Vuilnisbakkenjournalistiek
Er is consternatie ontstaan over het verschijnen van een nieuw blad, dat zichzelf nadrukkelijk presenteert als een politieke roddelglossy. Het heet Binnenhof en is een gezamenlijke publicatie van Weekend en het weekblad HP/De Tijd, beide uitgaven van Audax Publishing in Amsterdam.
Op de cover staat Femke Halsema, een filtersigaret in de mond. Het blad biedt foto’s van het privéleven van politici, inclusief hun kinderen, en artikelen over hun geheime relaties (‘Jack de Vries was niet de enige’), over hun hypotheken, hun declaraties, hun eet- en drinkgewoonten en graaigedrag, en over de inhoud van hun vuilnisbakken.
D66-leider Alexander Pechtold zag foto’s van de inhoud van zijn vuilnisbak in het blad staan en klom in de pen om protest aan te tekenen tegen deze ‘vuilnisbakkenjournalistiek’, dit nieuwe hoofdstuk in de zoektocht naar nieuws, primeurs en entertainment. Hij wil niet dat de overheid of de rechterlijke macht grenzen aan de journalistieke vrijheid stellen, maar hoopt dat de journalistiek enige zelfbeheersing herwint en (met het interview met Ruben in De Telgraaf nog vers in het geheugen) zelf met een code komt waarin ieders privacy wordt gerespecteerd.
Ik kan me goed voorstellen dat politici geschrokken zijn van de inhoud van Binnenhof. Oude Haagse codes worden immers doorbroken. Iedereen in en rond Nieuwspoort weet wie het op de Haagse matras met wie doet, maar niemand schreef daar ooit over. Zoals ook nooit werd geschreven over wat er in Nieuwspoort en omgeving werd gezegd en gedaan. In die codes waren al enige scheuren en barsten ontstaan. Zo werd bekend dat Hero Brinkmans drankprobleem in de nachtelijke uren tot problemen kan leiden, en de affaire van Jack de Vries met zijn adjudante was vorige week een week lang nieuws, net zo lang tot De Vries vanwege deze ‘publicitaire druk’ aftrad.
Ik ben bang dat de publicatie van Binnenhof ertoe zal leiden dat nog minder mensen met goede kwaliteiten voor een loopbaan in de politiek zullen kiezen. Het risico van afbraak is immers groter dan ooit. Maar tegelijk heeft het protest van politici tegen deze nieuwe trend iets hypocriets.
Worden politici in Binnenhof niet geconfronteerd met het eindpunt van een ontwikkeling waarin ze zelf zijn meegegaan? Politici moesten immers gewoon zijn, net als alle andere gewone mensen, zo zijn ze zelf gaan vinden. Als je aan die druk toegeeft, in tv-spelletjes gaat zitten, heel persoonlijke interviews geeft en jezelf eindeloos verlaagt om ‘de kloof met de kiezer’ te versmallen of op te heffen – ja, dan vraag je er ook om.
Bovendien hebben politici de vervelende gewoonte ontwikkeld om kiezers van alles en nog wat te beloven. Ze wekken zelf de indruk dat zij (de staat, de overheid) er zijn om alle problemen van burgers op te lossen (in plaats van toe te geven dat zij in negen van de tien gevallen onderdeel of bron van het probleem zijn). Daarmee wordt de burger gedegradeerd tot cliënt en consument. En als je dan geen waar voor hun geld kunt bieden, dan worden de consumenten ontevreden, en moet je niet vreemd opkijken wanneer kiezers je na verloop van tijd met afkeer en minachting tegemoet treden.
Binnenhof is dus een symptoom van een politieke cultuur in verval, en biedt geen enkele bijdrage aan een oplossing van dat probleem. En dat hebben politici aan zichzelf te danken.
Bart Jan Spruyt
Het verwoorden van het algemeen belang kan ook met een sigaret in de mond en een hoofdddoek op.
Een open dialoog, uitleg van de problemen en de voorliggende keuzen - niemand uitgezonderd - bespreken is en vooral doen wat je zegt en uitleggen wanneer je moet afwijken van het ideale standpunt is geloofwaardige politiek.
Of de columnist zelf geen verborgen agenda voert - ook in deze collumn - was en is voor mijn geen vraag.