Politieke hutspot voor kiezer
Collega Erik Jurgens schrijft in een column (zie de website van het Montesquieu Instituut) dat het invoeren van kiesdrempels geen enkele bijdrage kan leveren aan het vraagstuk van de regeringsvorming.
Die conclusie is geheel juist. Lang is in ons land de gedachte levend geweest dat het opruimen van een aantal kleine partijen – bijvoorbeeld die met minder dan vijf zetels – zou kunnen leiden tot een veel gemakkelijker regeringsvorming. De grote politieke partijen zouden dan de zetels van de kleintjes erbij krijgen. Langs die weg zouden twee of hoogstens drie partijen een kabinet kunnen vormen dat in beide Kamers beschikt over een solide meerderheid.
De politieke werkelijkheid is ondertussen een geheel andere geworden. Bij de vorige Tweede Kamerverkiezingen waren er nog twee partijen met een zetelaantal van om en nabij de 40 zetels. Dit tot verrassing van vele politieke waarnemers en politieke opiniepeilers. Het grote aantal zetels voor de PvdA (38) was onverwacht en ook het aantal van de VVD (41) was niet uit de voorspellingen naar voren gekomen. Bij de komende verkiezingen voor de Tweede Kamer zullen die aantallen door afzonderlijke partijen niet meer worden gehaald. De PvdA heeft zichzelf zodanig in de voet geschoten dat een aantal zetels van rond de 15 het maximaal haalbare lijkt. CDA, SP, D66 cirkelen rond de 20 zetels. De PVV – die hoogstwaarschijnlijk aan de regeringsvorming niet mee zal gaan doen – heeft momenteel 24 zetels in de peiling. En dan is er aantal partijen met voorspelde zetelaantallen tussen de 5 en 10 zetels.
Het curieuze van dit beeld is dat echt kleine partijen niet meer bestaan, waardoor een kiesdrempel van 2 tot 5 procent nauwelijks leidt tot een sanering van het sterk versplinterde politieke landschap. Er zullen dan altijd nog ongeveer tien partijen in de Tweede Kamer overblijven. Pas bij een kiesdrempel die het onmogelijk maakt om in het parlement te komen met minder dan 10 zetels begint de teller enigszins te lopen. Maar ook dan blijven er nog ongeveer zeven partijen over en zijn er waarschijnlijk vier partijen nodig voor een stabiel kabinet.
Het regeerakkoord van een kabinet met vier of meer partijen betekent politieke hutspot voor de kiezer. Het nieuwe kabinet rust op een grijze brij van politieke voornemens. Dit met als onherroepelijk gevolg dat de Nederlandse parlementaire democratie verder wegzakt. Voor de kiezers wordt de politiek onherkenbaar. Van de verkiezingsvoornemens zal weinig te traceren zijn. Veel kiezers hebben bar weinig begrepen van de merkwaardige coalitie tussen VVD en PvdA, met als gevolg dat één van de coalitiepartners dat vol voor de kiezen krijgt. De deelnemers aan het nieuwe hutspotkabinet wacht eenzelfde lot, want veel politiek profiel is niet te realiseren.
Het wordt dus dringend tijd om de Nederlandse democratie van een nieuw fundament te voorzien. Het systeem van afspiegeling, zoals we dat al lange tijd kennen, functioneert niet meer goed en zou dus moeten worden afgeschaft. Beslissend is vooral dat het huidige stelsel de desinteresse van de kiezer hevig voedt en vooral om die reden is een systeemwijziging dringend geboden.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.