Verdachte G.W.
Woensdag was de eerste zitting achter gesloten deuren in de rechtszaak tegen volkstribuun G.W. aan de Amsterdamse Parnassusweg. G.W. wordt verdacht van haatzaaien tegen vele van zijn Hollandse medeburgers - in casu de hier woonachtige moslims.
Blonde Geert hoopt dat het proces begeleid gaat worden door demonstraties vóór de vrijheid van meningsuiting waar hij iedereen die hem en zijn anti-islamitische levenshouding een warm hart toedraagt van harte voor heeft uitgenodigd. Of en in welke mate er gehoor aan gegeven wordt, moeten we nog even zien. Op zichzelf lijkt het hele proces mij de moeite waard.
Tegenover elkaar staan inderdaad twee beginselen die allebei in hoge mate bescherming verdienen. Natuurlijk moet elke Nederlander zonder meer voor elke mening mogen uitkomen, ook als die door een flinke hoeveelheid van zijn medeburgers voor abject wordt gehouden. Een rechtsstaat die met dit beginsel achteloos omspringt, is het verdedigen nauwelijks waard.
Daartegenover staat het al even hoge beginsel dat geen medemens omwille van zijn geloof, zijn ras, zijn seksuele voorkeur of zijn hoogstpersoonlijke wensdroompjes in woord of geschrift tot de klasse der ondermensen gerekend mag worden, om van daaruit de haat van het weldenkende burgervolk over zich heen gestort te krijgen. De vrijheid om te zeggen wat je wilt en te denken wat je goeddunkt, eindigt daar waar de oproep tot fysieke of andere verwijdering uit de gemeenschap begint. Ik geloof wel dat een samenleving niet al te gauw moet gaan roepen dat er van haatzaai sprake is.
Wie herinnert zich niet de tirades, waarin de grote schrijver Willem Frederik Hermans het rooms-katholieke volksdeel vergeleek met onchristelijke diersoorten als de rat en de wezel. Bovendien neukte al wat rooms was zich volgens hem in die dagen spoorslags naar de getalsmatige meerderheid in dit land.
Enige tijd later kwam wijlen volksschrijver Gerard Reve in het nieuws toen een gereformeerd politicus hem ervan beschuldigde dat hij De Here Jezus in de gedaante van een tegenstribbelende ezel wilde bezitten. In beide gevallen volgde vrijspraak. Kern daarvan was dat je tegen een godsdienstige of geestelijke stroming alle bezwaren onder woorden mag brengen die je maar wilt, maar dat je daarmee nog niet het recht hebt om alle aanhangers van dat geloof of die geestesstroming de grond in te boren. Je mag best roepen dat je vindt dat de islam niet deugt. Maar je gaat te ver als je daaraan toevoegt dat alle islamieten een kopje kleiner gemaakt mogen worden of anders tenminste het land dienen te verlaten.
Uit het oogpunt van de vrijheid van meningsuiting hoop ik, hoe verfoeilijk ik de denkbeelden van verdachte G.W. ook vind, op een onberispelijke vrijspraak. Maar uit het oogpunt van de haatzaaierij hoop ik op een zware douw. Aan het politieke gevolg wil ik maar liever niet denken. Waar de uitspraak ook op neerkomt, hij zal er in alle gevallen toe bijdragen dat de ster van Wilders weer gaat flonkeren, net nu zijn aanhang terug begint te lopen. Maar daar heeft de rechtsstaat niets mee te maken. Die neemt zijn loop met een blinddoek voor de ogen.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.