Ambtenaren in de gordijnen na oproep Plasterk tot klare taal
Ambtenaren die op hun taalgebruik worden aangesproken, is als het gooien van een knuppel in het hoenderhok.
De uitspraak van minister Plasterk (Binnenlandse Zaken) dat de ambtelijke voorbereiding van raadsvoorstellen beter moet, schiet bij veel ambtenaren in het verkeerde keelgat. Bijval krijgt hij echter ook. En de bal teruggekaatst.
Ambtenaren die op hun taalgebruik worden aangesproken, is als het gooien van een knuppel in het hoenderhok. ‘Helder en begrijpelijk’ moeten de stukken aan de raadsleden zijn, zei Plasterk recent in een interview in Binnenlands Bestuur over de kwaliteit van raadsleden. In een oogopslag moet duidelijk zijn waar de keuzes liggen en wat daarvan de gevolgen zijn.
‘Ja, de ambtenaren hebben het weer gedaan. Gaan we nu het ‘met dedain praten over de politiek’ inruilen voor ‘met dedain praten over ambtenaren’, reageert een BB-lezer op de website. ‘Het zal je baas maar zijn, om ongezouten blijk te geven van dedain voor zijn ambtenaren’, stelt ambtenaar Marten in een reactie.
Plasje
Het euvel ligt niet bij de ambtenaar, maar in het traject dat een nota tussen ambtenaar en de raadszaal aflegt, pareert beleidsmedewerker Jos Praat de kritiek van Plasterk. ‘We schrijven duidelijke taal. Het wordt pas ingewikkeld doordat een nota vele managementlagen – en een toenemend aantal samenwerkingsverbanden – door moet en daarna, via de griffie (die ook nog wel eens contrair wil gaan) het politieke circuit bereikt. Wanneer ieder er z’n plasje over heeft gedaan, bereikt een ander stuk dan het concept, inmiddels voorzien van verhullend taalgebruik en compromissen, de raad. En die moet daar vervolgens chocolade van zien te maken.’
Ook adviseur Xander stelt duidelijke taal te schrijven, maar dat de raadsstukken zo compact worden samengevat, ‘dat het logisch is dat ze er niets van snappen.’ Ambtenaren kunnen best begrijpelijk schrijven, maar worden vaak teruggefloten door ‘bestuurders die een voorliefde hebben voor vaag taalgebruik’, voegt M. van Doorne toe.
Bijval krijgt Plasterk echter ook. ‘De minister heeft volstrekt gelijk dat hij op deze wijze een bijdrage levert aan het debat over dit thema’, vindt Rikkert, directeur strategie bij een gemeentelijk samenwerkingsverband. Volgens hem valt er nog veel winst te behalen bij het schrijven in klare taal. ‘Daarbij moeten uiteraard niet alle ambtenaren over een kam worden geschoren. Ik zou zeggen: wie de schoen past trekt hem aan.’
Het is in zijn ogen te gemakkelijk om het door Plasterk gemaakte punt terzijde te schuiven. Beleidsadviseur Joost is het daar volmondig mee eens. ‘Ik zie dagelijks collegebesluiten en raadsvoorstellen. Die zitten vol met ingewikkelde zinnen en moeilijke woorden.’ Dat kan anders, vindt ook deze ambtenaar. Ambtenaren en politici moeten elkaar aanspreken op onzinnig taalgebruik, stelt adviseur strategie Ipe van der Deen, die daaraan toevoegt dat ‘onzinnig taalgebruik vaak wordt gebruikt om dingen te verhullen’.
Circulaires
Plasterk krijgt ook zelf de wind van voren. ‘Zullen we dan eens beginnen dat in Den Haag begrijpelijke wetgeving tot stand komt!!!’, stelt raadsgriffier Ricus Tiekstra. De minister moet de hand in eigen boezem steken, vindt ook H. Heezen. ‘Ik lees een paar maal per jaar de circulaire over het gemeentefonds. Dikke pakken papier: onbegrijpelijk en schier onleesbaar. Het enige wat echt duidelijk en helder is in het stuk is de ondertekening… door minister Plasterk.’
‘Het lijkt mij dat de minister eerst bij zijn eigen ministerie kan beginnen’, valt de gepensioneerde Wiersma bij. ‘Circulaires vanuit menig ministerie zijn voor een leek onleesbaar. Er worden termen gebezigd die voor een buitenstaander onbegrijpelijk zijn’, fulmineert adviseur Johannes. ‘Bijvoorbeeld recidive. Voor een gemiddelde uitkeringsgerechtigde is dat abracadabra. Waarom niet gewoon “herhaling”.’ Een wethouder verwijst in een reactie naar de site bobotaal.nl: de schandpaal voor cliché-ridders. Daar zijn prachtige – nietszeggende − volzinnen te lezen. Wat te denken van ‘We moeten de focus die bij de horizon ligt niet uit het oog verliezen’, ‘ik veroorzaak een rimpeling en draag bij aan het kantelen van processen’ of ‘wij refl ecteren ook zelf allemaal de verbinding.’
Ambtenaren en wethouders in Heusden worden letterlijk, zij het met een knipoog, aan de schandpaal genageld als ze het met vaag taalgebruik in stukken te bont maken. De D66-fractie heeft daarvoor de Wazzie in het leven geroepen, twitterde D66-fractievoorzitter Han Vonk. De Wazzie − ‘ook bekend als wazzeettie’ (wat zegt hij, red.) − is een wisselbeker voor het meest ‘virtuoos ambtelijk taalgebruik’. Doel van de Wazzie is een beter taalgebruik in de lokale politiek, stelt de D66-fractie. Die moet helder, begrijpelijk, samenhangend en eenduidig zijn.
Het college van Heusden heeft de Wazzie 2013 gewonnen, met zijn beantwoording van technische vragen over de Voorjaarsnota 2013: ‘Als er meer formatie drukt op de reguliere exploitatie doordat er minder inzet op projecten en bouwgrondexploitaties mogelijk is en je moet binnen een taakstellend budget aan salariskosten blijven, dan moet er meer inspanning worden geleverd om toch op dat bedrag te komen.’
_2 Roepen om “helder en duidelijk”, is als roepen om een “Sterke Man”.
_3 Zeuren over taal, is als water de schuld geven van een lekkage.
_4 Zeg het nooit duidelijker dan je het kunt denken.