TopJob
Bijna alle kranten en weekbladen hebben hem juichend binnengehaald: Job Cohen, lijsttrekker namens de PvdA en na 9 juni kandidaat-premier voor Nederland. Op Geert Wilders na, die niets beters wist te bedenken dan hem voor de zoveel duizendste keer voor een ‘theedrinkende multicultiknuffelaar’ uit te schelden, sprak vrijwel iedereen van een gouden greep.
Zelfs mensen die tot voor kort hun stem aan Femke Halsema wilden geven omdat zij met kop en schouder boven de andere linkse kandidaten uitsteekt, aarzelen nu ze ook voor Job als Komende Man kunnen kiezen. Over Balkenende, wiens houdbaarheidsdatum ook volgens geheide CDA-aanhangers verstreken is, heeft vrijwel niemand het meer. Alexander Pechtold verbleekt tot een nogal mislukte ex-minister. En die nieuwe van de SP, Emile Roemer, zal bij verder zetelverlies nog ernstig terug gaan verlangen naar de bewogen nadagen van Agnes Kant.
Kortom: het hele politieke landschap is in één klap grondig van karakter veranderd. Dezelfde sociaal-democraten die zopas nog op een troosteloos verlies van onnoemelijk veel zetels stonden, zijn nu ineens de grootste partij in de peilingen. Het is alsof het midden, dat zorgenkindje van de klassieke politiek, zich hervonden heeft en nu met nieuwe kracht zelfs op een kleine stembusoverwinning mag hopen.
Uiteindelijk gaat het daarom in de Nederlandse politiek. Om de vraag of het midden zich weet te handhaven tegen de aantrekkingskracht die zowel extreem links als extreem rechts uitoefent op de moderne boze burger. De drie grote partijen van het midden, het CDA, de PvdA en de VVD, haalden in 1986 samen nog 133 zetels. In 1998 waren dat er nog maar 112, in 2006 niet meer dan 96 en nu, in 2010, halen ze de 75 niet eens meer.
Ik geloof niet dat er onder de Nederlandse politici één figuur is die meer in aanmerking komt voor de eretitel ‘man van het midden’ dan uitgerekend Job Cohen. Wat is er eigenlijk tegen zijn pleidooi voor een samenleving die op fatsoen en niet op onderlinge verwerping naar ras, geloof of sexuele voorkeur gebaseerd is? Iedereen die hem soft noemt vergeet bovendien gemakshalve dat hij Amsterdam graag vol met camera’s hangt en dat hij ter plaatse de eerste pleitbezorger is van het groepsfouilleren door de politie.
Mijn collega-columnist Max Pam vroeg zich hardop af of Amsterdam echt wel zoveel veiliger geworden was onder het bewind van Job Cohen. Per kerende post kreeg hij zijn antwoord van een Amsterdamse veiligheidsonderzoeker. Ja, Amsterdam was onder Cohen 20 procent veiliger geworden. Staatroof, overlast door veelplegers, drugsoverlast, kwaadwillende jeugdgroepen: allemaal veel minder dan voorheen. Job Cohen soft? Ik dacht het niet. Ik denk zelfs dat hij verantwoordelijk is voor de hardste Vreemdelingenwet die Nederland na de oorlog gekend heeft.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.