Ambtenaren gezocht voor bezetting stembureaus
Het rijk gaat via regionale en social media een campagne opzetten om genoeg stembureauleden en tellers te vinden. Ook richting ambtenaren.
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kijkt, in nauwe afstemming met vertegenwoordigers van vijf gemeenten, de VNG, de NVVB en de Kiesraad, naar mogelijkheden om de uitvoerbaarheid van het verkiezingsproces voor gemeenten en stembureauleden te verbeteren, zodat het voor vrijwilligers aantrekkelijk blijft ‘om deze bijdrage aan onze democratie te leveren’.
Ambtenaren opgeroepen
Het werven van voldoende stembureauleden is in de eerste plaats de taak van de gemeenten, schrijft minister Hugo de Jonge in antwoord op vragen van D66-Kamerleden Joost Sneller en Hans Teunissen. Zij maken zich zorgen over het tekort aan stembureauvrijwilligers, waar de VNG afgelopen zomer al voor had gewaarschuwd. De Jonge is echter bereid om de gemeenten steun te bieden. Het rijk gaat via regionale en social media een wervingscampagne opzetten om voldoende stembureauleden en tellers te vinden. Ook rijksambtenaren worden opgeroepen zich te melden bij hun gemeente. De Jonge gaat andere overheidslagen vragen om onder hun ambtenaren een zelfde oproep te doen.
Marktconforme beloning
Gemeenten hebben ervoor gepleit om de vergoeding van stembureauleden aan te kunnen merken als ‘vrijwilligersvergoeding’. De vrijwilligersregeling is bedoeld om kosten die de vrijwilliger maakt te dekken. Die is echter alleen van toepassing als de werkzaamheden ‘niet bij wijze van beroep’ worden uitgevoerd, schrijft De Jonge. Er is geen sprake van een vrijwilligersvergoeding als de vergoeding per uur hoger is dan 5 euro (of 2,75 euro voor een vrijwilliger jonger dan 21 jaar). Een stembureaulid kreeg bij de afgelopen provinciale staten- en waterschapsverkiezingen gemiddeld per dag 165 euro, een voorzitter 194 euro en een teller 52 euro. Voor veel stembureauleden komt de vergoeding voor hun inzet dus boven de 5 euro per uur uit en kunnen zij dus geen gebruik kunnen maken van de vrijwilligersregeling, aldus De Jonge, maar is er sprake van een 'marktconforme beloning'.
Het eerste experiment met nieuwe stembiljetten zal op kleine schaal worden uitgevoerd, bij vier kleine gemeenten
Gesprekken over knelpunten
In een debat in juni van dit jaar zegde de minister echter toe om met gemeenten te spreken over hoe het gaat met de vrijwilligersvergoeding en of er knelpunten zijn in de uitvoeringspraktijk. Over de uitkomst zou de minister de Tweede Kamer voor het eind van dit jaar informeren, maar de gesprekken lopen nog en intussen zijn er vervroegde Tweede Kamerverkiezingen uitgeschreven. De Jonge zal daarom nog voor het commissiedebat van 28 september in de brief over de evaluatie van de provinciale staten- en waterschapsverkiezingen de Kamer infomeren over de voortgang van deze gesprekken. Een ander punt van zorg is het vinden van geschikte locaties voor stembureaus. Bij het ministerie zijn er nu nog geen signalen dat het vinden van locaties leidt tot grote problemen, al blijft het vanwege de korte voorbereidingstijd voor de verkiezingen wel alert op deze signalen.
Experiment nieuwe stembiljetten
Verder heeft de minister bij de evaluatie van de gemeenteraadsverkiezingen aangekondigd om een eerste experiment uit te voeren met nieuwe stembiljetten tijdens de verkiezing van het Europees Parlement op 6 juni 2024. ‘Het eerste experiment zal op kleine schaal worden uitgevoerd, bij vier kleine gemeenten.’ Het experimenteren met een nieuw stembiljet is mogelijk op basis van de Tijdelijke experimentenwet nieuwe stembiljetten. Pas nadat het Tijdelijke experimentenbesluit in werking is getreden kan de minister gemeenten aanwijzen om deel te nemen aan het experiment. Zij worden daar per brief voor uitgenodigd. Daarna moeten de gemeenteraden nog instemmen met deelname aan het experiment. Er zijn nu dus nog geen gemeenten voor de experimenten aangewezen. De Tweede Kamer wordt hierover uiterlijk een maand voor het experiment geïnformeerd, net als over de wijze van evalueren. De evaluatie van het experiment zelf stuurt de Jonge twee maanden na het experiment naar de Kamer.
Oh man. Wat een land.