Ambtenaar moet verschillende personen zijn
De oude klassieke waarden als onpartijdigheid en stabiliteit gelden niet meer voor ambtenaren. Deugden voor de overheidsmedewerker van 2016 zijn innoverend, verbindend en faciliterend.
Van de ambtenaar uit de 21e eeuw wordt niet meer hetzelfde gevraagd als voor de eeuwwisseling. Werden ze voorheen nog geprezen om onpartijdigheid, stabiliteit en rechtmatigheid, tegenwoordig draait het om innoveren, ondernemen en netwerken. En die eisen conflicteren nog wel eens met de klassieke ambtelijke waarden.
Verbinder
Volgens Zeger van der Wal, de nieuwe bijzonder hoogleraar op de Ien Dales Leerstoel, moet de moderne ambtenaar de komende jaren daarom een heleboel verschillende personen tegelijk gaan worden. ‘Hij of zij wordt steeds meer een verbinder en moet vooral faciliteren, aldus de hoogleraar. 'Daarnaast moet de ambtenaar ervoor zorgen dat alle innovatie uit de buitenwereld, op een slimme manier de overheidsorganisatie binnenkomt. Zonder dat hij opnieuw het wiel probeert uit te vinden.’
'Resilience'
Een andere eigenschap die een modern ambtenarenapparaat in huis moet hebben is zogenoemde ‘resilience’, oftewel veerkracht: ‘Veel overheidsorganisaties kampen met het probleem dat door de reorganisaties kennis is weggelekt,’ legt Van der Wal uit. ‘Ze kunnen ineens moeilijk teruggrijpen op expertise die er bijvoorbeeld in de jaren negentig wel was. Een duidelijk voorbeeld is de vluchtelingencrisis. De kennis over inburgering van de vorige golf asielzoekers is verloren gegaan door een gebrek aan ‘resilience.’
Balkenendenorm niet heilig
Wat betreft de hoogleraar is de Balkenendenorm daarbij niet heilig. ‘Het is een politieke norm, maar mijn mening is dat je een hele goede topmanager ook goed zou moeten kunnen betalen.’ Als hoofddocent publiek management in Singapore ziet hij van dichtbij hoe groot het verschil kan zijn. ‘Hier geldt de omgekeerde redenering, de overheid wil de allerbeste mensen hebben en zijn ook bereid om daarvoor te betalen,’ aldus Van der Wal. ‘Ze willen kunnen concurreren met de private sector en daarnaast hun medewerkers ook niet in de verleiding laten komen om bijvoorbeeld steekpenningen aan te nemen. De secretaris-generaal verdient hier bijvoorbeeld zo’n anderhalf miljoen euro.’
Ien Dales Leerstoel
Vandaag wordt er door de Ien Dales Leerstoel van de Universiteit Leiden, Faculteit Governance and Global Affairs, en het CAOP een debat gehouden over de ambtelijke kernwaarden en integriteitsdilemma’s in de 21e eeuw. De sinds 1 mei aangestelde bijzonder hoogleraar Van der Wal leidt het debat in. Hij is onderzoeksdecaan en hoofddocent publiek management aan de School for Public Policy van de National University of Singapore. Zeger promoveerde in 2008 cum laude in de Bestuurskunde aan de Vrije Universiteit Amsterdam, na korte tijd te hebben gewerkt in de lokale en provinciale ambtenarij.
Er is voldoende wetenschappelijk bewijs dat hogere salarissen geen verbetering van kwaliteit betekenen, zeler niet binnen het beperkte taalgebied waarin we werken. Er is wel een duidelijke correlatie tussen narcistische persoonlijkheidstkenmerken en hogere salarissen.
Geen enkele manager verbetert een kennisorganisatie zoals de meeste overheidsdiensten zijn, zodanig dat een zeer hoog salaris maarschappelijk te verdedigen valt. Een gemiddeld hoger salaris, binnen maatschappelijk geaccepteerde grenzen, kan wel de aantrekkelijkheid van het ambtenaarchap voor capabele werknemers verhogen, evenals beperking van de invloed van managers...