Advertentie

Wel/niet steun aan bvo

Hoe als gemeente om te gaan met een betaaldvoetbalorganisatie (bvo), betrokken of afstandelijk? Den Haag nam vorig jaar ten opzichte van ADO een afzijdige positie in. De club raakte in grote financiële problemen. De gemeente kreeg deze week van een onderzoekscommissie onder leiding van Klaas de Vries stevige kritiek op het gevoerde beleid: ‘Benard en benauwd’.

10 oktober 2008

Bestuurlijke betrokkenheid lijkt de meest voor de hand liggende houding voor gemeenten. Zeker als er flink is (mee)geïnvesteerd in een stadion. Of zoals Klaas de Vries de situatie rond ADO en het nieuwe stadion typeerde: wel een nieuw concertgebouw, maar geen orkest.

 

Voetbalclubs spelen zonder twijfel een grote rol bij het imago van een gemeente. Hoeveel mensen kennen Waalwijk vanwege RKC? Maar moet de gemeenschap opdraaien voor hoge spelerssalarissen? Het dilemma dringt zich elke keer weer op als een voetbalclub in financiële problemen komt, en vervolgens aanklopt bij de overheid.

 

Tegenstanders van financiële steun menen dat voetbalclubs zelfstandige ondernemingen zijn, waarmee overheden zich niet zouden moeten bemoeien. Ook de Europese Commissie zit op deze lijn. Voorstanders wijzen op het maatschappelijke belang - er gaat ook geld naar bijvoorbeeld cultuur. Rond de eeuwwisseling wilde Den Haag vooruit met ADO. Bij een grote stad hoort een dito club, vond men toen. Maar de laatste jaren leefde het sentiment ‘geen cent meer naar ADO’ heel sterk, concludeerde de commissie-De Vries.

 

De houding van Den Haag past volgens de KNVB in een trend dat gemeenten steeds terughoudender worden in de steun aan voetbalclubs. ADO werd uiteindelijk gered door een Rijswijkse zakenman, die zo’n 8 miljoen euro in de club stak. Of de gemeente ADO daadwerkelijk ten onder had laten gaan is nog maar de vraag. FC Wageningen is in de recente geschiedenis immers de enige betaald voetbalclub die failliet ging (in 1992). De lijst van gemeenten die hun voetbalclub recentelijk redden – meestal met een (gunstige) lening of koop van een stadion - is veel langer: Deventer, Arnhem, Emmen en Utrecht zijn slechts een paar voorbeelden.

 

In een rapport van accountantsbedrijf KPMG uit 2003 bleek dat alle gemeenten met een betaald voetbalorganisatie binnen de gemeentegrenzen financiële banden onderhielden met club en/of stadion. Maar hoe zit het met de controle op die financiële steun? De licentiecommissie van voetbalbond KNVB controleert alleen of een club financieel gezond is. Van wie het geld afkomstig is, daar gaat de KNVB niet over.

 

Gemeenten kunnen in ruil voor steun openbaarheid eisen. Dat is bijvoorbeeld in Utrecht het geval. De plaatselijke FC maakt sinds een paar jaar de jaarverslagen openbaar. Een andere optie om toezicht te houden: een wethouder zitting laten nemen in de Raad van Commissarissen.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie