Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

Rapportage Europees geld een rommeltje

Wie wil weten welke Nederlandse bedrijven of overheden subsidie ontvangen van Europa en hoeveel, moet een tocht maken langs vier verschillende bureaus. En dan blijken de gegevens die boven tafel komen bepaald niet te kloppen. Sterker, ze zitten er geregeld een honderdvoud naast.

25 juni 2021
cijfers.jpg

Zoekplaatje wie in nederland subsidies ontvangt

Maar liefst 41 miljoen euro zou de Stichting Haagbouw tussen 2014 en 2020 hebben gekregen uit het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Daarmee voert Haagbouw, een bescheiden opleidingscentrum voor de bouwwereld, de officiële Nederlandse lijst aan van ontvangers van subsidies uit dat fonds. Directeur Olaf Polders schiet hard in de lach als Binnenlands Bestuur hem met de cijfers confronteert. Zijn stichting kreeg een aantal jaar terug een EU-subsidie van een paar ton voor de inrichting van een werkplaats. En dat was het dan.

Als nummer twee uit het onderzoek, uitgevoerd door de Brusselse denktank CEPS, komt de Amsterdam Economic Board (AEB) uit de bus. Maar die kreeg bepaald niet de 30 miljoen euro waarover de onderzoekers reppen. Het ging, blijkt bij navraag, slechts om drie ton. Dat geld is bedoeld voor Tech- Grounds, dat IT-professionals opleidt waarbij de focus ligt op vrouwen en culturele diversiteit. De Amsterdam Economic Board laat weten dat het erg vervelend is dat stakeholders nu volstrekt onjuiste bedragen te horen krijgen – zowel in het onderzoek, als na publicatie van de onjuiste gegevens uit dat onderzoek eerder in Binnenlands Bestuur.

Ook TNO staat hoog op het lijstje van CEPS, maar herkent zich niet in de 12 miljoen subsidie die daar wordt vermeld. ‘Dat lijkt me te hoog gegrepen’, zegt een bron bij TNO. Waar ligt de schuld van al die te hoge bedragen op de lijst? Oftewel: waar haalt de Brusselse denktank de data vandaan? Het onderzoek blijkt gebaseerd op de publiekelijk toegankelijke informatie over de fondsen. Die informatie is een wettelijke verplichting.

Europa stelt als eis dat die op één enkele website te vinden is voor alle programma’s: ‘Om transparantie met betrekking tot de steun uit de Fondsen te waarborgen, houden de lidstaten of de beheersautoriteiten een lijst bij van concrete acties per operationeel programma en per fonds in een spreadsheetgegevensformaat, waarmee gegevens kunnen worden gesorteerd, doorzocht, geëxtraheerd, vergeleken en gemakkelijk op internet kunnen worden gepubliceerd, bijvoorbeeld in CSV- of XML-formaat.’ Maar erg betrouwbaar lijken die cijfers dus allemaal niet.

Gefragmenteerd
Het onderzoek naar Europese subsidies is door CEPS uitgevoerd omdat het Europees Parlement wilde weten wie nou precies de twaalf miljoen landbouwsubsidieontvangers en de 600.000 cohesiefondsontvangers zijn. Op basis van die informatie kan immers nieuw beleid worden gemaakt. De informatie over de subsidies was tot dusverre slechts gefragmenteerd te vinden in driehonderd databases binnen de Europese Unie. CEPS brengt nu per EU-lidstaat de 50 grootste directe ontvangers en de 25 eindontvangers van cohesiegelden in beeld, zoals ESF+ en EFRO enerzijds en landbouwsubsidies anderzijds.

Om het nog ingewikkelder te maken: de Nederlandse bedragen zoals vermeld in de Excelsheet, komen weer voort uit vier operationele programma’s voor West-, Noord-, Zuid- en Oost-Nederland. Ze zijn te vinden op de website europaomdehoek.nl. Desgevraagd geeft het ministerie van Economische Zaken aan dat dit inderdaad de verplichte site en de lijst is waar Europa op doelt. En die site is dus ook door CEPS gebruikt als nationaal rapportagesysteem. Maar die gegevens blijken bepaald niet te kloppen.

Hoewel Brussel klip en klaar is over de publicatieverplichtingen, en wat daarmee moet kunnen gebeuren, mailt hoofd managementautoriteit Ruud van Raak van het EFRO-programma Kansen voor West dat hij het kwalijk vindt dat de lijst ook wordt gebruikt voor onderzoeksdoeleinden. Op de site staat daarom een disclaimer: onderzoekers en journalisten worden opgeroepen om de juistheid van de data te controleren bij de vier programma’s voor EFRO in Nederland, in het westen, zuiden, noorden en oosten.

Europa om de hoek wordt gerund door het Samenwerkingsverband Noord Nederland (SNN). Dat verband heeft geen eigen platform waarop gegevens over subsidies worden gedeeld, maar het verwijst door naar Europaomdehoek. nl. Volgens woordvoerder Floor Brenninkmeijer van Europa om de hoek en SNN is dat echter een site voor het brede publiek en toch niet dat verplichte nationale rapportagesysteem. ‘Voor het EFRO-fonds geldt dat er vier managementautoriteiten zijn (Noord, Oost, Zuid en West).

Via de website Europaomdehoek voldoen de cohesiefondsen aan de wettelijk verankerde verplichting vanuit Brussel om het brede publiek te informeren over projecten die subsidie ontvangen. Voor het EFRO-fonds geldt dat alle projecten op de website staan. De overige cohesiefondsen tonen een aantal projecten als voorbeeld.’ Volgt u het nog?

Verrast
Bij nader onderzoek naar de cijfers blijkt dat veel van de fouten voorkomen in het westen van het land. Het programma Kansen voor West laat weten dat het verrast is door de fout van TechGrounds in de rapportage over de Amsterdam Economic Board. ‘Er staat een goede en een foute versie onder verschillende namen op de site.’

Nadat Binnenlands Bestuur laat weten dat er in elk geval ook een fout over de subsidie aan Haagbouw in zit, zegt een woordvoerder dat hij gealarmeerd is. De fout is volgens hem ontstaan ‘in het ict-technische traject van samenvoeging van gegevens uit het bronsysteem, alvorens ze ingelezen zijn in de site’. Zijn bij de automatische verwerking wellicht een paar komma’s verschoven? Eerder werd door verschillende bronnen juist aangegeven dat alle data van West-Nederland handmatig zijn ingevoerd. Kansen voor West laat weten dat de fouten zijn aangepast en dat er uit voorzorg binnenkort een update komt. Rapportages aan Brussel over de subsidies zijn echter wél correct doorgegeven. Inmiddels is een aantal gegevens in de spreadsheet aangepast, waaronder de vermeldingen van Haagbouw, AEB en TNO.

Ook het programma voor Oost-Nederland heeft inmiddels twee aanpassingen gedaan, zo ziet onderzoeker Willem Pieter de Groen van CEPS. De verbeteringen zullen in een corrigendum aan de CEPS-studie worden toegevoegd.

Niet systematisch
Het lijkt dus een rommeltje maar – schrale troost – de problemen in het Nederlandse subsidie-overzicht staan niet op zich. De ‘fragmentatie en onduidelijkheid’ in de financiele rapportage is volgens onderzoeker Willem Pieter de Groen van CEPS in lijn met die in de overige Europese lidstaten. ‘De onjuistheden op de website zijn verschillend van aard en niet systematisch, wat erop wijst dat de informatiehuishouding voor in ieder geval de publieke rapportage niet op orde is.’

Tijdens het onderzoek stelden De Groen en andere CEPS-onderzoekers een groot aantal problemen vast met de publieke rapportage van landbouw- en cohesiegelden in de verschillende lidstaten. ‘Zo is de publicatie van cohesiegelden erg gefragmenteerd, wijken de namen van de ontvangers vaak in meerdere of mindere mate af van de officiële namen in de bedrijfsregisters en zijn er diverse gevallen van ruime over- of onderrapportage. In het rapport doen we daarom ook diverse concrete aanbevelingen om de rapportage in de toekomst te verbeteren. Zoals bijvoorbeeld het opnemen van officiële identificatienummers en het opzetten van een centraal rapportagesysteem.’

Europarlementariër Lara Wolters (PvdA) vindt het zorgwekkend dat een deel van de Nederlandse gegevens over eindontvangers van cohesiegelden nu ook onjuist blijkt. ‘Het laat zien dat in de rapportage van Europese fondsenverdeling nog veel verbeterd kan worden, ook in Nederland. Tegelijk toont het wat mij betreft opnieuw aan dat gegevens over eindbegunstigden van Europese fondsen digitaal inzichtelijk en openbaar moeten zijn. Zo kunnen volksvertegenwoordigers, journalisten en burgers de verdeling van Europees geld controleren. En komen niet alleen administratieve fouten, maar mogelijk ook andere misstanden, zoals fraude, makkelijker aan het licht.’

Over de publicaties in Nederland is ze verrast. ‘Ik wil dat iedereen inzicht kan krijgen in de eindbegunstigden van Europees geld met één Europese openbare database die volledig is. Het zou niet nodig moeten zijn om eerst een tour langs alle regionale instanties in Nederland te moeten maken. Dat is onnodig tijdrovend en maakt het niet overzichtelijker.’

Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie. 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie