijn. Haar stelling: bestaande waarden als “impartiality, objectivity, integrity and honesty” blijven natuurlijk belangrijk, maar om echt maatschappelijke impact te hebben is meer nodig. Lef dus.
Onlangs is voor de provincie Zuid-Holland een profiel gemaakt van de ideale ambtenaar. "Ondernemend en netwerkvaardig" waren de cruciale woorden daarin. "En ook lef!", stond er meteen achter. Om maatschappelijk resultaat te boeken moet je de juiste partners vinden en met hen de samenwerking aangaan. Dat vraagt inderdaad een ondernemende houding en netwerkvaardigheden, maar lef? Waarom “ook lef”?
Lef hebben betekent dat je iets in jezelf moet overwinnen: een angst of twijfel. Blijkbaar menen steeds meer organisaties dat er belemmeringen zijn die overwonnen moeten worden. Waar liggen die belemmeringen dan? In de buitenwereld, die inderdaad steeds beter weet wat ze wil en dat ook steeds duidelijker (en agressiever) kenbaar maakt? Dat zou wellicht terecht zijn, maar dat is niet de context waarin ik die roep om lef gebruikt zie worden.
Rijkswaterstaat vindt lef ook belangrijk. Daarom hebben ze hun vergaderl … “future center” in Utrecht zo genoemd. In hoofdletters zelfs (maar zonder uitroepteken gelukkig). LEF is geen afkorting, zo wordt mij desgevraagd op het hart gedrukt. “Het staat voor durf. LEF is pionieren en pioniers hebben LEF.” Dus als je wil pionieren, als je van de gebaande paden af wil wijken, als je het anders wil doen dan hoe het altijd gedaan is, dan heb je lef nodig.
Kortom, dat lef heb je nodig om tegen bestaande regels en gewoonten in te gaan. Als je iets nieuws wil proberen, een frisse aanpak of innovatieve oplossing, dan is dat blijkbaar een gedurfde keuze. Je neemt een risico. Je verlaat de veilige haven.
Die roep om ambtenaren met lef is begrijpelijk. De wereld om ons heen verandert steeds sneller en organisaties hebben moeite om het tempo bij te benen. Elke overheidsorganisatie wil “wendbaar” worden en kunnen inspelen op de “dynamiek van de samenleving”, maar allen worstelen ze met de manier waarop. Bestaande structuren laten zich moeilijk kantelen. Daarom vestigen ze hun hoop op de pionierende ambtenaar, de ambtenaar met lef.
Lef hebben voelt echter nog steeds alsof je iets onoirbaars aan het doen bent, iets wat niet bij je werk hoort, alsof je buiten de lijntjes kleurt. Dat moet veranderen. Lef is het nieuwe normaal. Lef is staan voor wat juist is en daar naar handelen. Als je als overheid ambtenaren met lef wil, dan moet er ook ruimte zijn om fouten te maken. Dan moet het risico niet bij de ambtenaar liggen, maar moet je als organisatie veiligheid bieden.
Ambtenaar met lef, je land heeft je nodig! En je organisatie zeker. Denk eens mee: Wat kunnen organisaties doen om die veiligheid te bieden? Hoe brengen we dat lef tot leven?
Reacties: 24
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Tweede betekenis is een nevenvorm van laf en betekent: laf, slap. 'Leffe vis' kun je maar beter in de kraam laten liggen, aldus Van Dale.
Krijg wel het gevoel dat we lef als een soort van vaardigheid gaan zien die met enkele gerichte trainingen wel bij te spijkeren is. Ik geloof dat in iedereen lef schuilt maar dat vooral de context bepaalt of iemand het inzet. Ik heb vaak mijn beeld van iemand moeten bijstellen die ik in de ambtelijke context nogal laf vond maar in een andere context blijk gaf van veel lef (in termen van moed en durf): gastouder voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen, baan opzeggen om vluchtelingen in de regio te helpen, alleen op een podium voor een volle zaal eigen gedichten voordragen etc.
Welke context hebben we nu eigenlijk voor ogen als we het over 'ambtenaren met lef' hebben? Een participatieve overheid? Representatief? Of juist een een overheid die het vermogen heeft daarin te kunnen afwisselen? Dat daar nog samen veel gezamenlijke taal in is te ontwikkelen illustreert voor mij een alinea uit de memorie van toelichting bij de Omgevingswet zoals deze vorig jaar aan de Tweede Kamer is aangeboden. Over hoe door een representatieve bril wordt uitgenodigd tot een participatieve houding:
"Concreet gaat het erom dat bestuurders en ambtenaren de wil hebben om de fysieke leefomgeving integraal te benaderen, dat zij geen risico mijdend gedrag tonen, ruimte laten voor privaat initiatief, de participatieve aanpak toepassen en zorgen voor voldoende kennis en vaardigheden en een toereikende uitvoeringsorganisatie".
Als dat geen uitnodiging is ;) .....
Een vriendelijke houding met respect voor de ander is veel meer gepast.
Tot slot: net zoals dat in het wielrennen "moraal" wordt verward met "moreel", bedoelen we waarschijnlijk met ""lef" eigenlijk "niet laf",
En wat een onzin om te denken dat die mensen met lef allen in het bedrijfsleven werken..kijk naar die directeur van Shell. Als hij lef had gehad had hij gezegd dat ze de bedrijfsvoering gingen omgooien door minder olie op te pompen en meer in zon en windenergie te gaan investeren. En wat zei hij net na het ondertekenen van het klimaatverdrag in Parijs? Dat hij olie bleef oppompen as usual..... Goh, wat een lef.
Oftewel: de huidige overheid staat NIET voor wat juist is, of staat voor wat juist is, maar handelt daar NIET naar.
Lijkt me een goede analyse. En politici maar vragen waar de kloof tussen burger en overheid vandaan komt...
Maar dat betekent wel, dat mensen met lef niet a priori voor de overheid kiezen als werkgever. Mensen met lef voelen zich ook niet thuis in dichtgeplakte CAO's, die vol staan van rechten en beperkingen. Als er al eens een mens met meer lef belandt bij de overheid, dan is die doorgaans snel weer weg. Dergelijke mensen zullen nooit kunnen wennen aan de hiërarchische praatcultuur van de overheid.
Dat laatste lijkt van Berlo ook in te zien. Als je als overheid mensen met lef wil binnenhalen zal je de bedrijfscultuur en CAO's van de overheid ingrijpend moeten veranderen. En dat zal op zoveel weerstand stuiten van de huidige ambtenaren, dat dat nooit van de grond zal komen.
Toch verandert er veel en kan er steeds meer.
Lef is in mijn ogen naast "met de stroom meegaan" ook "tegen de stroom in durven gaan". Steeds weer die keuze maken na een gedegen afweging vanuit de feiten waarmee de ambtenaar te maken heeft ondanks het besef van hoe de sleutelfiguren er over denken, maakt dat een ambtenaar lef heeft.
Gebrek aan lef is "in commissie handelen", je verschuilen achter de massa, wegduiken, wegkijken, de opvattingen van de machthebbers nabouwen en reproduceren. Zo gezien, kan ieder voor zich zelf bepalen waar hij of zij staat.
Gebrek aan lef is onder meer: een anonieme reactie geven op dit artikel of een reactie die niet herleidbaar is naar jou als persoon.
Lef is je hart blijven volgen, ook als weet je dat je je daarmee niet populair maakt.