Paal en perk aan gemeenschappelijke regelingen
De toename van gemeenschappelijke regelingen is een gevaar voor de lokale democratie. D66 heeft een initiatiefwetsvoorstel om de wildgroei van deze samenwerkingsverbanden te beteugelen.
Gemeenschappelijke regelingen zijn handig om nieuwe taken uit te voeren, maar de dood in de pot voor de lokale democratie. Gemeenteraden uit het hele land doen inmiddels hun beklag over belangrijke beslissingen die buiten hun gezichtsveld worden genomen. D66 wil met een initiatiefwetsvoorstel de gemeenschappelijke regelingen drastisch beteugelen en terugbrengen. ‘De democratie is hard bezig te verdampen,’ aldus Tweede Kamerlid Gerard Schouw (D66).
Geen enkele invloed van raad
De gemeenteraad wordt steeds vaker buitenspel gezet bij beleid dat gemaakt wordt binnen een samenwerkingsverband . Onlangs concludeerde de Volkskrant dit nog na onderzoek van 264 gezamenlijk regelingen. Het bleek dat vooral bij de inkoop van thuiszorg, jeugdzorg en sociale werkvoorziening er geen enkele invloed van de gemeenteraad meer is. En dat terwijl er over miljoenen wordt beslist. Ook Raadslid.nu luidde eerder al de noodklok nadat bijna driekwart van de raadsleden vond dat gemeenschappelijke regelingen een bedreiging voor de lokale democratie vormt.
Sneller fuseren
‘Gemeenten zullen sneller moeten gaan fuseren,’ zegt Schouw. ‘Dat zal niet bij iedereen goed vallen, maar het is onvermijdelijk. Als je bijvoorbeeld naar de gemeente De Marne kijkt, die heeft momenteel 37 gemeenschappelijke regelingen. Op een inwonertal van slechts tienduizend is dat echt te veel. Je moet dan concluderen dat De Marne niet zelfstandig kan blijven bestaan en moet herindelen. Ik denk dat dat voor alle gemeenten geldt waarbij 65 tot 75 procent van de beslissingen buiten de raad wordt gemaakt.’
Wildgroei
In het wetsvoorstel staat onder meer dat een regeling automatisch moet eindigen na tien jaar. ‘Er is echt wildgroei ontstaan, het is zelfs zo erg dat vaak niemand precies weet hoeveel gemeenschappelijke regelingen er in hun eigen gemeente zijn,’ beweert Schouw. ‘Als de regeling op een gegeven moment vervalt, is iedereen verplicht om na te denken of ze er nog wel mee door willen gaan. Besturen en gemeenteraden moeten dan bewust een keuze maken.’
Belangrijker dan euro's
Of het uitvoeren van de taken per saldo duurder worden bij het afschaffen van de gemeenschappelijke regelingen is nog niet duidelijk. ‘Dat is voorlopig speculatie,’ zegt Schouw. ‘Feit is dat de gemeenteraad geen invloed meer heeft op belangrijke kwesties en dat gaat wat mij betreft boven de euro’s. Het kan immers niet zo zijn dat er in dit land de beslissingen genomen worden door een handjevol wethouders en een burgemeester.’
Scherp houden
Gerard Schouw wil dat volksvertegenwoordigers weer dichter op de huid van de bestuurders zitten. ‘Ik heb zelf in de gemeenteraad gezeten en weet dat hoe meer vragen er vanuit de raad worden gesteld, hoe scherper de ambtenaren en bestuurders blijven. Dat voorkomt verspilling en houdt mensen bij de les. hoe meer je zaken op afstand van de gemeenteraad organiseert hoe minder kritische massa er is. Met als gevolg dat er bijvoorbeeld miljoentekorten ontstaan.’
Geld verdwenen
Hij vervolgt: ‘Denk maar aan zo’n kwestie met een vuilverbrandingsorganisatie in het verleden. Daarbij had de directie zich niet alleen verrijkt maar ook met het geld van de gemeenschappelijke regeling riskante investeringen gedaan. Dat geld was dus verdwenen. Aan het eind van het liedje werden al die gemeenteraden geconfronteerd met de rekening. En toen hadden ze geen keuze meer,’ aldus Gerard Schouw.
Reacties: 20
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Feit is wel dat de gemeenteraden er goed aan zouden doen niet te berusten in het feit dat de gemeenschappelijke regelingen bestaan, maar op zijn minst eens in de vijf jaar elke gemeenschappelijke regeling beoordelen op nut en noodzaak. De rekenkamers kunnen daarbij belangrijke input leveren. Kijk dan meteen of het geografische samenwerkingsverband nog passend is ten opzichte van de andere samenwerkingsverbanden. Dat kan ook leiden tot meer transparantie. Bovendien is er nu onder de gewijzigde Wgr meer tijd om kritisch te kijken naar de begroting en de rekening van de Wgr. Griffiers kunnen daar als belangrijkste adviseur van de raad een agenda sturende rol in spelen.
Los daarvan: raden laten inderdaad veel gebeuren in gr-besturen, maar ze hebben echt wel mogelijkheden om daar zicht en grip op te krijgen. Zie ook reactie Ricus en Els. Er zal wel meer samenwerking tussen de raden in de regio moeten komen om die grip te organiseren.
Dan vraag ik mij af welk probleem een herindeling oplost.
In de democratische rechtsstaat dient de uitoefening van overheidsmacht democratisch te worden gelegitimeerd en/of democratisch te worden gecontroleerd. En hier ligt een lastige, maar schone taak voor de Gemeenteraad. De wet biedt tal van mogelijkheden om de Raad zijn rol te laten nemen. Ik noem: Politieke verantwoordelijkheid van bestuurders verlangen, bijvoorbeeld rekenschap en uitleg geven, staan voor je keuzes, feedback ontvangen, evalueren van je eigen rol; en Controle door de Raad, via recht op informatie, inlichtingen, onderzoeksrecht, inroepen externe deskundigen, ja zelfs het ontslag van bestuurders vanwege een gebrek aan vertrouwen; en via de Begroting en de inzet van de Rekenkamer.
Het probleem is eerder dat de wet zo ontzettend veel mogelijkheden kent, die vaak zo ingewikkeld zijn, dat de moed je al gauw in de schoenen zinkt. Heel begrijpelijk. En toch is het goed mogelijk, om pro-actief, 'aan de voorkant', de rol van de Gemeenteraad goed in te regelen, bij iedere vorm van samenwerking.
Geen misverstand: de democratische legitimatie van een samenwerkingsverband is beslist problematisch, zeker nu steeds meer gemeentelijke taken min of meer verplicht in samenwerking moeten worden uitgevoerd. Je kunt een punt naderen dat ambtelijke en of bestuurlijke fusie de voorkeur moet gaan krijgen. Maar op veel plaatsen zal dat punt niet worden bereikt. En dan loont het de moeite juist te investeren in de samenwerkingsvaardigheden van de gemeente. Hoe lastig en complex dan ook. Want neem van mij aan, samenwerken zal blijvend noodzakelijk zijn, ook voor gemeenten met meer dan 100.000 inwoners. Geen organisatie, geen bedrijf kan nog zonder. En zeker gemeenten niet, die immers een vooraanstaande rol in de 'netwerksamenleving' gaan vervullen, en van wie toch hopelijk mag worden verwacht dat ze het kunstje van samenwerken zelf ook een beetje onder de knie proberen te krijgen...
De actuele discussie en de berichtgeving hierover leunt op een positiespel met veel, deels tegenstrijdige belangen. Bezuiniging, verlies van rechten, angst voor verschillen in aanbod en toegang liggen aan de basis van de roep om meer tijd en meer geld. De gebreken en perverse prikkels in het huidige stelsel – dat we eigenlijk al sinds medio jaren zeventig met lapmiddelen proberen te renoveren – lijken vergeten. Behalve dan bij incidenten, als er slachtoffers vielen omdat protocollen niet werkten, hulpverleners elkaar blindelings verdrongen rondom één gezin, of gefraudeerd werd met persoonsgebonden budgetten. Maar al snel gaat het daarna weer over meer, meer en meer. Niet over hoe gemeenten, zorginstellingen en burgers met vereende kracht die verzorgingsstad of –straat opbouwen, waarin goed voor kwetsbare mensen blijft worden gezorgd.
Temidden van het gekrakeel missen wij dat morele argument. Het gaat bij de lokale inrichting van het sociale domein om cruciale keuzes omtrent de toegankelijkheid, kwaliteit en betaalbaarheid van woon-, zorg- en welzijnsdiensten. Gemeentebestuurders en raadsleden moeten voor de dag komen. Wat willen ze echt voor hun inwoners betekenen. Wat kan wel, wat kan niet (meer) en hoe vangen we dat op? Het kan niet anders, of er gaan verschillen ontstaan. Dat is zo raar niet, want zorgbehoeften van mensen verschillen. Dat is wat dichtbij betekent: kijken naar wat echt nodig is. Kostenreductie is een drijfveer, natuurlijk. Maar de grote, onstopbare beweging is die van effectief anticiperen en sturen op de vraag. Want daar is de winst te halen. Het komt er dus op aan dat bestuurders erkennen en uitleggen dat zorg niet overal meer hetzelfde moet zijn.
De grootschalige vernieuwing van de Nederlandse verzorgingsstaat heeft een lokaal speelveld. De decentralisaties vragen om lokale bestuurders en volksvertegenwoordigers met een sterk moreel kompas en een responsieve beleidsuitvoering. Mensen die over partijpolitieke programma’s en uitvoeringsprotocollen heen keuzes durven maken, verantwoorden, uitdragen en… bijstellen. Omdat verschillen begrijpelijk en acceptabel zijn. Alleen dan gaat het lukken. Maar durven raadsleden en bestuurders van gemeenten, zorg- en welzijnsinstellingen dat te doen – in klare taal, met heldere criteria die ieders kwetsbare oude moeder begrijpt?
Daar is twijfel over. Dat is volgens ons een logisch gevolg als technocratische kwartiermakers het voortouw nemen en het accent ligt op risicoreductie, inkoop en procedurele kwesties in de uitvoering. Zonder morele koers in die grote beweging verworden de decentralisaties tot een storm in een glas water en blijven we knutselen aan een wrakkig naoorlogs bouwwerk. Maar ook de burgers zijn aan zet. Bij de vitaliteit van de lokale democratie mogen wel een paar vraagtekens worden gezet. De opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen was een all time low. Zorg dichtbij betekent ook: volksvertegenwoordigers en bestuurders lokaal aanspreken en verantwoordelijk houden. Van dat besef lijken mensen nog onvoldoende doordrongen. En op termijn zou dat wel eens de achilleshiel van de decentralisaties kunnen blijken. Heeft u vorig jaar in de lokale verkiezingsprogramma’s veel gelezen over hoe zorg en welzijn er in de gemeente uit gaat zien?
Nicole Teeuwen, Mary van den Wijngaart en Hans Moors
Wat in ieder geval wel het effect is, van privatiseringen als antwoord op stroperige overheidscircuits, is dat oneigenlijk of inefficiënt gebruik van geld van de burger niet wordt opgelost. Het wordt alleen maar onzichtbaarder maakt. Met het over de schutting gooien van taken verdwijnt ook de kennis en zicht. Ready to be manupulated. Raadsleden, parlementariëres zullen zich zelf onafhankelijker moeten laten informeren. Dat is het enige dat helpt. Organiseer de onafhankelijkheid van kennis en informatie.
Graag rugnummers in plaats van vaagheden.
Dus voor alle gemeente de zelfde wetten .
Logisch
GGD (is), RUD (wordt), Veiligheidsregio (is), Arbeidsmarktregio (quasi-verplicht), Jeugd- en zorgregio (quasi verplicht). M.a.w. het parlement is aan zet geweest bij het ontstaan van nieuwe gr's.
Kwestie van compleet gebrek aan kennis/kunde en van falend dualisme.
De Wet Gemeenschappelijke Regelingen is volstrekt helder over de verplichte betrokkenheid van Gemeenteraad, Provinciale Staten en Algemene Besturen van waterschap. Een 'horizonbepaling' is een elementair onderdeel van een GR.
"De democratie is hard bezig te verdampen", aldus Tweede Kamerlid Gerard Schouw. Daar werkt Schouw dan goed aan mee. Al helemaal door er maar weer eens á la D66 gemeentelijke fusies aan te verbinden. Mede hierdoor wordt het sociaal-economisch draagvlak bij kleine gemeenten volstrekt de nek omgedraaid.
Samenwerken is nodig, dat wordt overal onderkent. Maar door gemeenten maar bij elkaar te duwen, vernietig je het nauwe contact dat burgers en bestuurders nog hebben in kleinere gemeenten. Met alle kwalijke gevolgen van dien. In de "backoffice" van gemeenten kun, nee: moet je centraliseren wat mij betreft, maar het contact van burger en bestuur moet m.i. zo direct mogelijk. Dát voor elkaar krijgen is pas écht bestuurlijke vernieuwing!
Beter zou het dus zijn als D66 in Den Haag nadacht hoe de raden, ook binnen GR's, beter in stelling gebracht kunnen worden. Wat dat betreft heeft de nieuwe wet GR in feite de bestuurlijke vernieuwing geen goede dienst bewezen. In plaats van de GR+ zijn pluspunten af te pakken, had men beter een GR++ mogelijk moeten maken, met méér bevoegdheden. En daarbij dan óók de betrokkenheid van raden borgend. Wat dat laatste betreft: we (de klankbordgroep raadsleden Metropoolregio Eindhoven) proberen dat nu ook bij de MRE te doen en dit D66 plan -maar ook eerdere geluiden uit het Bossche provinciehuis, geven aan dat het een bittere noodzaak is dat we dit goed op de rit krijgen.
Alles wat Schouw wil, heeft maar weinig te maken met bestuurlijke vernieuwing. GR's zijn wèl een (nu gekortwiekte) vorm van bestuurlijke vernieuwing. OK, met de weeffout als het gaat om het involveren van raden, maar dat is op te lossen. Die vernieuwing wil hij grotendeels om zeep helpen. En welke vernieuwing zit in het steeds maar samenvoegen van gemeenten? Niets dus. Laat Schouw/D66 nu eens echt nadenken over hoe het bestuur aangepast kan worden aan onze veranderende samenleving. Hoe het huis van Thorbecke op zijn kop gezet kan worden, want dat laatste is hard nodig.