Advertentie

Yes we can: Bètaburgers

Met enige regelmaat stel ik mijzelf beschikbaar als proefkonijn. Niet voor medische proeven, maar voor de ontwikkeling van software.

16 februari 2009

Zo heb ik een tijd OmniFocus getest. Het is software waarmee je Getting Things Done, een methode voor timemanagement, op je computer kunt gebruiken. De term ervoor is bètatesten: je werkt met een product dat nog in ontwikkeling is.

 

Het is een prima deal: als proefkonijn kan ik nog voordat het product op de markt is al werken met de software, gratis en voor niets. Op basis van mijn feedback worden er dingen in de software aangepast, waardoor het uiteindelijke product extra geschikt wordt voor mijn gebruiksdoel. Het nadeel is dat ik werk met een product dat nog niet af is. Daardoor is het niet altijd even stabiel en er ontbreken vaak nog functies. Maar die prijs betaal ik graag: ik vind het leuk om te doen.

 

Voor het bedrijf is het helemaal geweldig: ze krijgen gratis feedback van de klant, al tijdens de ontwikkeling. Softwareontwikkeling kan niet zonder bètatesters: de enige manier om verbeteringen en fouten in een programma te vinden is door er veel mensen mee te laten werken. Open source projecten zoals de webbrowser Firefox en de webserver Apache zijn volledig afhankelijk van onbetaalde bètatesters, maar ook bedrijven als Apple, Google en zelfs Microsoft benutten de input van bètatesters om tijdens de ontwikkeling de input van de klant te benutten.

 

Het vreemde is: ik ben nu ruim tweeënveertig jaar burger van Nederland, maar ik heb van de overheid nog nooit een uitnodiging gekregen om iets te testen. De proefperiode met de OV-chipkaart komt nog het meest in de buurt van een bètatest, maar ik woon niet in Rotterdam, dus die is aan mijn neus voorbij gegaan. Ik kan me als burger altijd en overal helemaal sufleuteren in inspraakprocedures, maar het is erg oninteressant om daar je tijd aan te besteden. Het zijn grotendeels rituelen die juridisch verplicht zijn, terwijl alles toch al geregeld is. Het is gemiddeld genomen ook een bak negatieve energie, zo’n inspraakproces. Allerlei mensen die vreselijk opgewonden zitten te doen. Enquêtes van meer dan zeven vragen zijn ook vervelend: daar kun je als burger je echte ervaring niet in kwijt, waardoor veel waardevolle informatie die je te melden heb niet gehoord kan worden.

 

Nee, laat mij lekker testen. Ik wil graag een bètaburger zijn voor de dingen die me interesseren. Zo zou ik met veel plezier een nieuwe website-in-ontwikkeling van mijn gemeente Utrechtse Heuvelrug testen of een volledig digitale workflow voor een bouwvergunning. Als mijn ziekenhuis in Nieuwegein de intake wil veranderen of een nieuw werkproces voor een polikliniek wil testen dan offer ik daar graag een paar uur aan op. Ook werk ik graag mee aan een pilot van de politie met buurttoezicht.

 

De kunst is wel om de juiste bètatesters te vinden: je hebt het meeste aan geïnteresseerd, deskundige burgers die houden van vernieuwing. Daar heeft elk waterschap, elke gemeente en iedere provincie er genoeg van. We zijn een land vol bètatesters. Het wachten is op overheidsorganisaties die dat potentieel van gratis meedenkers slim weten aan te boren.

 

Frans Nauta

 

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Miranda / adviseur
Bij de Belastingdienst maken ze gebruik van betatesters, alleen niet de burger maar eigen medewerkers. Vorige jaar konden belastingambtenaren proefdraaien met de vooringevulde aangifte. Omdat niet iedere belastingmedewerker direct met belastingen werkt (denk aan de ondersteunende processen) heeft dat zinvolle informatie van "burgers" opgeleverd.
Mijn ervaring is dat binnen (semi)overheid eerst in eigen kring getest wordt, onder andere om verkeerde publiciteit te vermijden. Indien goed georganiseerd, kan dit redelijk onafhankelijk zijn.
Advertentie