Verzet tegen voorstel omgevingsdiensten
Het kabinetsvoornemen om ‘ongeveer’ 25 regionale omgevingsdiensten op te richten, stuit op felle tegenstand bij gemeenten. Grote gemeenten willen zelfstandig blijven werken.
Minister Cramer (Vrom, PvdA) stevent af op een nieuw conflict met gemeentekoepel VNG. Na eerdere aanvaringen over de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht), leidt nu ook de aangekondigde oprichting van omgevingsdiensten tot grote verschillen van inzicht. Cramer kondigde aan dat het kabinet volgende week vrijdag een besluit neemt over de aanbevelingen van de commissieMans. Deze commissie, onder leiding van oudburgemeester Jan Mans van Enschede, vindt dat gemeenten moeten worden verplicht om hun handhavingstaken onder te brengen bij regionale omgevingsdiensten. Deze zouden hetzelfde werkgebied moeten krijgen als de 25 politieregio’s.
Op de onlangs in Den Haag gehouden Dag van de Wabo benadrukte Cramer dat ‘voor mij wel vast staat dat er een stevige uitvoeringsstructuur moet komen van ongeveer 25 regionale uitvoeringsdiensten’. Hierbij moeten in de visie van de minister zowel de handhaving en het toezicht, als de vergunningverlening worden ondergebracht. Het rijk moet volgens Cramer een terughoudende rol spelen: ‘Daarom kies ik voor een stevige organisatiestructuur op regionaal schaalniveau.’
De VNG stelt dat veel gemeenten zich ‘overvallen’ voelen door de minister. Volgens de gemeentekoepel moeten de omgevingsdiensten ‘niet op de automatische piloot worden ingericht langs geografische lijnen van 25 veiligheidsregio’s’. In de visie van de VNG moeten de diensten ‘ontstaan langs de lijn van benodigde kwaliteit en bestuurlijke afspraken’.
In een brief aan haar leden schrijft de VNG dat wel ‘een kwaliteitsimpuls’ nodig is bij de vergunningverlening en handhaving. ‘De kwaliteit en continuïteit staan onder druk doordat de wetgeving steeds complexer wordt en de werving en het behoud van voldoende deskundig personeel steeds moeilijker worden.’ Ook meent de VNG dat ‘de huidige verdeling van bevoegdheden complex en niet altijd logisch is’.
Volgens de VNG wil Cramer ‘nagenoeg alle vergunningverlenende en toezichthoudende taken decentraliseren en neerleggen bij gemeenten’. Taken en bevoegdheden van provincies zouden naar de gemeenten gaan. De provincies worden verantwoordelijk voor het interbestuurlijk toezicht, dat nu nog bij het rijk is ondergebracht.
Te ver
De VNG erkent dat ‘een grote reorganisatie’ het gevolg kan zijn. Daarom is volgens de gemeentekoepel draagvlak nodig. Voorzitter Ralp Pans van de VNGdirectieraad maakt in zijn weblog duidelijk dat alleen voldoende steun kan ontstaan als Cramer inbindt. ‘Als het kabinet niet beweegt, zal van een gezamenlijke aanpak geen sprake kunnen zijn’, stelt Pans, die vindt dat het rijk ‘centralistisch en ideologisch’ denkt over de omgevingsdiensten.
Bij grote gemeenten gaan inmiddels stemmen op om verplichte vormen van samenwerking helemaal af te wijzen. Milieuwethouder Wilbert Willems (GroenLinks) van Breda vindt dat de VNG te ver is gegaan door in een gezamenlijke intentieverklaring met het Interprovinciaal Overleg (IPO) voor te stellen om ‘nog dit jaar’ een convenant af te sluiten over ‘de vorming van robuuste, regionale uitvoeringsdiensten’.
‘In Breda zijn 150 medewerkers belast met handhaving’, zegt Willems. ‘Voor een grote gemeente als de onze is het onbestaanbaar om haar hele handhavingsapparaat over te hevelen naar een nieuwe gemeenschappelijke regeling. Er zijn gemeenten die alles goed voor elkaar hebben. Die moet je niet bestraffen voor hun goede gedrag met een verplichte toetreding tot een regionale dienst.’
Willems wil zijn standpunt verwoorden in een brief aan de VNG, waarvoor hij steun hoopt te vinden bij zoveel mogelijk 100.000plusgemeenten. Naar zijn stellige overtuiging schuiven VNG en IPO met hun gezamenlijke intentieverklaring te veel op in de richting van het standpunt van minister Cramer. ‘Ik begrijp dat wel’, zegt Willems, ‘het gebeurt vanuit respectabele argumenten. Op deze manier houden ze bij de minister een voet tussen de deur. Maar als tegelijkertijd op een essentieel punt wordt ingeleverd, en als wordt ingegrepen op de gemeentelijke autonomie, dan is dat een stap te ver. Wij nemen dit zeer hoog op’.
Vrom-inspectie stelt eisen
Gemeenten, provincies of samenwerkingsverbanden moeten voldoende kwaliteit in huis hebben anders moeten zij geen Vromtaken krijgen, vindt Harry Paul, de hoogste baas van de Vrominspectie. Inspecteur-generaal Paul windt er geen doekjes om als het gaat over het decentraliseren van toezichtstaken aan decentrale overheden. ‘Als je niet voldoet aan de kwaliteitseisen, mag je de betreffende toezichtstaken niet doen. Dan gaan de taken naar de buren of naar de bestuurslaag die erboven zit’, zegt Paul in een artikel over toezicht en handhaving dat volgende week in Binnenlands Bestuur verschijnt.
Volgens Paul is het stellen van kwaliteitseisen nodig vanwege de politieke verantwoordelijkheid van de minister. ‘Decentraliseren is prima, maar het moet dus wel goed geregeld zijn. We moeten niet vergeten dat het heel belangrijk is dat de minister haar verantwoordelijkheid voor het totale stelsel van het Vrom-beleid en -regelgeving kan waarmaken.’ Volgens Paul gaat het om haar verantwoordelijkheid tegenover de Kamer, maar ook om het nakomen van Europese afspraken. Decentralisatie van de taken is een strijdpunt tussen enerzijds het rijk, en anderzijds de provincie en gemeenten.
De VNG heeft naast de oorspronkelijke bezwaren tegen de Wabo al eerder gepleit voor de gemeente als ‘centraal loket van Nederland’. En diezelfde VNG heeft al direct ingestemd met de koers van minister Cramer. Dat de landverhuizing van de bestaande gemeentelijke backoffice op het Wabo-werkterrein enorm effect zal hebben lijkt voor de beide hoofdrolspelers slechts een plooi die de komende paar jaar nog glad gestreken moet worden. Ze gaan er kennelijk verder van uit, dat hun strategie niet demotiverend zal zijn voor gemeenten bij verdere invoering van de Wabo. Appeltje-eitje? Ik ben benieuwd hoe de gemeenten zélf gaan reageren. Vooral ben ik benieuwd naar de reactie van gemeenten die hun zaken wel goed op orde hebben. En toch ingehaald worden door de minister. En nu ook door de VNG.