Sheriff tegen wil en dank
De burgemeester is een burgervader, of -moeder, die vanuit een onafhankelijke positie invloed uitoefent op het bestuurlijke proces in de gemeente. Het burgemeesterschap is een ambt. Het is deze verdedigingslinie die door burgemeesters wordt gekoesterd, maar die steeds meer onder druk staat.
De moderne burgemeester is juist een actieve, handhavende burgemeester van wie burgers en media verwachten dat hij optreedt in het geval van maatschappelijke problemen, verstoring van de openbare orde en integriteitskwesties.
De verzamelde burgemeesters op het congres van het Nederlands Genootschap van Burgemeesters (NGB) in Wassenaar werd dat beeld door minister van Binnenlandse Zaken Guusje ter Horst (PvdA) nadrukkelijk voorgehouden. ‘Een mooi voorbeeld vind ik burgemeester Akkermans van Echt-Susteren. Hoewel hij pas een paar maanden in functie was, durfde hij zijn nek uit te steken toen hij stuitte op een subsidieconstructie die niet door de beugel kon.’
De burgemeester worstelt echter met de toegenomen hoeveelheid wettelijke bevoegdheden die hem het gevoel geven steeds meer een uitvoerder van rijksbeleid te worden. Hij moet een verklaring afgeven op grond waarvan asielzoekers, de zogeheten generaal-pardonners, een verblijfsvergunning wordt verstrekt. Hij beslist of een burger in een psychiatrisch ziekenhuis wordt opgenomen. De burgemeester beslist in het geval van huiselijk geweld tot het opleggen van een huisverbod.
Het zijn allemaal bevoegdheden waardoor de burgemeester zich als een strenge huisvader kan gedragen, maar die volgens oud-burgemeester van Groningen Jacques Wallage (PvdA), voorzitter van de Raad voor het openbaar bestuur, van de burgemeester ook een sheriff maken. Daardoor verandert de rol en positie van de burgemeester, want al die besluiten zijn onderwerp van politiek debat. De poort naar de burgemeester als politieke functionaris, of hij dat nu wil of niet, staat daarmee wijd open.
De burgemeester kan – zoals de Amsterdamse burgemeester Job Cohen (PvdA) onlangs tijdens de verhoren over het debacle met de Noord-Zuidlijn – dan nog roepen dat hij slechts benoemd is, dat de wethouders de politieke verantwoordelijkheid hebben en houden, en dat de burgemeester dus niet de baas is, maar dat hij de raad en het college slechts stimuleert en coacht. De burgers en media verwachten dat hij als het moet ‘keihard’ (aldus Wallage) optreedt en dat hij als boegbeeld van de overheid zorgt voor een fatsoenlijke samenleving.
Deze burgemeester zal net zo onder politiek vuur komen te liggen als de ministers in Den Haag en dat is volgens Wallage een onwenselijke ontwikkeling.
Het risico voor de burgemeester als politiek bestuurder is juist – en dat is het paradoxale – dat zijn slagkracht afneemt, volgens Ronald Bandell (PvdA), burgemeester van Dordrecht en voorzitter van de burgemeesters. ‘Meer macht gaat ten koste van gezag. Gezag heeft alles te maken met vertrouwen. Als de mensen je niet vertrouwen, heb je geen gezag.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.