Het is te stil in de polder
Het stadium dat op elke werkvloer een passende aanpak van integriteitskwesties is ingebed, is nog lang niet bereikt, meent Frank Kerckhaert, voorzitter van de Onderzoeksraad Integriteit Overheid.
In een sprookje helpt een goedmoedige molenaarszoon een oud vrouwtje door de zware takkenbossen op haar rug een eindje te dragen. Dat vrouwtje blijkt eigenlijk een goede fee te zijn. Zij beloont de jongen door hem een aantal wensen te laten doen. Stel dat ook mij dit overkomt, dan zorg ik natuurlijk eerst dat iedereen die mij dierbaar is van de fee een goede gezondheid krijgt. Maar als ik dan nog een wens over heb, ga ik de fee ook vragen om een bestuurlijk Nederland dat geheel vrij is van integriteitskwesties? Ik dacht het niet.
Wij verlangen tegenwoordig van bestuurders en ambtenaren dat zij midden in de maatschappij staan, een breed netwerk hebben, zelf professionele afwegingen durven te maken, op sociale media actief zijn en om kunnen gaan met allerlei vormen van vertrouwelijke en minder vertrouwelijke informatie. Als dat de bouwstenen zijn van moderne functieprofielen, dan is het onvermijdelijk dat daar ook potentiële integriteitsconflicten bij horen.
Mijn wens zou daarom bescheidener zijn. Nu het risico van integriteitsinbreuken inherent is aan de manier waarop wij onze samenleving willen inrichten, moeten er perfecte voorzieningen zijn voor ambtenaren en andere werknemers die met integriteitskwesties geconfronteerd worden. Dan gaat het zowel om de werknemers die zich afvragen wat de juiste handelswijze in een bepaalde situatie is, als om diegenen die in de eigen organisatie mogelijke integriteitsinbreuken signaleren. De procedures moeten bekend zijn, de behandeling van gemelde vermoede misstanden dient vlot èn zorgvuldig èn veilig te zijn en er moet het vertrouwen zijn dat de organisatie ook echt iets gaat doen met signalen en dilemma’s.
Er is al veel in gang gezet op dit terrein, zowel door de overheid, als door verschillende organisaties en bedrijven. Maar we zijn er nog niet. Het stadium dat op elke werkvloer een passende aanpak van integriteitskwesties is ingebed, is nog lang niet bereikt.
Het valt mij op dat op dit terrein de werkgevers- en werknemersorganisaties in het algemeen weinig van zich laten horen. Ook in het wetsvoorstel “Huis voor Klokkenluiders” komen ze amper voor. Juist “onze polder”, het gestructureerde overleg tussen werkgevers en werknemers zou, op het centrale en decentrale niveau, een grote rol kunnen en moeten spelen. In die polder gebeurt nog steeds van alles dat relevant is voor werkend, ondernemend en besturend Nederland.
Maar het vraagstuk integriteit staat niet hoog op de agenda van de diverse overleggen en koepels die onder het poldermodel vallen. Natuurlijk, er zijn bij individuele bonden en werkgeversorganisatie de nodige best practices aan te wijzen, maar dat is nog iets anders dan dat het onderwerp stelselmatig en op gestructureerde wijze de aandacht krijgt, centraal èn decentraal. Dat gebrek aan aandacht is zonde omdat het hier bij uitstek een onderwerp betreft waarbij werkgevers en werknemers een gezamenlijk belang hebben. Zij zijn ook in staat te bevorderen dat het goed wordt geregeld.
Liever dan te wachten op een toevallige ontmoeting met een oud vrouwtje, vestig ik mijn hoop op het commitment, het draagvlak en het netwerk dat het poldermodel te bieden heeft. Nu is het nog stil in de polder. Te stil naar mijn smaak.
Frank Kerckhaert is voorzitter van de Onderzoeksraad Integriteit Overheid
Nee de overheid moet eerst zelf maar eens schoon schip maken door het volledig uitbannen van de systeemfout van het commercieel integriteitsonderzoek. U weet waar precies ik het over heb. De trend heeft zich de voorbije jaren duidelijk afgetekend dat het verre van goed zit, maar bij VNG en BZK voorop duiken ze ervoor weg vanwege belangenverstrengeling en/of vriendjespolitiek.
Het is dus ook naam mijn smaak te stil, maar dan anders. Misschien is het wel "calm before the storm" en gaat er in 2015 nog flink wat veranderen om als overheid zelf helemaal geloofwaardig te zijn, om dan een gevolg te krijgen zoals door u bedoeld. Begin van deze week is daar alvast een opmerkelijk begin mee gemaakt, op V&J. Voorbeeldige onbetrouwbaarheid werd parlementair (of was het nou journalistiek, ik geloof dat laatste) pijnlijk afgeserveerd. Hypocrisie is geen goed voorbeeld, dus dat werd hoog tijd. Nu nog bij de VNG en BZK. We moeten afwachten of het daar toch stil blijft, maar democratisch gezien heeft leven in de brouwerij volgens mij de voorkeur om ook daar aan de slappe top eens wat verandering te krijgen...