Toekomst concernloket Gasunie onzeker
Gemeenten en provincies weigeren financiering van concernloket van het rijk over te nemen. ‘Niemand is geholpen met een oerwoud aan loketten.
Het in de afgelopen jaren opgetuigde concernloket van Gasunie houdt eind dit jaar wellicht op te bestaan. De ministeries van Vrom en Economische Zaken willen dat gemeenten, provincies en waterschappen de financiering overnemen.
Het concernloket is in 2007 in het leven geroepen in Groningen. Omdat het buizenstelsel van Gasunie het grondgebied van rijk, provincies, gemeenten en waterschappen doorkruist, kreeg het concern bij vergunningverlening te maken met verschillende overheden. Om kennis te bundelen en informatie te stroomlijnen, werd met geld van Vrom en Economische Zaken een concernloket opgericht. Dit moest leiden tot snellere procedures en beter overzicht.
Deelnemers waren onder meer de provincie, gemeenten, waterschappen en Rijkswaterstaat. Volgens voorzitter Hans Alders van EnergieNed vormt het loket ‘het bewijs dat vrijwillige samenwerking tussen overheden daadwerkelijk efficiencyverbetering en kwaliteitsverhoging oplevert’. Deze stelling wordt breed onderschreven, zo blijkt bij navraag.
Alders is tevens voorzitter van een stuurgroep die landelijke opschaling van het concernloket nastreeft. De aanleg van enkele honderden kilometers aan nieuwe gastransportleidingen (de zogeheten ‘Noord-Zuid Route’) is hiervoor de aanleiding.
Discussie over budget
Juist nu is echter discussie ontstaan over de financiering van het concernloket. Vrom en Economische Zaken betalen tot eind 2009, daarna is het afgelopen. ‘Wij hebben budget beschikbaar gesteld om de operationele kosten te dekken, maar na dit jaar moet dit worden overgenomen door degenen die direct baat hebben bij het gezamenlijk toezicht en de vergunningverlening’, zegt een woordvoerder van Vrom desgevraagd.
Het standpunt van de Unie van Waterschappen is vooralsnog onduidelijk. Gemeenten en provincies voelen er niets voor om financieel bij te dragen aan het concernloket. Het Inter Provinciaal Overleg (IPO) verwijst naar lopende gesprekken over de toekomst van de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving. Hierin speelt de mogelijke oprichting van omgevingsdiensten een grote rol. Het concernloket moet in dat verband worden besproken, zegt een woordvoerster van het IPO. De provinciekoepel stelt zich daarom ‘vooralsnog terughoudend’ op als het gaat om het financieel ondersteunen van het loket.
Bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) klinkt een vergelijkbaar geluid. ‘Het concernloket is door het rijk opgezet, en het is geen taak voor gemeenten om nu opeens de financiering over te nemen’, zegt een VNG-woordvoerster. Ook zij verwijst naar de gesprekken over de omgevingsdiensten.
Knowhow
Hans Alders beklemtoont dat het concernloket een uitkomst is: ‘Voorheen kon geen enkele gemeente de vereiste knowhow opbouwen omdat elke keer opnieuw het wiel moest worden uitgevonden. Het werkt nu allemaal aanzienlijk effectiever. Wij hebben onze bijdrage geleverd; Gasunie heeft haar zaken intern op orde. Alle informatie is gestroomlijnd en toegankelijk.’
Volgens Alders is voor het concernloket 450.000 euro per jaar nodig: ‘Iedereen is ervan overtuigd: zo kan het, en zo moet het. De vraag is nu alleen hoe we het moeten financieren.’ De VNG-woordvoerster onderschrijft de positieve ervaringen met het concernloket, maar roept de lopende discussie over omgevingsdiensten in herinnering. ‘We willen voorkomen dat je allerlei front offices krijgt die allemaal dezelfde dingen doen. Niemand is geholpen met een oerwoud aan loketten.’
Zie ook het dossier ‘Omgevingsdiensten en Wabo’ op www.binnenlandsbestuur.nl/omgevingsvergunning
De belangrijkste voordelen van het Concernloket zijn de mogelijkheden voor administratieve controles en het delen van kennis. Door administratieve controles wordt het aantal fysieke bezoeken gereduceerd en dat betekent minder belasting voor de toezichthouder en het bedrijf. Kennisdeling betekent dat de toezichthouder niet telkens het wiel hoeft uit te vinden.
Vitens is actief met circa vierhonderd inrichtingen in vijf provincies, 150 gemeenten en elf waterschappen. Uniformering van het toezicht leidt dus tot veel (efficiency-) voordeel voor Vitens. Tijdens milieucontroles (circa vijftig per jaar) zien wij veel verschil tussen de overheden met betrekking tot de interpretatie van voorschriften. Dit leidt vaak tot frustratie en onnodige administratieve handelingen.
In dat kader zijn wij in 2007 gestart met het pilotproject ‘Concern- en systeemtoezicht’. Doel: verschillende overheden met ‘dezelfde bril’ naar onze locaties te laten kijken en daarbij ook gebruik te laten maken van de bedrijfsbrede milieu-informatie die vastgelegd is in het gecertificeerde milieumanagementsysteem. Met een inlogcode is alle milieu- informatie via een applicatie van Concernloket beschikbaar voor overheden.
Inmiddels hebben ongeveer 75 gemeenten meegewerkt aan de pilot. De resultaten zijn zeer positief. Een groot aantal gemeenten past de beproefde werkwijze al toe. In onze optiek is het voortbestaan van het Concernloket van groot maatschappelijk belang. De Gasunie en Vitens hebben een probleem bij de kop gepakt, ook vanuit de gedachte dat door nieuwe regelgeving steeds meer verantwoordelijkheid bij bedrijven komt te liggen.
De bewezen voordelen lijken nu teniet gedaan te worden doordat overheden niet altijd verder kijken dan hun eigen portemonnee. Door deze nauwe blik wordt vernieuwing de kop ingedrukt en worden bedrijven zoals Vitens gedwongen mee te gaan in de verschillende, individuele werkwijzen van de overheden.
Het evaluatierapport ‘Concern- en systeemtoezicht’ kunt u opvragen via walter.ijbema@vitens.nl