Advertentie

Nauwelijks toezicht vervuilde bodems na ‘Lekkerkerk’

Zuid-Holland verwaarloost het toezicht op voormalige bodemverontreinigingslocaties in de provincie. De nazorg bij restverontreiniging schiet volgens de Randstedelijke rekenkamer tekort. Dat e provincie haar taak als toezichthouder en handhaver nauwelijks invult, blijkt uit het het vandaag gepresenteerde onderzoek ‘Nazorg bij restverontreiniging na bodemsanering.'

13 augustus 2013

Zuid-Holland verwaarloost het toezicht op voormalige bodemverontreinigingslocaties in de provincie. De nazorg van de provincie bij restverontreiniging schiet volgens de Randstedelijke rekenkamer tekort.

Dossierstukken onvindbaar

De provincie vult haar taak als toezichthouder en handhaver volgens het vandaag gepresenteerde onderzoek ‘Nazorg bij restverontreiniging na bodemsanering’  nauwelijks in. Ook wat betreft de informatievoorziening en registratie zijn verbeteringen nodig. Zo blijkt er geen juist en volledig overzicht van nazorglocaties, is achterliggende informatie slecht toegankelijk – sommige dossierstukken zijn zelfs onvindbaar – en zijn kenmerken van achtergebleven verontreiniging niet volledig geregistreerd.

Personeelsgebrek

In het beleidskader van de provincie Zuid-Holland is opgenomen op welke wijze toezicht moet worden gehouden op nazorglocaties. In de praktijk blijkt de provincie nauwelijks toezicht te houden. De provincie bezoekt in principe geen nazorglocaties, tenzij sprake is van een klacht of een melding. Er is door de provincie een lage prioriteit toegekend aan het controleren van nazorglocaties ‘vanwege een beperkte personele capaciteit.’ Er zijn echter volgens de provincie nog nooit klachten of meldingen met betrekking tot nazorglocaties geweest.

Ambtenaren traineren onderzoek

De onderzoekers van de Randstedelijke Rekenkamer stelden ook vast dat het het bewaken van tijdige indiening van monitoringsrapportages niet plaats vindt en dat het  beoordelen van monitoringsrapportages  niet of nauwelijks gebeurt. Het heeft ‘lang geduurd’  voordat de Rekenkamer dat boven tafel heeft gekregen. ‘Vanuit de ambtelijke organisatie is niet direct openheid van zaken hierover gegeven’, aldus de onderzoekers.

Gifschandaal Lekkerkerk

In 1980 kwam in Nederland het gifschandaal in Lekkerkerk aan het licht. Een hele nieuwbouwwijk in die gemeente bleek gebouwd te zijn op sterk verontreinigde grond. De opschudding na de vondst van het gif was aanleiding om uiteindelijk in 1987 de Wet bodembescherming in te voeren, met daarin de voorwaarden die (kunnen) worden verbonden aan het verrichten van handelingen in of op de bodem. Bodemsanering is het beperken en zoveel mogelijk ongedaan maken van bodemverontreinigingen. Bodemverontreinigingen die een risico vormen voor mens of milieu worden bij voorkeur weggehaald. Dat is echter niet altijd mogelijk of gewenst. Vaak kan het technisch niet, of niet helemaal, bijvoorbeeld omdat het onder een gebouw ligt. Een andere reden kan zijn dat saneren zo duur is dat de kosten en de opbrengst (verminderd milieurisico) niet langer in een verantwoorde verhouding staan. Indien een restverontreiniging in de bodem achterblijft en beperkingen in het gebruik van de bodem en/of maatregelen in het belang van de bescherming van de bodem noodzakelijk zijn, hoort er sprake te zijn van nazorg.

Publiek toegankelijk maken

Een van de aanbevelingen van de Rekenkamer  is om informatie over nazorglocaties publiek toegankelijk te maken, zodat het waarschijnlijker is dat perceeleigenaren en gebruikers goed op de hoogte zijn van de beperkingen. Andere aanbevelingen zijn dat het dagelijks bestuur van de provincie ervoor zorgt dat  de omgevingsdiensten risico-gestuurd gaan handhaven op nazorglocaties en dat omgevingsdiensten bewaken dat monitoringsrapportages tijdig worden ingediend en vervolgens ook worden beoordeeld.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie