Ter Horst houdt mondige burgers op afstand
Guusje ter Horst, de PvdA-minister van Binnenlandse Zaken, is geen voorstander van een open bestuurlijk systeem of van veel directe invloed van burgers. Voorstellen die burgers een belangrijker stem geven en het voor hen gemakkelijker moeten maken de overheid aansprakelijk te houden, worden door haar één voor één verworpen.
Tot verbazing van velen sprak ze zich uit tegen het voorstel van GroenLinks-fractievoorzitter Femke Halsema om het Nederlandse rechters mogelijk te maken wetten te toetsen aan de grondwet. Nederland is de enige westerse democratie waar burgers geen beroep op de grondwet kunnen doen als ze menen dat hun grondrechten worden aangetast.
Als het voorstel van Halsema wordt gerealiseerd, hoeven burgers niet meer de lange gang naar het Europese Hof te maken. Het vorige kabinet steunde de constitutionele toetsing, maar Ter Horst adviseerde de senatoren in de Eerste Kamer het wetsvoorstel af te wijzen. Rechters zouden door de toetsing te veel politieke invloed krijgen, stelt de minister. Ter Horst kreeg haar zin niet, want het voorstel van Halsema werd met de krapst mogelijke meerderheid aangenomen (37 voor, 36 tegen). Maar de GroenLinks-politica heeft met haar voorstel nog een lange weg te gaan: het wetsvoorstel moet na volgende verkiezingen opnieuw door beide Kamers en moet dan een tweederde meerderheid krijgen. Ter Horst krijgt dus nog kansen genoeg het primaat van de Haagse politieke bestuurselite alsnog te bevestigen.
Toen Ter Horst nog burgemeester was in Nijmegen was ze voorstander van de gekozen burgemeester. Eenmaal aangetreden koos ze nadrukkelijk voor het handhaven van de door het CDA en premier Balkenende gewenste kroonbenoemde burgemeester. Wie hoopte dat het allemaal niet zo regentesk bedoeld zou zijn, moest vervolgens constateren dat Ter Horst ook korte metten maakte met het burgemeestersreferendum, dat destijds is ingevoerd als opmaat naar de direct gekozen burgemeester.
Dat leek toen nog een incident om de invloed van de burgers te beperken, maar staat niet op zichzelf. Dat bleek vorige week, toen ze in een debat met de Tweede Kamer een vernieuwing van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) ten gunste van de burgers naar de prullenbak verwees. Ook hiermee zorgde ze voor een draai ten opzichte van het vorige kabinet, net als met het grondwettelijk toetsingsverbod.
In opdracht van het toenmalige kabinet presenteerde de Wageningse hoogleraar recht en bestuur, Bernd van der Meulen, twee jaar geleden een nieuw ontwerp voor de wet die de toegang van burgers tot overheidsinformatie regelt. Hij bepleitte een uitbreiding van de informatieplicht tot alle overheidsorganen, waaronder ook de rechterlijke macht en toezichthouders als De Nederlandsche Bank. De huidige Wob beperkt zich tot bestuursorganen. Ook had de hoogleraar voorgesteld een openbaar register van overheidsdocumenten in het leven te roepen.
Ter Horst gaat echter niet verder dan een toezegging dat ze zal bestuderen welke ideeën uit het voorstel ze eventueel in de bestaande wet zou kunnen opnemen. En daar moet de burger die hoopt op meer inspraak en invloed het voorlopig mee doen.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.