Advertentie

Raad van State mist noodzaak schrappen ambtelijke status

Als zo vaak, zit het venijn in de staart. Welk urgent probleem, zo vraagt de Raad van State zich in het slot van haar advies af, wordt nu eigenlijk aangepakt met het wetsvoorstel de ambtelijke status te schrappen?

15 april 2011

Het antwoord geeft het hoogste adviesorgaan alvast maar zelf: nergens wordt de urgentie en de noodzaak van het voorstel om de rechtspositie van ambtenaren gelijk te trekken en te normaliseren met de werknemer in de particuliere sector voldoende gemotiveerd.

 

Het kritische advies van de Raad van State is deze week vrijgegeven, tegelijk met de officiële indiening van het wetsvoorstel van de parlementariërs Koser Kaya (D66) en Van Hijum (CDA). Hun motivatie dat het gaat om ‘een principiële keuze’ omdat ‘de arbeidsverhoudingen bij de overheid uiteindelijk gelijk zouden moeten zijn aan de verhoudingen in het private bedrijfsleven, met uitzondering van die gevallen waarin er zwaarwegende argumenten zijn om dit niet te doen’, acht de Raad van State te mager.

 

De Raad gebruikt haar advies om te waarschuwen voor de mogelijke gevolgen van de operatie in combinatie met de actuele politieke context: de reorganisatie van het ambtenarenapparaat. Daardoor staat het openbaar bestuur de komende jaren ‘in al zijn geledingen’ onder druk. ‘Het kan niet worden uitgesloten dat het onderhavig voorstel een extra belasting zal betekenen voor deze operatie’, aldus de Raad. Het stelt in elk geval extra eisen aan de klemmende motivering van het wetsvoorstel.

 

Principe

 

Volgens de indieners is het voorstel primair van principiële aard. Daarnaast heeft het belangrijke praktische en financiële voordelen. De omvang van het geclaimde financiële voordeel trekt de Raad van State echter in twijfel.

 

Duidelijk wordt dat Koser Kaya en Van Hijum, wederom zonder inhoudelijke motivering, de gunstigste berekeningen hebben gekozen waar het de kosten (eenmalig 76 miljoen euro) en de baten (structureel 7,6 miljoen euro) betreft. De operatie zou daarmee in 10 jaar tijd zijn terugverdiend. Het rapport van onderzoeksbureau SEO waarop zij zich baseren, blijkt diverse scenario’s te geven. Daarbij blijken de marges ‘zeer ruim’ te zijn.

 

Zo schat SEO de eenmalige kosten van de normalisering tussen de 76 en 245 miljoen euro, terwijl de baten op jaarbasis tussen de 5 en 7,6 miljoen euro liggen. In het scenario dat de onderzoekers zelf het meest waarschijnlijk noemen, worden de kosten geschat op 146 miljoen euro en de baten op 6,4 miljoen euro. Dat resulteert in een terugverdientijd van 23 jaar.

 

Ook op een ander vlak overtuigt de onderbouwing van de indieners van het wetsvoorstel niet. Zij voeren aan dat met de normalisering van de rechtspositie de mobiliteit van werknemers in de publieke en de particuliere sector wordt vergroot.

 

Volgens de Raad van State wordt nergens onderbouwd of en in welke mate die mobiliteit als gevolg van die verschillende rechtsposities nu wordt beperkt. Evengoed kan de oorzaak van het mobiliteitsprobleem liggen in de grootte en de eigenheid van de arbeidsmarkt en de verrichte werkzaamheden. ‘Ook speelt het verschil in beloning tussen de publieke en private sector een rol’, aldus de Raad.

 

Normalisering

 

De Raad wijst erop dat de normalisering van de rechtspositie van de ambtenaar - wat is normaal, vraagt de Raad zich overigens af - consequenties zou kunnen hebben voor de honorering van topfunctionarissen in de publieke sector. ‘Richting de ‘normale’ niveaus van de topfunctionarissen in de particuliere sector’, verduidelijkt de Raad. Die verschillen zijn nu nog aanzienlijk.

 

Koser Kaya en Van Hijum stellen in hun reactie zo’n ontwikkeling niet te beogen. ‘Het wetsvoorstel gaat in het geheel niet over de inhoud van de arbeidsvoorwaarden, maar slechts over de wijze waarop wij die tot stand willen laten komen: door onderhandelingen van gelijkwaardige partijen en vastlegging van het resultaat in een cao die doorwerkt in de individuele arbeidsovereenkomst.’

 

Zij zien geen dwingend verband tussen de normalisering van de rechtspositie van ambtenaren met die van werknemers uit de particuliere sector en een op de beloning gericht normaliseringsproces. ‘Net zo min als voor de lagere schalen zien wij dat verband bij de ambtelijke topfunctionarissen’, stellen zij. Zo’n proces achten zij ‘uiterst onaannemelijk.’

 

Imago

 

De Raad van State vindt ook een andere overweging die ten grondslag ligt aan het wetsvoorstel discutabel. Volgens de indieners zou normalisering van de rechtspositie het imagoprobleem van de ambtenaar verminderen.

 

De Raad wijst erop dat uit internationaal onderzoek blijkt dat in landen zonder een ambtelijke status ook imagoproblemen bestaan. De oorzaken liggen onder andere in het gegeven dat ambtenaren formeel en feitelijk de vrijheid van burgers kunnen inperken. ‘Het afschaffen van de ambtelijke status zal daarin geen verandering brengen’, aldus de Raad.

 

Koser Kaya en Van Hijum willen dat nader onderzocht hebben. ‘Ondertussen willen wij liever niet berusten in een negatief imago van Nederlandse ambtenaren. Wij denken dat het afschaffen van de huidige ambtelijke rechtspositie en de daarmee verbonden juridisering bij kan dragen aan een verbetering van dat imago. Maar wij erkennen dat daar ook andere verbeteringen voor nodig zijn. Te denken valt aan deregulering, vermindering van administratieve lasten, tijdigheid van besluitvorming en meer elektronische dienstverlening.’  

Reacties: 3

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Ben Neurink / Coördinator PZ
Eindelijk eens een evenwichtige en genuanceerde beoordeling van de onderbouwing van het voorstel.
Marc Huijbregts
"Zij voeren aan dat met de normalisering van de rechtspositie de mobiliteit van werknemers in de publieke en de particuliere sector wordt vergroot"
Zolang de verschillen in slaris zo groot blijven als dat momenteel het geval is zal er naar mijn mening alleen maar extra uitsroom zijn naar het bedrijfsleven. Veel ambtenaren nemen een lager salaris voorlief ivm. ambtelijke status. Als deze status wegvalt is er niets wat ze in de weg staat om naar het bedrijfsleven over te stappen. Weg kennis. Een slecht doordacht en onderbouwd voorstel.
Ricus Tiekstra / beleidsmedewerker
Het imago van ambtenaren wordt er niet beter op als politici zich keer op keer laatdunkend, over deze voor hen onmisbare beroepsgroep, uitlaten. Als de dames en heren volksvertegenwoordigers en bestuurders zelf een keer met wat meer respect over ambtenaren zouden spreken, zou het imago kunnen verbeteren. voor het overige is het wetsvoorstel volkomen overbodig. Immers de arbeidsvoorwaarden komen al door onderhandelingen tot stand en het ontslaan van ambtenaren is al net zo eenvoudig als het ontslaan van werknemers in het bedrijfsleven. Dus wat beoogd men nu eigenlijk? Geld over de balk smijten en dan weer op het overheidsapparaat moeten bezuinigen?
Advertentie