College deed alles om passend werk te vinden
'In de clinch' is een rubriek waarin jurist/columnist Michel Knapen actuele zaken in het ambtenarenrecht belicht.
De gemeente Amsterdam weet niet goed wat te doen met een ambtenaar. Wat er ook wordt geprobeerd, er is geen werkplek die hij geschikt vindt. Heeft hij na zijn ontslag recht op compensatie boven zijn werkloosheidsuitkering?
Lekker liep het niet met Paul Venser*, sinds 2011 voltijds in dienst bij de gemeente Amsterdam. Ergens in 2016 vraagt hij of zijn takenpakket opnieuw kan worden ingevuld. Hij krijgt een andere functie, waarbij hij alleen in ‘voorkomende en dringende gevallen’ als wethoudersecretaris moet optreden. Enkele maanden later meldt hij zich ziek en stopt met het werk voor het secretariaat van de wethouder.
Omdat hij zich niet gedraagt conform de gemeentelijke rechtspositieregeling maakt hij zich schuldig aan plichtsverzuim. Met zijn leidinggevende voert Venser een gesprek over zijn loopbaan, werkzaamheden en hoe uit deze impasse te komen.
Venser solliciteert enkele keren op interne functies, maar meldt zich ook weer af. Hij begint aan een coachingstraject, maar zet dat on hold. Begeleiding door een interne loopbaan- en mobiliteitsadviseur levert niks op. Uiteindelijk vindt de P&O-adviseur een functie als afdelingssecretaris – Venser gaat niet akkoord. Bij de bedrijfsarts, na een ziekmelding, komt hij niet opdagen. Als hem wordt opgedragen zijn werk te hervatten, verschijnt hij niet. Hij kan ergens worden gedetacheerd, maar die leidinggevende heeft er geen vertrouwen meer in.
Dan besluit het college Venser te ontslaan wegens een onherstelbaar verstoorde arbeidsverhouding. Ondanks alle redelijke inspanningen van de gemeente is er geen ander structureel werk voor Venser beschikbaar, zijn eigen toedoen blokkeerde dat steeds. Door al die incidenten en het gebrek aan zelfinzicht bij Venser heeft het college geen vertrouwen meer in hem. Venser wordt een werkloosheidsuitkering gegarandeerd.
Door het gebrek aan zelfinzicht heeft het college geen vertrouwen meer
Dat is ook de lijn van de rechtbank, waar Venser klaagt over zijn ontslag. De ambtenaar was in algemene dienst en mocht daarom worden ingezet als achtervanger op het wethoudersecretariaat. Dit was slechts tijdelijk en van korte duur en voor een beperkt aantal dagen. Dat Venser in het verleden op die plek negatieve ervaringen had opgedaan, wil niet zeggen dat het college hem daarom daar niet te werk mocht stellen. Hij deed dat wel enige tijd, maar na onenigheid met een secretaresse weigerde hij verder te werken onder de wethouder.
Het college overwoog hem nog voor het weigeren van een dienstopdracht en het conflictueus handelen schriftelijk te berispen, maar zette dat niet door. Wel faciliteerde en betaalde het college een coaching- en loopbaantraject en spande zich in voor detachering. Dat Venser op die detacheringsplek niet is gaan werken, ligt niet aan het college. Omdat het college geen overwegend aandeel heeft gehad in alles wat tot het ontslag heeft geleid, is er geen aanleiding voor een compensatie (het ‘plusje’) bovenop de aan Venser gegarandeerde werkloosheidsuitkering.
Ook de Centrale Raad van Beroep, waar Venser opnieuw klaagt, stelt dat een ontslag wegens een verstoorde arbeidsverhouding geen aanspraak garandeert op een bovenwettelijke uitkering bij werkloosheid. Een compensatie bovenop de toegekende garantie op een werkloosheidsuitkering kan alleen worden gegeven als het bestuursorgaan een overwegend aandeel heeft gehad in het ontstaan en het voortbestaan van de situatie die tot het ontslag heeft geleid. En dat is hier zeker niet het geval, oordeelt ook de Raad. Het ontslag, met de toegekende garantie op een werkloosheidsuitkering, blijft in stand. Een compensatie of ontslagvergoeding zit er niet in.
* De naam is gefingeerd.
ECLI:NL:CRVB:2023:971
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.