Fusiebonus is vooral malus voor mini’s
Een financiële prikkel is in de ogen van Plasterk één van de mogelijkheden om gemeenten te bewegen op te schalen.
Toegegeven het is een ietwat vreemd woord, maar mini-malus dekt de lading van de herindelingsprikkel die minister Plasterk fusiegemeenten wil geven toch het best. Zelfstandig blijven gaat kleine gemeenten namelijk zwaar geld kosten.
ANALYSE
Om in lijn met het kabinetsbeleid Nederland zo snel mogelijk vol 100.000+ gemeenten te krijgen, lanceerde minister Plasterk van Binnenlandse Zaken een maand geleden in Binnenlands Bestuur het idee herindelen financieel minder onaantrekkelijk te maken. Nu is het nog zo dat gemeenten die fuseren een fors deel van hun vaste inkomsten van het rijk kwijtraken. Bij bijvoorbeeld een fusie van drie naar één gemeente, wordt vanuit het gemeentefonds hetzelfde basisbedrag uitgekeerd voor slechts die ene overblijvende gemeente. Door het twee keer wegvallen van die zogeheten vaste voet gaat zo’n fusiegemeente er acht ton op achteruit. Die vaste voet komt namelijk nu neer op zo’n 400.000 euro per gemeente.
Plasterk nu wil een verlaging van die vaste voet en gemeenten voor dat verlies compenseren met een ruimere bedeling via andere maatstaven. Dat maakt het belang van die vaste bijdrage in het totaal van de gemeentefondsuitkering minder. Evenzo weegt het verlies van een paar van die voeten voor fuserende gemeenten bijgevolg minder zwaar. Deze financiële prikkel is in de ogen van Plasterk één van de mogelijkheden om gemeenten te bewegen op te schalen.
Er is echter ook een keerzijde. Autonome gemeenten die er om hun moverende redenen niet voor kiezen te fuseren maar zelfstandig te blijven, zullen als gevolg van Plasterks ‘positieve prikkel’ een forse veer moeten laten. Met name voor kleine gemeenten hakt die voorgenomen verlaging van de vaste voet er hard in. Voor grote jongens als Eindhoven of Almere maakt een paar ton meer of minder op de totale algemene uitkering niet zo heel veel uit, maar voor een krap 1500 inwoners tellende enclave als Rozendaal (Gelderland) scheelt het meer dan een slok op een borrel. Die gemeente is relatief gezien veel afhankelijker van die vier ton en zal de begroting veel moeilijker sluitend krijgen. Je zou kunnen spreken van een wurgtactiek.
Natuurlijk, er komt compensatie voor de gedeeltelijke amputatie van die vaste voet. Maar de verwachting is wel dat het kabinet die compensatie voor het grootste deel toekent aan gemeenten met bovenlokale opgaven. De kleintjes zullen daar dus weinig mee opschieten.
De vraag dringt zich op of dit allemaal mag. Het op deze manier morrelen aan de algemene uitkering staat minimaal op gespannen voet met de Financiële Verhoudingswet. De Groningse hoogleraar Maarten Allers stelt dat de ingreep er zelfs strijdig mee is. De uitkering van rijk aan gemeenten mag volgens de wet namelijk geen instrument zijn om rijksbeleid te stimuleren. Uit diverse onderzoeken blijkt bovendien dat bij de beslissing al of niet te gaan herindelen de vaste voet geen doorslaggevende rol speelt. Een verhoging van de tegemoetkoming in de zogeheten frictiekosten (wachtgelden, resterende boekwaarden) bij een herindeling zou meer zoden aan de dijk zetten.
Wat ook zou helpen is om gemeenten beter te faciliteren bij de voorbereiding van een fusie. Een slechte voorbereiding is vaak de oorzaak van een hoop extra kosten achteraf. Bijkomend voordeel is dat dit voor het kabinet incidentele extra uitgaven zijn. Met een structurele bijdrage in de vorm van het behoud ‘de vaste voeten’ wekt de minister op zijn minst de suggestie dat schaalvergroting toch minder efficiënt is dan hij beweert.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.