Advertentie

Statenlid wil Kamminga voor rechter

De uit 2001 stammende ‘Geldergate’-affaire blijft oud-commissaris van de koningin Jan Kamminga achtervolgen. Er ligt nu een aangifte tegen hem wegens meineed.

29 augustus 2008

Het Gelderse Statenlid Toine van Bergen (Groep Van Bergen/ Solidara) is vastbesloten: oud-commissaris van de koningin Jan Kamminga (VVD) moet zich voor de strafrechter verantwoorden wegens meineed. ‘Kamminga kan hier niet zomaar mee wegkomen. Dat tart mijn rechtvaardigheidsgevoel’, zegt Van Bergen.

 

In mei 2001 zou Kamminga grote druk op toenmalig PvdAgedeputeerde Wim Scheerder hebben uitgeoefend om op te stappen. Gelderland was in een bestuurscrisis beland omdat fraude was gepleegd bij het evenementenbeleid. Dit behoorde tot Scheerders portefeuille. Kamminga zou op 10 mei 2001 tegen Scheerder hebben gezegd dat hij tot 16 uur de tijd kreeg om vrijwillig zijn functie neer te leggen, omdat anders minister Klaas de Vries zou ingrijpen. Kamminga heeft altijd ontkend dat hij heeft geschermd met interventie door de minister. ‘Ik zakte zowat door mijn stoel’, zei Kamminga in oktober 2001 in Binnenlands Bestuur over het moment dat hij voor het eerst met deze beschuldiging werd geconfronteerd.

 

Ondanks de stelligheid waarmee Kamminga van meet af aan beweert dat hij Scheerder nooit onder druk heeft gezet, bleek later het tegendeel. In een civiele zaak die Scheerder uiteindelijk aanspande tegen de provincie Gelderland, riep de oud-PvdA-gedeputeerde drie getuigen op die zijn verhaal onder ede bevestigden. Kamminga deed deze verklaringen, ook onder ede, tegenover de rechter vervolgens af als ‘onjuist’.

 

‘Ja, Kamminga stond met de vingertjes omhoog’, weet Van Bergen zich te herinneren. ‘Als geïnteresseerd Statenlid woonde ik het getuigenverhoor van Kamminga destijds bij. Ik volgde deze zaak al jarenlang, ook voordat ik zelf in de Staten zat. De conclusie is wat mij betreft duidelijk: dit is klinkklare meineed.’

 

Waarheid

 

Om die reden heeft Van Bergen dinsdag schriftelijk aangifte gedaan bij de hoofdoffcier van justitie in Utrecht. ‘De civiele rechter heeft hierover geen oordeel willen uitspreken, maar strafrechterlijk ligt dit naar mijn idee toch heel anders. Kamminga had tegenover de rechter de waarheid moeten vertellen’, meent Van Bergen. Het Statenlid zal geen genoegen nemen met een afwijzende reactie van de hoofdofficier, kondigt hij alvast aan. ‘Dan ga ik naar het hof, want ik laat dit niet zomaar passeren.’

 

Als Van Bergen niet-ontvankelijk zou worden verklaard omdat hij geen direct belanghebbende is, zou Scheerder zich nog achter de aangifte kunnen scharen. Volgens zijn advocaat Wil Hendriks wil Scheerder de zaak liever achter zich laten. ‘Maar het is niet uitgesloten dat mijn cliënt zich later alsnog in de procedure voegt.’ Op meineed staat een maximumstraf van zes jaar gevangenis of een geldboete van 18.500 euro. Kamminga was niet bereikbaar voor een reactie.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie