Politiepanden Gelderland ver onder marktwaarde verkocht
De politie Gelderland-Midden heeft tientallen miljoenen euro’s verlies geleden bij het verkopen en terughuren van haar panden. De korps leiding zint op maatregelen om de schade te beperken.
Zes panden die in 1998 door de politie Gelderland-Midden werden afgestoten, zijn volgens het ministerie van Binnenlandse Zaken ver onder de prijs verkocht. Daarnaast betaalt het korps tot op de dag van vandaag te veel huur voor deze zelfde panden. Doordat het korps vastzit aan langlopende huurcontracten, loopt het schadebedrag de komende jaren verder op.
Het noodlijdende politiekorps besloot in 1998 tot een sale and lease back-constructie, in de verwachting hiermee geld te besparen op de huisvestingslasten. Het tegendeel blijkt nu waar.
De koper betaalde destijds slechts 59 procent van de marktwaarde voor de zes politiepanden, blijkt uit actuele berekeningen van een accountant van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Volgens de cijfers, die op verzoek van Binnenlands Bestuur zijn vrijgegeven, ontving Gelderland-Midden voor de panden ruim 15 miljoen euro, terwijl de marktwaarde op dat moment op bijna 26 miljoen lag. Het korps zou er bij de verkoop voor ruim 10,6 miljoen bij in zijn geschoten (zie ook kader op pagina 25).
Daarnaast betaalt het korps veel te veel huur. Ook in de komende jaren blijft dit het geval. Gemiddeld gaat het om ruim 1 miljoen euro per jaar. De toenmalige korpsleiding heeft met de kopende partij langlopende huurcontracten gesloten. Hierin is een vaste jaarlijkse huurverhoging opgenomen. De looptijd van de contracten is in de meeste gevallen 25 jaar.
Berekend over de gehele looptijd van de huurcontracten, betaalt het korps volgens de accountant van Binnenlandse Zaken uiteindelijk ruim 26 miljoen euro te veel aan huur. Dit bedrag is becijferd op prijspeil 1998, het jaar waarin de panden werden verkocht. Als het bedrag wordt geïndexeerd naar het huidige prijsniveau, gaat het volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek om bijna 33,5 miljoen euro aan te veel betaalde en te betalen huur.
Vriendjespolitiek
De zes panden werden destijds verkocht aan de Rozendaalse Vastgoedgroep. Dit leidde binnen het korps tot geruchten over vriendjespolitiek. De toenmalige korpsleiding stond op goede voet met de directie van het vastgoedbedrijf. Een van de directeuren was tevens bestuurslid bij voetbalclub Vitesse. Het was gebruikelijk dat de korpschef en diens plaatsvervanger op uitnodiging van het Vitesse-bestuur wedstrijden bijwoonden.
Ondanks een aanbeveling van de rijksrecherche, besloot de regionale beheerdriehoek van het korps in 2002 om de sale and lease backconstructie niet nader te onderzoeken. Blijkens geheime vergaderverslagen, die in bezit zijn van Binnenlands Bestuur, wilde zittend korpsbeheerder Pauline Krikke ‘niet alles overhoop’ halen. Toenmalig hoofdofficier van justitie Ruud Daverschot wilde de zaak ‘niet onnodig opblazen’.
Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft eerder dit jaar van zes politiepanden laten becijferen wat destijds de martkwaarde was. Van twee andere panden die de Rozendaalse Vastgoedgroep van de politie kocht, was het volgens het departement niet mogelijk om de marktwaarde ‘op het moment van de transactie’ vast te stellen.
Het ministerie van Binnenlandse Zaken beschouwt de cijfers als ‘een grofmazige schatting’, zegt een woordvoerder: ‘Het is allemaal niet tot in detail berekend, zoals je bijvoorbeeld zou doen als je een claim wilt neerleggen. We wilden slechts een indicatie of het nu dom of slim was om die panden te verkopen. Op basis van onze toezichtfunctie ten opzichte van de korpsen, hebben wij deze berekening laten maken.’
De berekeningen werden eerder dit jaar ter kennis gebracht van de commissie-Havermans, die onderzoek deed naar vermeende misstanden bij de politie Gelderland- Midden in het verleden. De sale and lease back-constructie maakte deel uit van dit onderzoek.
De commissie onder voorzitterschap van Ad Havermans, onder meer ex-burgemeester van Den Haag, concludeerde in haar eindrapport dat de toenmalige korpsleiding en de toenmalige korpsbeheerder ‘onprofessioneel’ hadden gehandeld bij het verkopen en terughuren van de panden. Volgens de woordvoerder van Binnenlandse Zaken slaat deze conclusie niet alleen op het onder de prijs verkopen van de panden, maar ook op het afsluiten van langlopende huurcontracten met een jaarlijkse prijsverhoging: ‘Daarmee ontneem je jezelf alle onderhandelingsruimte. Het is niet wijs om je op die manier vast te leggen.’
De exacte gang van zaken rond de verkoop van de panden kon door Havermans niet worden gereconstrueerd doordat documentatie in de archieven ontbrak. De commissie noemde dit ‘laakbaar’.
Schade beperken
De huidige leiding van politiekorps Gelderland- Midden zint intussen op maatregelen om de schade te beperken. Twee van de destijds verkochte panden zijn om die reden onlangs weer van de Rozendaalse Vastgoedgroep teruggekocht. Het gaat om politiebureaus in Velp en Zevenaar. Het korps betaalt hiervoor 8 miljoen euro. In 1998 waren deze panden voor 2,3 miljoen euro van de hand gedaan. Volgens de korspleiding leidt het terugkopen van de panden tot een aanzienlijke besparing op de huisvestingslasten. Over de periode tot 2025 zou de transactie op die manier 3,8 miljoen euro opleveren.
Rug tegen de muur
Uit een brief van korpschef Pim Miltenburg aan korpsbeheerder Krikke blijkt dat het korps met de rug tegen de muur staat. In de eerste jaren na de verkoop van de panden heeft de politie baat gehad bij de sale and lease back-operatie: met de opbrengst konden de huurlasten worden betaald. Maar het omslagpunt is bereikt, en volgens Miltenburg ziet zijn korps zich ‘van 2010 t/m 2026 geconfronteerd met structureel oplopende huisvestingslasten’.
Onderzoek heeft uitgewezen dat de huisvestingskosten van Gelderland- Midden met 5500 euro per jaar per fte ‘significant hoger’ zijn dan die van andere korpsen.
Het ministerie van Binnenlandse Zaken wilde de berekening van de accountant, waarnaar wordt verwezen in een voetnoot in het openbare rapport-Havermans, aanvankelijk niet vrijgeven. Dit omdat de cijfers waren bedoeld ‘voor intern gebruik’. In de wetenschap dat de redactie van Binnenlands Bestuur een beroep zou doen op de Wet openbaarheid van bestuur, veranderde het departement van mening. Vervolgens duurde het ongeveer 4 weken totdat de gevraagde informatie daadwerkelijk werd verstrekt. Minister Hirsch Ballin (CDA) moest er persoonlijk over beslissen.
Zie ook:
http://toinevanbergen.web-log.nl/toinevanbergen/2010/07/ook-na-publicatie-van-rapport-havermans-blijft-de-beerput-stinken.html