‘Rijk kan beter voorbeeld nemen aan gemeenten’
In het politiek-ambtelijke spel binnen de overheid moet er ruimte komen voor tegenspraak. ‘Zo houden onze ambtenaren hun bestuurder scherp.’
De rijksoverheid wil beter gaan functioneren en zou daarbij kunnen kijken naar hoe gemeenten werken. Recht doen aan de belangen van burgers bij de totstandkoming en uitvoering van beleid moet het uitgangspunt worden van de nieuwe manier van sturen.
Technocratisch
De aanzet tot een nieuwe sturingsfilosofie ‘waarin het belang van de samenleving centraal staat’ is verwoord in een discussiestuk van het ministerie van Binnenlandse Zaken op basis van de input van een flink aantal gesprekstafels van beleids- en uitvoeringsambtenaren met burgers, ondernemers, wetenschappers, opiniemakers, politici en bestuurders. De aanleiding was de conclusie van de Tijdelijke commissie Uitvoeringsorganisaties in Klem tussen balie en beleid dat bij de uitvoering van rijksbeleid de focus te vaak ligt op bedrijfsmatige, technocratische waarden als effectiviteit en efficiency. Publieke waarden zoals rechtvaardigheid en het hanteren van de menselijke maat komen er doorgaans bekaaid vanaf, wat onder andere leidt tot een gebrek aan vertrouwen in de overheid.
Buiten de kaders
Om die koers te wijzigen worden in het discussiestuk Op weg naar een veelzijdige overheid wat richtingen aangegeven hoe het anders zou kunnen en moeten. Zo zou er meer gekeken kunnen worden naar hoe provincies en gemeenten de verbinding met de samenleving zoeken. Die zouden er wel in slagen om buiten de kaders te denken en proactief te handelen, verwijzend naar onder meer energiecorporaties, bewonersinitiatieven, herenboerderijen, cliëntenraden, burgerberaden, gemeenten die een avondmarkt organiseren met informatie over de opvang van asielzoekers of samen met direct betrokkenen beleidsnota’s opstellen.
Trainen
In elk geval moet de menselijke maat meer centraal komen te staan bij de rijksoverheid in plaats van ‘het systeem’. De menselijke maat betekent uitgaan van het individu, van vertrouwen, werken vanuit de geest van de wet en ruimte voor ambtenaren om af te wijken van de standaard als dat rechtvaardig is. Voorwaarde is dat rijksambtenaren zich dan ook veilig zouden moeten kunnen voelen om buiten de gestelde kaders te denken en de menselijke maat te kunnen gebruiken. ‘We bieden professionals voldoende handelingsvrijheid en zorgen ervoor dat er binnen de organisatie voldoende tijd en ruimte is voor persoonlijk contact met burgers. We waken voor situaties waarbij standaardisering en digitalisering het gebruiken van de menselijke maat onmogelijk maken’, zo luidt de voorgestelde lijn. Alle ambtenaren zouden ook moeten worden getraind in het werken volgens de menselijke maat.
Tegenspraak
Van diezelfde ambtenaren wordt ook verwacht dat ze zich niet verschuilen achter ‘de Haagse politieke wil’. Ze hebben hun ook zelf een morele verantwoordelijkheid als ze misstanden niet signaleren of laten bestaan en dienen steeds alert te zijn op risico’s van beleid, ook als de politieke druk toeneemt. Als gebrek aan inlevingsvermogen in beleid en wetgeving niet door ambtenaren aan de kaak (kan) worden gesteld, kan dat immers rampzalig uitpakken. ‘Binnen de departementen nemen onze politieke bestuurders en hun ambtenaren de tijd om morele vraagstukken met elkaar te bespreken en die vervolgens ook duidelijk onder de aandacht te brengen. In het politiek-ambtelijke spel binnen de veelzijdige overheid is er ruimte en tijd voor tegenspraak. Zo houden onze ambtenaren hun bestuurders scherp’, aldus het BZK-discussiestuk. Daarbij is overigens wel als disclaimer geplaatst dat de inhoud van dat document ‘niet per definitie een weergave van het standpunt van de bewindspersonen van Binnenlandse Zaken is.’
"Daarbij is overigens wel als disclaimer geplaatst dat de inhoud van dat document ‘niet per definitie een weergave van het standpunt van de bewindspersonen van Binnenlandse Zaken is.’"
De intentie om te veranderen zal er niet of niet genoeg zijn. Ambtenaren spreken de Haagse politiek niet tegen, in tegendeel zelfs, ze doen er zeker richting EU en WEF zelf nog een schepje bovenop. Wat de burger daarvan vindt interesseert niemand, zie ook het gedrag van TK- en EK-leden.