Weinig kans voor wetenschap in bestuur
Waarom weten wetenschappers politici niet te bereiken Waarom blijft al het wetenschappelijk onderzoek buiten hun bereik, vraagt Arjo Klamer, wetenschapper en wethouder, zich af.
In hemelsnaam, waar begin ik aan? Dat was de vraag die in me opkwam toen ik het wethouderschap werd ingezogen. Ik had mijn handen vol aan mijn hoogleraarschap met een tiental promotiestudenten en was bezig met een veelbelovend Quality Impact Monitor. En ik had een boek af te maken.
Ronald Plasterk had het eerder gedaan. Hij had zijn hoogleraarschap opgegeven om minister te worden. Die stap had ik nog wel kunnen volgen. Maar wethouder? Ik had geleerd dat het een ondankbare baan is, tijdrovend, met veel gedoe en met weinig resultaat. En met een grote kans om haar vroegtijdig te verliezen. Hoe stom kan iemand zijn? En dan nog wel voor de SP. Ik heb menige mond zien openvallen toen ik dat vertelde. Wethouder? De SP? Is ie gek geworden?
Zoals het zo vaak gaat met belangrijke beslissingen: op het moment dat ik hem nam, kon ik moeilijk uitleggen waarom ik dat deed. Ik leerde dat het goed werkte als ik zei dat ik het uit een verantwoordelijkheidsbesef deed. En ik verzachtte de impact door op te merken dat ik een dag per week hoogleraar zou blijven. En de SP is inmiddels toch een gewone partij?
In werkelijkheid was ik gewoon nieuwsgierig. Ruim veertig jaar heb ik over politiek gesproken, heb ik van allerlei kritiek gehad, en schamper gedaan over politici. De politiek in mijn dorp (want dat is Hilversum) had ik nooit enige aandacht gegeven. Waarom zou ik ook? De wereld is groot, en dit dorp is klein. De onderhandelingen over het college hadden mij al tot een ander inzicht gebracht. Ik begreep er vrijwel niks van. De meeste onderwerpen gingen mijn pet te boven. Ik raakte onder de indruk van wat deze plaatselijke politici aan kennis en kunde etaleerden. Dat intrigeerde. Had ik politiek en politici wel goed begrepen?
Daarbij begon ik me af te vragen of ik met al mijn kennis iets zou kunnen bijdragen aan de grote ommekeer in de verhouding tussen de nationale overheid en de plaatselijke overheden. Wat zou ik als wetenschapper kunnen inbrengen?
Om maar direct mijn bevindingen na zes maanden samen te vatten: de wetenschap draagt bar weinig bij aan het plaatselijke bestuur. En als wetenschapper krijg ik nauwelijks een kans. In al die tijd is nog geen enkele verwijzing naar een wetenschappelijk werk langs gekomen, laat staan een wetenschappelijk stuk. Wetenschappers heb ik niet gezien en niet gesproken. Aanvankelijk vroeg ik nog wel; eens naar de wetenschappelijke onderbouwing van de participatie aanpak en de maatregelen in de zorg. Hoe weten we dat meer keuze beter is, dat inkoop bij commerciële ondernemingen betere resultaten oplevert? Hoe weten we welke aanpak de beste kwaliteit oplevert?
Nu weet ik toevallig veel van een aantal van deze onderwerpen af. Maar veel kans krijg ik niet die kennis in te brengen. Daar is gewoon geen tijd voor. Op maandag geef ik college en heb ik drie uur de aandacht van studenten. Op dinsdag heb ik college en als ik drie minuten krijg is dat veel. Buiten het college is ook nauwelijks tijd. Ik spreek collega’s snel even in de gang, of tussen afspraken door. Zelf ren ik van het ene onderwerp naar het andere. Beleidsstukken moeten gisteren al af zijn en staan op mijn computer voordat ik enige input heb kunnen leveren. Kortom, het politieke bedrijf heeft geen tijd voor wetenschap. Vraag ik een “waarom” of een “hoezo” (de typisch wetenschappelijke vragen zoals ik mijn studenten probeer duidelijk te maken), dan zie ik de goegemeente verzuchten “daar heb je de professor weer.”
Maar de conclusie dat politiek oppervlakkig en onverantwoord is, zou voorbarig zijn. Ik ben eerder onder de indruk van het kritische vermogen van collega wethouders en gemeenteraadsleden (en dat zeg ik niet met politieke bijbedoelingen). In de wetenschap heb ik geleerd kritisch een tekst te lezen, maar ik ben verrast door de scherpte waarmee de mij omringende politici lezen. Ze zien problemen die ik met de beste bedoeling zelf niet zie. Denk ik dat een stuk goed is, blijkt het later te bezwijken onder een spervuur van vragen. Politiek is zoveel ingewikkelder dan ik had kunnen bedenken. Politiek is voor een wetenschapper als deze een les in bescheidenheid.
Mijn vraag heb ik inmiddels veranderd. Waarom weten wetenschappers ons politici niet te bereiken Waarom blijft al het wetenschappelijk onderzoek dat hier gedaan wordt buiten mijn bereik? Is dat onderzoek wel relevant genoeg?
Ik ga dat verder onderzoeken.
Arjo Klamer
Reacties: 5
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Daar heb je meer voor nodig. Ik hou me in het dagelijks leven bezig met advies over parkeervraagstukken. We, de deskundigen, hebben middels onderzoek aangetoond dat de prijs van parkeren niet van invloed is op de keuze voor een bepaald winkelcentrum. Toch beweren veel winkeliers dat het slecht gaat met hun onderneming omdat het parkeren te duur is. Met alleen de statistieken in de hand zijn "we" toch niet in staat om de meerderheid ervan te overtuigen dat de crisis en webwinkels ook van invloed zijn. Daar sta je dan, met je "logos", terwijl je gesprekspartner (ondernemer) volledig in de "pathos"-modus zit. Dus praat je langs elkaar heen en begrijp je elkaar niet. Dat is wennen... ;-)
Waarom niet? De vraag waarom zoveel wetenschappelijk onderzoek lokale politici niet bereikt lijkt me relevant. Wat heeft de vraag of dat vanuit de SP of vanuit een andere partij politieke partij wordt gesteld daarmee te maken? Is de vraag minder belangrijk als die vanuit de SP wordt gesteld dan vanuit bijvoorbeeld D66 of de PvdA?
Precies, de SP is "inmiddels toch een gewone partij", dus waarom SP? Wat zoekt een Euroscepticus die ik hoog inschatte bij de SP?