Langzaam zo die gaat, that’s the way
De suggestie dat er aan het burgemeestersambt zou worden gesleuteld in eigen kring de nodige beroering gewekt.
Onlangs stuurde de minister van Binnenlandse Zaken (BZK) de Tweede Kamer een brief over de toekomst van het burgemeestersambt. Het lijkt een brief waarin vooral veel niet gebeurt. ‘Minister Bruins Slot laat burgemeesters hun ding doen’, kopte Binnenlands Bestuur.
Veel burgemeesters zullen opgelucht ademhalen. Niet alleen zijn ze definitief ongeschonden de kabinetsformatie doorgekomen, ook het rapport Teveel van het goede? gaat geruststellend diep de la in. Want hoewel dat rapport niets meer doet dan een aantal richtingen suggereren om de oplopende spanningen te verlichten, had de suggestie dat er aan het burgemeestersambt zou worden gesleuteld in eigen kring de nodige beroering gewekt. Als een van de auteurs heb ik daar iets van mee gekregen en veel van geleerd.
Juist daarom heb ik bewondering voor deze brief. Na Plasterk en Ollongren hebben we volgens mij nu een minister die begrijpt hoe je in Nederland aan het binnenlands bestuur sleutelt.
Plasterk was een gevierd wetenschapper en een publieke intellectueel. Toen hij minister van BZK werd, verwachtten velen dat deze professor in de politiek het debat over de Grondwet naar nieuwe hoogtes zou stuwen en grootse dingen zou klaarspelen in het binnenlands bestuur. Dat laatste dacht hij zelf ook, want hij nam meteen de vorming van een superprovincie ter hand. Provinciale herindeling bleek echter een grindbak waar Plasterk zijn karretje nooit meer helemaal uit heeft weten te krijgen. Inmiddels pleit hij in De Telegraaf voor het uitstoten van stikstof.
Na hem trad Ollongren aan. En weer schoven we naar het puntje van onze stoel. Zij was in het wereldje geen onbekende. Voorzitter van de VNG-denktank die het mooie rapport Maatwerkdemocratie had opgeleverd. Er kwamen Thorbeckebrieven en Van Poelje-lezingen vol ideeën: differentiatie zou het worden. Helaas raakte haar ministerschap snel daarna verzeild in de tumultueuze afschaffing van het raadgevend referendum, haar eigen gezondheidsproblemen en corona. En het eindigde met een functie elders: bij Defensie.
En nu staat Bruins Slot aan het roer van het moederdepartement. Ze bracht een uitstekende reputatie mee als officier in Afghanistan, als Kamerlid en als gedeputeerde in Utrecht. Maar over haar ideeën voor het binnenlands bestuur was minder bekend. En dat hield ze zo.
Een minister die begrijpt hoe je hier aan het binnenlands bestuur sleutelt
De speerpuntenbrief die ze vlak na haar aantreden naar de Kamer stuurde, leek vooral gericht op het apaiseren van de grimmige interbestuurlijke verhoudingen. Ze beloofde stabilisering van de financiële verhoudingen en zwachtelde de aanwijzingsbevoegdheid uit het coalitieakkoord keurig in met nader onderzoek en uitgebreide consultatie.
Dat lijkt wat mager in relatie tot de problemen die al een tijdje tegen de muren van het Huis van Thorbecke opkruien. Maar het is juist hoopvol. Want wie hier aan het debat over staatkundige vernieuwing wil deelnemen, zo viel de Nederlandse Amerikaan James Kennedy ooit op, moet eerst omstandig uitleggen wat er allemaal goed gaat en wat dus behouden moet blijven. Wie hier met ideologische dadendrang het binnenlands bestuur binnenhuppelt, wordt daar rap als blauwdrukdenker weer uitgeknuppeld. Vernieuwingsvoorstellen verkopen we in Nederland als achterstallig onderhoud.
Als een likje verf en het vastzetten van een rammelend kozijn in het Huis van Thorbecke. Ook (of juist) als het ver strekkende voorstellen zijn. En minister Bruins Slot slaat vooralsnog precies deze toon aan. Ook in de brief over het burgemeestersambt gaat weer veel goed dat zeker behouden moet blijven. Er moet alleen wel het nodige onderhoud plaatsvinden. Een versterking hier en extra inzet daar.
Maar ondertussen kan het afwegingskader voor burgemeestersbevoegdheden dat de minister aankondigt, een belangrijke paradigmawisseling blijken. De notitie die ze daarvoor meestuurt, contrasteert alvast een instrumentele burgemeester in een uitbollende OOV-portefeuille met de constitutionele handhaver van de openbare orde voorzover die de onmiddellijke inzet van een eenhoofdig ambt rechtvaardigt.
Ik zit weer op het puntje van mijn stoel.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.