Vaker samen aan de slag
In opdracht van Binnenlandse Zaken deden PROOF Adviseurs en KWINK groep een inventariserend onderzoek naar regionale samenwerkingsverbanden van decentrale overheden. Wat blijkt? Het totaal aantal geïnventariseerde samenwerkingsverbanden nam ten opzichte van 2017 toe van 1095 naar 1284 – een stijging van 17 procent. Omdat niet alle overheden altijd volledig overzicht hebben, ligt het werkelijke aantal samenwerkingsverbanden waarschijnlijk nog hoger – maar dat geldt ook voor 2017.
Limburg dé kampioen
Het verschilt per regio aan hoeveel samenwerkingsverbanden een gemeente deelneemt. In de provincie Limburg werken gemeenten het meest samen, met gemiddeld 52 samenwerkingsverbanden. In de provincie Friesland werken gemeenten het minst samen met gemiddeld 23 samenwerkingsverbanden. In 2017 waren er in deze provincies ook al de meest en minst samenwerkings-intensieve regio’s.
De grootte van een gemeente (naar inwoneraantal) is van invloed op het aantal samenwerkingsverbanden waar de gemeente in deelneemt. Gemeenten tot 100.000 inwoners nemen gemiddeld deel aan circa 33 samenwerkingsverbanden. Gemeenten met meer dan 100.000 inwoners nemen gemiddeld deel aan 46 samenwerkingsverbanden. In 2017 was ook al te zien dat grotere gemeenten meer samenwerken, maar het verschil met kleinere gemeenten in 2020 gegroeid.
Gemeente zit in 33 clubjes
Het gemiddeld aantal samenwerkingsverbanden per decentrale overheid is voor alle typen overheden gestegen. Bij provincies is de grootste stijging ten opzichte van 2017 te zien: van gemiddeld 27, naar gemiddeld 47 samenwerkingsverbanden. Provincies kennen hiermee ook gemiddeld het meeste aantal samenwerkingsverbanden, in vergelijking met de andere typen decentrale overheden. Gemeenten werken in gemiddeld 33 samenwerkingsverbanden samen (ten opzichte van 27 in 2017) en waterschappen in gemiddeld 19 (ten opzichte van 14 in 2017). De betrokkenheid van provincies is met name terug te zien in het fysieke domein (met inbegrip van energie) en op het gebied van arbeidsmarkt en economie.
Wie is bevoegd?
Geïnventariseerd is welke bestuursorganen zijn betrokken bij het samenwerkingsverband en welke bevoegd heden zijn overgedragen aan het samenwerkingsverband. Bij de meeste samenwerkingsverbanden zijn de colleges/dagelijkse besturen en/of de burgemeesters/ commissarissen van de koning/voorzitters betrokken. Het gaat dan om 80 procent in 2020. Dit aandeel is ten opzichte van 2017 nagenoeg gelijk gebleven. De bevoegdheden van een samenwerkingsverband kunnen bestaan uit het uitvoeren van een primaire taak, het voorbereiden van beleid, het vaststellen van beleid en het uitvoeren van ondersteunende taken. Het meest voorkomende beleidsveld waar samenwerkingsverbanden zich op richten is het fysieke domein (27 procent). Daarna volgen arbeidsmarkt en economie (16 procent), en de Participatiewet (12 procent).
Klik hier voor de pagina's uit het blad
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.