Raad van Europa wil meer aandacht voor Fries en Limburgs
De Raad van Europa roept Nederland op meer te doen voor de regionale talen. Zo moet het aantal uren onderwijs in het Fries omhoog en moeten het Limburgs en het Nedersaksisch meer aandacht krijgen in lesprogramma's.
De Raad van Europa roept Nederland op meer te doen voor de regionale talen. Zo moet het aantal uren onderwijs in het Fries omhoog en moeten het Limburgs en het Nedersaksisch meer aandacht krijgen in lesprogramma's.
Onderwijs
Het comité van ministers van de Raad doet per minderheidstaal een aantal aanbevelingen. De raad baseert zich op een periodiek rapport van het Comité van Experts van het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden. Er moeten meer uren onderwijs in het Fries op basisscholen en middelbare scholen bij en de raad wil meer aandacht voor de Friese cultuur en geschiedenis in het onderwijs. Het Limburgs en het Nedersaksisch moeten studievakken aan de universiteit worden en in alle lagen van het onderwijs meer aandacht krijgen.
Sinti en Roma
Voor bescherming van het Sinti-Romanes, gesproken door Sinti en Roma, wil de raad dat er meer contact gelegd en onderhouden wordt met sprekers van de taal. Ook moet de geschiedenis en cultuur van de groep opgenomen worden in het onderwijs. De raad wil ook meer aandacht en steun voor het Jiddisj. De Raad van Europa kan lidstaten geen maatregelen opleggen, maar enkel aanbevelingen doen.
Officiële talen
Nederland kent twee officiële talen: het Nederlands en het Fries. Daarnaast zijn het Limburgs en Nedersaksisch via Europese afspraken erkend als regionale talen en het Jiddisj en Sinti-Romanes als non-territoriale talen. Op Bonaire, Sint-Eustatius en Saba zijn ook Papiaments en Engels erkend als officiële talen. (ANP)
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Naar mijn idee zit het reguliere onderwijsprogramma vol genoeg en zouden er zelfs meer uren Nederlands en Engels bij mogen. Daar hoort de gewenste 'aandacht' voor de genoemde talen dan volgens mij momenteel ook echt niet thuis.
Als er aandacht moet komen, is het aan de groepen die de taal spreken om ze te behouden en onderwijs te organiseren. Ik kan mij wel goed voorstellen dat daar vanuit de overheid in maatschappelijk aanvaardbare mate ondersteuning aan wordt gegeven in de vorm van een subsidie (met meetbare prestaties) of het aanbieden van een online-lespakket dat door de lokale onderwijsgroepen kan worden ingezet. Maar verder denk ik in dat opzicht volledig liberaal en zie ik geen opgave voor de overheid (de maatschappij).
Persoonlijk begin ik het overigens irritant te vinden dat deze Raad in toenemende mate verkokerd naar de samenleving kijkt en de aanbevelingen totaal niet plaatst in de gehele context van problematieken waar de lidstaten mee worstelen. Het is alsof deze zich in tijden van hongersnood druk maakt over het feit dat de kaviaar in vergetelheid begint te geraken. Naar mijn beleving is het echt een elitaire, overbodige club geworden waar allerlei figuren met nauwe politieke banden aan het vreten moeten worden gehouden en dat is uiterst jammer.