Tussen strafrecht en bestuursrecht
Reinoud den Haan liep als rechterlijk ambtenaar in opleiding stage bij de gemeente Utrecht. Een leerzame ervaring, voor beide partijen. Stagiair Den Haan en burgemeester Wolfsen van Utrecht kijken terug.
‘Regelmatig heb ik hier gedacht: goh, is dat ook iets waar de gemeente zich over buigt? Ja dus. Vooraf wist ik niet dat een afdeling openbare orde en veiligheid zóveel doet, bijvoorbeeld om te voorkómen dat iemand voor autokraak bij ons voor het hekje komt. Het preventieve werk dat door de gemeente wordt verricht, daar ben ik wel van onder de indruk geraakt’.
Aan het woord is Reinoud den Haan, rechterlijk ambtenaar in opleiding (raio), die een jaar lang stage liep op de afdeling openbare orde en veiligheid van de gemeente Utrecht. De meeste van zijn collega’s lopen hun verplichte buitenstage in de advocatuur, maar Den Haan koos voor de gemeente. Een initiatief dat ook volgens burgemeester Wolfsen naar meer smaakt.
Na zijn stage gaat Den Haan (35) aan de slag als officier van justitie in Zwolle. ‘Het openbaar ministerie en de rechtbank leven heel erg in een strafrechtwereld. Voor een officier is een zitting op de rechtbank vaak één politierechterzaak. Een vernieling, een mishandeling. Je hebt niet echt tijd voor alle achtergronden van een kwestie. Maar hier, op het gemeentehuis, zie je wat er áchter zo’n zaak schuil kan gaan. Je leert hier kijken naar de problemen op straat waar je als gemeente niet altijd een antwoord op hebt, maar waar je eigenlijk wel een antwoord op móet hebben’.
Den Haan: ‘Ik wilde me zoveel mogelijk begeven op het grensvlak tussen bestuursrecht en strafrecht, of liever het schemergebied waar beide samenkomen en soms behoorlijk langs elkaar heen schuren’. Als individueel officier van justitie, vertelt Den Haan, heb je niet erg veel met een gemeente te maken. Politie, OM en burgemeester overleggen weliswaar in een regionale of districtelijke driehoek, maar pas tijdens zijn stage drong het tot Den Haan door hoe hecht de samenwerking tussen die drie instanties is. Hij woonde tal van vergaderingen en overleggen bij en zag hoe de drie diensten gezamenlijk hun standpunt bepalen.
Voetbalwet
Den Haan loopt sinds 1 april 2009 rond op het gemeentehuis. In het afgelopen jaar gebeurde er het een en ander in de Domstad. De raio was betrokken bij de voorbereidingen voor de jaarlijkse Vrijmarkt, bij bezoeken van de koninklijke familie en van oud-minister Van der Laan (Wijken). De kraakbeweging hield een landelijke demonstratie in Utrecht die Den Haan deels ter plekke meemaakte en deels vanuit de ‘crisisbunker’.
Amper een week na het begin van zijn stage werd in de wijk Zuilen het huis van een transseksueel belaagd door een groep Marokkaanse jongeren, waarna het ‘alle hens aan dek’ was. Den Haan kreeg te maken met verblijfsontzeggingen en samenscholingsverboden en hij begeleidde de invoering van het wetsvoorstel Ernstige Overlast en Voebalvandalisme (in de volksmond beter bekend als de ‘Voetbalwet’). ‘Als ergens strafrecht en bestuursrecht elkaar raken is het wel bij deze wetgeving’, aldus Den Haan, ‘omdat burgemeester en officier van justitie gedwongen worden tot overleg over dezelfde persoon’.
De aankomend officier van justitie deed ook onderzoek naar de juridische basis voor gedragscontracten voor jonge overlastgevers. Hij werkte mee aan een evaluatie voor de driehoek van zware bestuurlijke maatregelen als gebiedsontzegging en samenscholingsverbod: wanneer dient een burgemeester naar deze middelen te grijpen, voor hoe lang, tegen wie en onder welke voorwaarden? Ook maakte hij notities over onder meer de wet Victoria (de bevoegdheid van een burgemeester om een woning te sluiten) en over de aanpak van overlastgevende huurders.
De praktische kant kwam ook aan bod: Den Haan liep enkele dagen mee met de politie in Zuilen, zowel met de wijkagent, als met de surveillance- eenheid en de recherche. ‘In de gesprekken met de agenten die ik die dagen heb kunnen voeren, heb ik veel opgestoken hoe binnen de politie wordt aangekeken tegen de problemen van een grote probleemwijk, alsook tegen de wereld van het openbaar ministerie en van rechters’, meldt Den Haan.
Hij stuitte daarbij wel eens op onbegrip. ‘Agenten snappen het soms niet dat iemand die geweld tegen hen heeft gepleegd, wegkomt met een werkstraf van veertig uur. Of ze hebben niet altijd zicht op de juridische toets waar een gemeente steeds aan gehouden is bij het treffen van maatregelen.’ Den Haan heeft nu meer begrip voor het werkveld waarbinnen gemeenteambtenaren moeten opereren. ‘Zij hebben voortdurend te maken met een politieke component. Telkens is de vraag: is hier draagvlak voor in de gemeenteraad? Wat is de impact hiervan voor de bestuurders? Bij het openbaar ministerie speelt dat meestal niet’.
Juridische spiegel
Ook vanuit de optiek van de gemeente was de stage nuttig, vindt burgemeester Aleid Wolfsen. ‘Het openbaar ministerie is toch een cruciale veiligheidspartner voor ons. Het is goed als de mensen daar weten wat er in de wijken leeft, dat ze beseffen dat een strafzaak zich vaak afspeelt in een context’, aldus de PvdA-bestuurder, zelf voormalig rechter.
‘Het openbaar ministerie heeft invoelingsvermogen nodig om een goede strafmaat te kunnen eisen. Snelheid of een wijkverbod kan soms belangrijker zijn dan een gevangenisstraf. Tegelijkertijd was Den Haans aanwezigheid voor ons intern een mooie juridische spiegel, een soort externe gewetensfunctie. We hadden iemand erbij die kon nadenken over, bijvoorbeeld, de vraag of zo’n samenscholingsverbod ook stand kan houden bij de rechter’.
Wat Wolfsen betreft krijgt de stage dan ook een vervolg. In Den Haans plaats komt binnenkort een andere raio, maar daarnaast zou het nuttig zijn als gemeenteambtenaren eens een kijkje gingen nemen bij het openbaar ministerie of bij de rechtbank, zegt Wolfsen. ‘Ik zou er sterk vóór zijn. Laat een jurist van de afdeling openbare orde en veiligheid maar eens een poosje draaien als plaatsvervangend officier van justitie, als waarnemend griffier of als parketsecretaris. Waarom niet?’
Ook de politie heeft baat bij dergelijke uitwisselingen, vindt Wolfsen in zijn hoedanigheid als korpsbeheerder. ‘Een officier van justitie moet precies weten wat er speelt in een wijk als Zuilen. Je kunt zeggen: een brandstichting is een brandstichting. Maar in zo’n wijk kan een brandstichting ineens een hele andere lading hebben. Als zo’n jongen, operend in zo’n groep, niet héél snel op zitting verschijnt, verliest de politie haar gezag op straat.’
Wolfsen zegt te hopen dat Den Haan op het parket gaat uitdragen dat strafzaken altijd in hun context bezien moeten worden. ‘Hij weet nu hoe het hier werkt en wat er aan de hand is in bijvoorbeeld Zuilen. Mijn ideaalbeeld: een Utrechtse officier van justitie, dat wil zeggen wonend in Utrecht, doet Utrechtse zaken. We hebben het meegemaakt dat een officier die elders woonde niet eens wist waar Lombok ligt. Dat kan eigenlijk niet. Wat mij betreft zou er op de rechtszitting ook een sfeerprocesverbaal moeten worden aangeleverd. En het invoelingsvermogen over en weer vergroot je het makkelijkste door in elkaars keuken te kijken’
Meeste stages in advocatuur
Een stage van een raio bij een gemeente is geen unicum. Gemiddeld komt het één keer per jaar voor, meldt Conny Hendriksen, communicatieadviseur van Studiecentrum Rechtspleging SSR, het opleidingsinstituut voor de rechterlijke macht. Elk jaar volgen zo’n veertig raio’s een ‘buitenstage’.
‘Dat kan van alles zijn’, aldus Hendriksen. ‘We hebben mensen gehad die op stage gingen bij een politieke partij, bij het Joegoslavië- tribunaal of in het buitenland’. Gangbaar is nog steeds de stage bij een advocatenkantoor. Bij SSR zijn 270 raio’s in opleiding, verspreid over de zes jaar dat de opleiding duurt.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.