Vertrouwen overheden en burgers moet verbeterd
De vertrouwensrelatie tussen overheden en burgers moet worden hersteld. En hoe belangrijk openbaarheid ook is, voorkomen moet worden dat ambtenaren als kop van jut eindigen. Dat stelt de Raad van State in zijn algemene beschouwing in zijn donderdag gepresenteerde jaarverslag.
Overheden moeten tijdens en buiten crisissituaties voorspelbaar en consistent optreden. De wetgever moet meer oog hebben voor de uitvoering van wet- en regelgeving. Dat moet hij ook hebben voor het vermogen van burgers om wettelijke regels ook echt te kunnen naleven. De vertrouwensrelatie tussen overheden en burgers moet worden hersteld.
Aanspreekbaar
Een responsieve overheid is daarbij van groot belang. ‘Dat wil zeggen een overheid die een open houding heeft, deskundig is en aanspreekbaar; ook, en juist, op de fouten die zij maakt.’ Dat stelt de Raad van State in zijn algemene beschouwing in zijn donderdag gepresenteerde jaarverslag. En hoe belangrijk openbaarheid ook is, voorkomen moet worden dat ambtenaren als kop van jut eindigen.
Toeslagenaffaire
‘Wederzijds vertrouwen tussen overheden en burgers is cruciaal voor het goed functioneren van onze democratische rechtsstaat’, aldus de Raad van State. Overheden moeten zich verantwoorden voor de gemaakte keuzes en daarover aanspreekbaar zijn. ‘Deze openheid is een belangrijke voorwaarde om de vertrouwensrelatie met burgers op peil te houden.’ De wetgever moet meer oog hebben voor de uitvoering van wet- en regelgeving. ‘Goede wetgeving moet voldoen aan de eisen van rechtszekerheid en rechtsgelijkheid, maar moet ook uitvoerbaar en handhaafbaar zijn.’ Daarnaast moet er voldoende oog zijn voor het perspectief van de burger en ‘hun vermogen om de wettelijke regels daadwerkelijk te kunnen naleven’. Daaraan heeft het bij de toeslagenaffaire kinderopvang ontbroken. ‘Het ontbreken van die aandacht vloeit voort uit te weinig interesse en kennis en te weinig onderling vertrouwen tussen Tweede Kamer, departementen en uitvoeringsorganisaties.’
Fraudeur
Het is belangrijk dat overheden goed in de gaten houden wat wel en niet rechtvaardig uitpakt. ‘Dit vraagt een goede antenne voor wat leeft onder de oppervlakte van de samenleving.’ Als gevolgen van beleid voor bepaalde groepen mensen te ongelijk uitpakken, wordt het vertrouwen aangetast. ‘Dat vertrouwen zakt nog verder weg, als zij zich door niemand beschermd voelen, maar juist ervaren dat zij met wantrouwen worden bejegend, bijvoorbeeld als zij door het maken van een enkele fout worden gebrandmerkt als fraudeur.’
Betere wetgeving nodig
De wetgever, en vooral de regering, moet serieuzer werk maken van wetgeving en er moet minder worden geregeld in gedetailleerde maatschappelijke en politieke akkoorden, vindt de Raad van State. ‘Er moet meer ruimte worden gecreëerd voor de intrinsieke waarde van de wet: wat is de feitelijke opgave, is wetgeving daarvoor het juiste middel, is de probleemanalyse adequaat, is het burgerperspectief in beeld gebracht en is de uitvoering in de analyse betrokken?’
Tegenmacht
Tegenmacht is daarbij van belang. Er moet voldoende ruimte zijn om vanuit ambtelijke deskundigheid serieuze tegenspraak te bieden. Toch waarschuwt de Raad van State. Het demissionaire kabinet heeft een einde gemaakt aan de Rutte-doctrine. Bij elk kabinetsbesluit worden vanaf 1 juli onderliggende stukken van ambtenaren, waarop het besluit is gebaseerd, actief openbaar gemaakt. Hoe belangrijk openbaarheid ook is, moeten ambtenaren uit angst voor represailles niet terughoudend worden om tegenspraak te bieden of beleidsopvattingen op papier te zetten. ‘Bij vermeend falen wordt dan snel gevraagd welke overheidsfunctionarissen tekort zijn geschoten en of dat geen personele consequenties moet hebben. Dat treft bewindspersonen en steeds vaker ook ambtenaren. In de kinderopvangtoeslagenkwestie kwam dit nadrukkelijk naar voren’, stelt de Raad van State.
Grenzen aanspreekbaarheid
‘Het roept de vraag op wat de grenzen zijn aan aanspreekbaarheid. Verantwoordelijkheid is belangrijk, maar kan er ook toe leiden dat personen terughoudend worden hun standpunten in het werkproces kenbaar te maken en kan de kwaliteit van besluitvorming aantasten. Het is de kunst de pijler van openheid zodanig te versterken, dat dit niet onbedoeld leidt tot slijtage van de pijler van deskundigheid.’ De nieuwe werkwijze die per 1 juli moet ingaan, moet verder worden doordacht en uitgewerkt, vindt de Raad van State.
Ik vrees dat dit wordt: “Ze deden een plas en alles bleef zoals het was.”