Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

‘Wij willen excelleren in klein zijn’

Zonder politieke kleur, maar niet kleurloos. Alphen-Chaam ziet het helemaal zitten in haar nieuwe burgemeester Joerie Minses (34). ‘Ik heb mijn mobiele nummer nog niet op de gemeentesite gezet, maar dat kan er best van komen.’

19 december 2014

Joerie Minses zit thuis op de bank in het Limburgse kerkdorp Kelpen-Oler, leest de profielschets voor de nieuwe burgemeester van Alphen-Chaam en denkt: ze zoeken mij! Hij gaat zelf ook op zoek en treft in het Brabantse land waar hij als burgemeester in spe van droomt een overzichtelijke plattelandsgemeente in een prachtige omgeving. Tienduizend mensen op tienduizend hectare.

Minses is meteen verkocht en, verdomd, de vertrouwenscommissie van de Alphen-Chaamse raad is ook verkocht als ze in een Antwerps hotel kennismaakt met de jonge hond uit Midden-Limburg. Wie kan er beter, in de woorden van de profielschets, een ‘warme band’ tussen burgers en bestuur creëren en ook nog eens ‘jongeren aanspreken’? De voltallige raad is verguld met de jonge Limburger die op 18 november in Dorpshuis De Leeuwerik in Galder wordt beëdigd.

Stipt op het afgesproken uur zwaait de deur open van brasserie Klooster van Alphen. Voor Joerie Minses (34) geen Maes van de tap. Gaan je vooroordelen. Gelukkig wel een Limburgse tongval. Zijn Limburgse wortels maken hem, in zijn eigen woorden, ‘eigenlijk ongeschikt voor een burgemeesterschap buiten het Zuiden’. ‘Nu ja, misschien in Kloosterburen, een katholieke enclave in Groningen, waar ze volop carnaval vieren’, lacht Minses.

Serieus: ‘Je kunt niet overal een goede burgemeester zijn. De gemeente moet bij je passen. Ik heb ook heel bewust gesolliciteerd in een gemeente waar ik mij thuis voel. Een gemeente die mij op haar beurt ook omarmt. Ik weet dat ik als persoon niet overal pas en daarmee ook niet als burgemeester. De klik ontbreekt dan. Zoals burgemeester Peter den Oudsten van Groningen zegt dat hij in het Noorden past, zo pas ik in het Zuiden. Het Zuiden zit in mijn bloed. Ik blijf bij mijzelf. Het leven is goed in het Brabantse land; daar kun je bij een Limburger wel mee aankomen.’

Selfie
Een burgemeester die zichzelf wil blijven en dicht bij de inwoners van zijn gemeente wil staan, moet volgens Minses benaderbaar en aanspreekbaar zijn. Tja, welke bestuurder zegt niet dat hij aanspreekbaar is, om vervolgens via een voorlichter met de buitenwereld te communiceren.

‘Dat zal mij niet gebeuren’, zegt Minses. ‘Ik heb mijn 06-nummer nog niet op de gemeentesite gezet, maar dat kan er best van komen. Ik wil het burgemeesterschap eigentijds invullen; het moet ook passen bij mijn leeftijd. Natuurlijk moet je ervoor waken dat het niet allemaal te gewoontjes wordt. Je bent toch eerste burger en je hebt verantwoordelijkheden. Die balans ga ik vinden, maar in die balans hoort wat mij betreft dat mensen mij tutoyeren. Dat wil helemaal niet zeggen dat ik geen oog heb voor het decorum van het burgemeesterschap. Ik zal de waardigheid van het ambt nooit beschamen, maar dat hangt niet af van jij of u. U schept afstand, en die word ik nu juist geacht te verkleinen. Ik ga ook keurig gekleed, maar bij een bericht over mijn voordracht drukt het Brabants Dagblad wel een selfie af van mij, met een gele bril op, en mijn vriendin op Pinkpop. Dat is goed, want zo ben ik ook, zoals ik hier straks ook carnaval vier.’

Burgemeester Minses is jong maar geen groentje in de wereld van de lokale politiek en het bestuur. Hij was op zijn 21ste raadslid in de voormalige gemeente Heythuysen en op zijn 29ste wethouder in de fusie­gemeente Leudal. Bij zijn gedwongen afscheid als wethouder zei hij bitter dat de ‘politiek niet reëel is, en die van Leudal al helemaal niet’ (het CDA trok begin 2013 de stekker uit de coalitie). Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Een paar maanden later was hij weer fractievoorzitter van Ronduit Open. Bij de gemeenteraads­verkiezingen kreeg hij meer stemmen dan wie ook. Maar Ronduit Open werd niet de grootste partij; de weg naar het wethoudershap was versperd. Als wethouder was Minses evenwel ook eerste locoburgemeester geweest en had hij kunnen ruiken aan de stiel van het burgemeesterschap.

‘Toen de burgemeester langdurig ziek werd, werd ik voor de leeuwen geworpen. Het viel mij helemaal niet moeilijk om mijn politieke rol in te wisselen voor een neutrale en verbindende rol. Ik realiseerde mij dat het burgemeesterschap mij wellicht beter paste dan het wethouderschap. Dat was een ontdekking.’

Rasburgemeesters
Joerie Minses kreeg het virus pas goed te pakken, toen hij in het kader van een cursusprogramma ‘Het Nieuwe Besturen’ in Maastricht luisterde naar de ervaringen van de rasburgemeesters Jan Mans en Bas Eenhoorn. ‘De publieke zaak in levenden lijve. Als je na zo veel jaren burgemeesterschap nog met zo veel vuur over het vak kunt praten, dan moet het wel heel bijzonder zijn.’

Het maakte de grensgemeente Alphen-Chaam niets uit welke politieke kleur de nieuwe burgemeester zou hebben. Dat kwam mooi uit, want Joerie Minses heeft geen politieke kleur. Hij is van geen enkele landelijke partij lid en was in Limburg raadslid en wethouder voor een lokale partij.

Minses zegt: ‘Ik ben nu niet even snel lid geworden van een landelijke partij omdat dat weleens goed zou kunnen uitkomen. Ik ben vanuit een lokale partij en vanuit de lokale politiek burgemeester geworden. Ik ben partijloos en volgens mij is dat helemaal niet zo slecht voor een burgemeester. Ik heb alleen mijzelf te bieden. Als ze mij willen hebben, dan moeten ze mij willen vanwege de persoon die ik ben, bedacht ik mij toen ik solliciteerde. Niet vanwege de connecties of de lijntjes. Als ik met een goed verhaal in de regio of in Den Haag geen gehoor krijg omdat ik die lijntjes niet heb, dan is er iets helemaal mis met ons systeem.’

Joerie Minses doet dezer dagen alles wat nieuwkomers in het burgemeestersvak doen: hij volgt een burgemeestersklasje, bezoekt de buren en hij maakt kennis met de gemeente. Alle dertien raadsleden, het is te overzien in Alphen-Chaam, zijn persoonlijk uitgenodigd om de nieuwe burgemeester op sleeptouw te nemen. ‘Maak maar een programma. Geef mij een beeld van de gemeente. De respons was geweldig. Binnen drie dagen hadden acht raadsleden gereageerd.’

De afgelopen weken organiseerde Minses met zijn vriendin Maartje iedere zondagmiddag een wandeltocht van zes kilometer langs bossen, weilanden, heide, zandduinen, beken en vennen. Iedereen was uitgenodigd. Minses is net terug van een bezoek aan ambtgenoot Vincent Braam in buurgemeente Baarle-Nassau. ‘Ik ben blij dat veel burgemeesters in de regio hebben gezegd: “Joerie, als er iets is dan bel je maar.” Dat wil niet zeggen dat ik morgenochtend meteen bel, maar als de nood aan de man is, dan weet ik waar ik kan aankloppen voor een luisterend oor of advies. Het valt mij op dat burgemeesters zo solidair zijn. Misschien heeft dat wel met het gastvrije Zuiden te maken’, aldus burgemeester Minses.

Nuttige ontmoetingen
Vandaag Baarle-Nassau, eerder in de week Gilze en Rijen. Leuke maar ook nuttige ontmoetingen voor Joerie Minses, want met deze buren gaat Alphen-Chaam vanaf 1 januari 2016 ambtelijk fuseren. Zijn jeugdigheid en politieke onafhankelijkheid spraken in Minses’ voordeel, maar heel belangrijk in dit deel van Brabant: ook zijn rotsvaste geloof in het bestaansrecht en de kwaliteit van de kleine gemeente.

En dat vind ik niet omdat ik hier burgemeester wilde worden. Mijn afstudeerscriptie ging over samen­werkingsverbanden als alternatief voor gemeentelijke herindeling. Dat heb ik niet voor niets op mijn cv gezet’, lacht Joerie Minses. ‘Het moet allemaal groter en groter, maar je verliest meer dan je wint. Ik heb ervaren hoe het samengaan van Haelen, Heyt­huysen, Hunsel, Roggel en Neer tot Leudal ten koste is gegaan van de leefbaarheid. De doelstelling in Alphen-Chaam is dat we willen excel­leren in klein zijn. Aan de voorkant de positieve kanten van een kleine gemeente behouden, maar aan de achterkant de efficiëntie en effectiviteit vergroten. Natuurlijk ben je kwetsbaar als kleine organisatie. De medewerkers werken keihard, maar als een ambtenaar ziek is, dan loop je de kans dat een taak gewoon niet meer wordt uitgevoerd. Dat kan niet. Daarom worden we ambtelijk groter om klein te kunnen blijven.’

Bestuurlijke ambitie en valkuilen genoeg, maar een faux pas op het gebied van de ambtelijke fusie zal hem door de inwoners van Alphen-Chaam minder kwalijk worden genomen dan een misstap op het emotionele vlak. Dat je niet thuis geeft of dat wel doet maar op de automatische piloot.

Een recent voorbeeld: in 2013 rijdt een beschonken automobilist voor eetcafé Klein Amerika in Chaam keihard in op een auto met daarin twee tienermeisjes, die in de vlammenzee omkomen. Eén van de brandweer­lieden vecht vruchteloos voor het leven van de meiden, om er bij terugkeer in de kazerne van de vrijwillige brandweer achter te komen dat haar dochter in de auto zat. Dan komt het erop aan. Wat doe je wel en wat niet? Burgemeester of burgervader.

Joerie Minses: ‘Het draait om oprechtheid; alles wat je doet, moet uit jezelf komen. Sommige dingen vallen niet te leren, die zitten in je. Authentieke empathie komt op het juiste moment en op een goede manier tot zijn recht. Mensen voelen dat. Ik vraag mij af of levenservaring daarin bepalend is. Als loco in Leudal heb ik ervaren dat het empathische vermogen in mij zit. Daarbij gaat het niet alleen om het delen van verdriet hoor, maar ook om het uiten van blijdschap. Je moet samen kunnen rouwen maar óók kunnen feesten. In alle gevallen ben ik Joerie en daarna pas burgemeester.’


CV
Joerie Minses (Weert, 1980) studeerde Nederlands Recht aan de Universiteit van Maastricht. Hij was van maart 2010 tot februari 2013 wethouder ruimtelijke ordening, landelijk gebied en volkshuisvesting voor Ronduit Open in Leudal. Voor dit wethouderschap was hij vanaf 2002 raadslid in de voormalige gemeente Heythuysen en vanaf 2007 raadslid in Leudal. Na het wethouderschap werd hij in april 2013 weer raadslid in Leudal en werkte hij als concernjurist bij de gemeente Landgraaf. Minses is op 18 november 2014 beëdigd als burgemeester van de gemeente Alphen-Chaam.


‘Ik zou aan tafel willen zitten bij de aardappeleters’
Favoriete stad en land (niet Nederland).
Maastricht is voor jullie toch buitenland? Nou goed, wat dacht je van Rome, de eeuwige stad. Er zijn zo veel mooie steden in Europa, maar Rome heeft een universele waarde. Op iedere hoek van de straat proef je er de historie. Je kunt uit de geschiedenis lessen trekken die van invloed zijn op de beslissingen die je in de toekomst neemt. Italië is niet mijn favoriete land, dat is IJsland. De weidsheid en de leegte, de ruwheid. Het land heeft een verpletterende indruk op mij gemaakt. Je realiseert je daar dat je als mens heel nietig bent. De natuur is er enorm onvoorspelbaar. Het land heeft zich niet door mensen laten temmen.

In een tijdmachine, waar naartoe?
Ik zou terug willen naar het begin van de twintigste eeuw. Men staat op de drempel van enorme veranderingen. Voel je dat in het Kelpen-Oler van 1905? Ik heb het gevoel dat het een authentieke periode was. Er moest nog zo veel worden uitgevonden. De mens leefde om te overleven en was teruggeworpen op zichzelf. Van Gogh schilderde iets eerder in Oost-Brabant De aardappeleters. Daar zou ik aan tafel willen zitten. Wat verwachtten ze, wat hoopten ze of was het alleen maar misère? Maar ik hoef er niet te blijven, hè? Als ik dan terugkom, beloof ik nooit meer te mopperen over de ongemakken van ons hedendaagse leven.


Dit is de laatste aflevering in de serie De publieke zaak die Binnenlands Bestuur sinds 2011 heeft gepubliceerd.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie